Ja! Ze zijn er weer! De prettige dingen die komen als het einde van de winter nadert. En ik heb het nu niet over de hyacinten in de bak, maar over de sportevenementen.
Er is terug koers. Al ben ik heel wat minder koersgezind dan vroeger sedert blijkt dat het grote geld daar ook heel wat in de pap te brokken kreeg.
Supporter ik? Ik lijk nogal onverschillig wat dat betreft. Diep vanbinnen hoop ik dan misschien wel dat deze of gene wint, maar ik ga niet staan roepen of brullen. Thuis voor de TV ook niet, al supporter ik wel als er een Belg bij vooraan zit. Dan zal ik misschien eens: “komaan jong” zeggen of in mijn handen nijpen of mijn vingers kruisen of zoiets of ook.
Ook als er twee Slovenen weg zijn waarvan ik de één van beide wat minder mag dan zijn landgenoot heb ik een stiekeme hoop. Maar meestal in stilte en soms zeg ik er wat van tegen Luc.
Maar geef geen atletiek! Want dan … owee! De VRT had dat met het WK in Glasgow nogal woordelijk genomen -ze zonden niet rechtstreeks uit- en we vreesden dat we op onze honger gingen blijven zitten.
Via Tipik kon je dat op RTBF wel zien, zag Luc. Gelukkig had ik indertijd, toen we de decoder weg deden, mijn veto gesteld toen Luc de Auvio-app van het TV-toestel had willen gooien, want Tipik zit daarbij inbegrepen.
De 400m van Doom! Weet je dat ik tijdens die race op mijn hielen en ellebogen gesteund in mijn zetel euh … al de rest stak de hoogte in. En ik heb gesupporterd als kon Doom me tot in Glasgow horen.
Bij de 4×400 deed ik het heel wat minder, maar toen wist ik al wat Alexander Doom in zijn mars had.
Gelukkig waren we niet in Glasgow, ik zou niet geweten hebben waar ik mijn hielen moest zetten.
Dan vraag ik me af: waarom doet een mens dat? Vanwaar komt dat? Word ik er beter van als Alexander Doom wint? Of als Noor Vidts wint? Of wie dan ook? Neen toch. En toch …