mske heeft een oude herinnering, een heel oude. Enerzijds is de herinnering nogal wazig anderzijds staat ze als gegrift. Het betreft Broer. Meer bepaald Broer die vlees at. Had Broer een probleem met vlees eten of wou hij het niet of … Het hoe en waarom is nu precies de wazige kant maar zeker is dat Broer veel te lang op vlees zat te kauwen en dan zei: “ik heb een sjik”, waarop hij het dan mocht gaan uitspuwen.
Wat mske zich ook herinnert is moe die zei: “slik door of je hebt weer een sjik”. De herinnering dateert van de Oost-Vlaamse periode, dus was Broer hoogstens 4 jaar oud.
Uit dezelfde periode dateert de benaming chocomanneke omdat hij niets anders op zijn boterham wilde dan choco. En indertijd was dat Kwatta.
Ook een moe-uitspraak uit die tijd tegen Broer was: ge moet zo niet zuipen”. Achteraf gezien doet het vreemd aan als je bedenkt dat ze dat zei tegen een kind van 3-4 jaar, maar in die tijd wisten noch Broer noch mske de ware betekenis van het woord en kenden ze enkel de betekenis die moe er aan gaf.
Het ging er over dat Broer van zijn boterham met choco beet en daar ging zitten op zuigen tot moe zei: “ge moet zo niet zuipen”. mske weet wel nog dat Broer zich soms achter zijn zjat verschool om het niet te laten opvallen. Dom hoor Broer, moe had een arendsblik …