Na een paar keer dat “De Blankaart1” wél op de planning stond maar het uiteindelijk toch niet lukte omwille van verschillende redenen, konden we er nu eindelijk in de Blankaart toch terecht.

En op de parking zag ik ze al, ik voelde het aan de haartjes in mijn nek. Ze stonden voor het informatiebord te dralen. En wij draalden mee, aan het andere bord. Omdat hij zag we geen aanstalten maakten om dat bord te bekijken heeft hij nog even zijn rugzak opnieuw georganiseerd.

Toen ze weg waren, bekeken wij het bord, namen er snel een foto van en gingen op stap. Aan het kasteel stonden ze te wachten, allee, eigenlijk was hij zijn rugzak aan het herschikken en wij liepen het andere paadje in. Onvriendelijk als ik was, heb ik wel even goeiedag geknikt.

Het was een opluchting om te zien dat ze niet volgden.

De wandeling vertrok mooi, maar we zouden ze inkorten voor een dom kleinigheidje: Luc was zijn steunzolen vergeten in het huisje in Oostduinkerke.

Op zeker ogenblik komen we uit het bos en komt het koppel uit het andere paadje. Op een verder zeker ogenblik loopt die wandeling de wei in. Op nog een ander zeker ogenblik staan er pijltjes in meerdere richtingen en op oriëntatie dacht ik te zien dat het paadje de bewoonde wereld inliep. En ik opperde dat we beter even op onze stappen terugkeerden om het paadje te nemen waaruit het koppel was gekomen.

En ze kwamen ons tegemoet. En hij vroeg: “Kunnen jullie daar niet door?” en ik antwoordde naar waarheid: “Ik zou het niet weten” en wandelde verder en dacht aan het artikel dat ik laatst had gelezen over “boomerangasking2“. Iemand stelt een vraag maar is niet geïnteresseerd in het antwoord. Die iemand wil alleen zijn eigen verhaal kwijt.

Ik wandelde verder en dacht: “Eens in het bos kijk ik wel om om op Luc te wachten”. Luc was er al snel. “Ze wilden naar Woumen” zei hij “en ik zei dat er wel een poortje was en toen ben ik je maar gevolgd”.

“Woumen” dacht ik en sprak met voorspellende stem: “Straks kan je in Woumen nog stoppen voor het zebrapad om hen over te laten”.

We maakten het toertje rond, iets drinken was er niet bij, de cafetaria was gesloten en we hadden vier kilometer en een sjiek op de teller.

In Woumen -in de auto natuurlijk- zat ik op mijn fototoestel mijn foto’s te bekijken toen Luc zei: “Kijk”. En daar sjokten ze de straat over, een twintigtal meters vóór het zebrapad, hij met het zweet op zijn gezicht maar nog steeds in zijn dikke vest, zij sjokkend er achter. Eigenlijk hebben we -eerlijk gezegd- zelfs niet moeten remmen.

En ik kreeg een gevoel alsof ik een ros was, een ellendig mens. Dat is bij mij nu eenmaal het alternatief als ik nu eens één keer beslis dat ik niet belief naar de verhalen van anderen te luisteren. Dan speelt mijn geweten me parten. Het ellendig gevoel is zo altijd mijn deel.

De Blankaart? Ik weet zo niet, ik heb de indruk dat het net zo is zoals bij vele andere natuurgebieden. Ze dienen als lokmiddel om je dan door een wei te sturen die je eigenlijk van het natuurgebied wegleidt.

Ik merkte wel dat er ook knooppunten waren. Vooraleer ik definitief mijn oordeel vel, ga ik die eerst eens uitstippelen. Misschien dacht ik die dag wel een beetje hard over dingen.

pske van mske:

    Aangezien het artikel van “Het Laatste Nieuws” voor abonnees is en enkel de inleiding zichtbaar is voor iedereen, heb ik het verder opgezocht en gevonden bij het artikel van “vrt nws”.

____________________
1. De Blankaart
2 Het Laatste Nieuws
3 VRT NWS – url: https://vrtnws.be/p.nwblKoWGN