Ik dronk al koffie vóór mijn vierde. Dat weet ik niet uit eigen herinnering. Maar we zijn op mijn vierde uit Antwerpen verhuisd en we hebben drie jaar in Lotenhulle gewoond, vooraleer we nog eens verhuisden en ik dààr in het nieuwe dorp zei: “Dit is weer van die lekkere koffie zoals in Antwerpen”. Dat feit herinner ik me wel, omdat iedereen met grote ogen had staan kijken dat ik dat nog wist.

Verder … wat dronk ik verder? Ik heb weet van glaasjes zo groot als een vingerhoed waar we bij het noeneten een half glaasje limonade in kregen.

En dan ’s avonds terug koffie bij de avondboterham.

In de drie jaar in Lotenhulle had ik van de dokter te horen gekregen, of beter mijn moeder, dat ik meer moest drinken omdat ik anders later last zou krijgen van nierstenen.

Ze schreef me in bij de Melkbrigade -ik die geen melk lustte- en ze betaalde voor schoolmelk, die ik gewoon in de bak liet staan.

Eens verhuisd verviel alles terug bij het oude en werd de melk -gelukkig maar- afgeschreven. Toen ik op mijn veertiende de eerste jeugdacné kreeg, zei de dokter zei dat ik suiker moest weren en biergistpillen moest nemen. Ook beweerde hij dat ik beter een biertje bij mijn eten zou drinken in plaats van limonade.

Ik haalde de suiker uit de koffie en dronk minder limonade. Dat bier kreeg ik enkel zo eens sporadisch, ’s avonds als mijn moeder samen met de kippen op stok was en ik met mijn vader nog naar een TV-programma voor school moest kijken.

Eens volwassen vond ik pilsbier helemaal niet lekker maar dronk het wel als ik uitging.

Eens getrouwd kwam er een glaasje wijn -of twee- bij het eten en op stap kon dat wel eens een speciaal bier zijn.

Maar ik bleef te weinig drinken.

Eens gescheiden dronk ik geen alcohol noch koffie meer maar liters en liters cola light. Ooit begonnen door de stress werd het een heuse verslaving.

Uiteindelijk heb ik ingegrepen, de cola verbannen om ’s morgens de dag te beginnen met een zjat koffie en gedurende de dag kruidenthee ging drinken.

Daar ben ik ook vanaf gestapt. Nu drink ik bij het opstaan een liter water om daarna verder te gaan met koffie en koffie en meer koffie en op de middag een glaasje wijn of een alcoholvrije Piedbœuf -maar dan wél de zoete- bij het eten.

Ik drink nu -denkelijk- voldoende al denk ik soms dat ik toch nog wat veel aan de koffie zit.