Het klonk me een beetje neerbuigend in de oren toen ik het de eerste keer hoorde. De tweede keer was ik er relatief zeker van.

Het zette me aan het denken … aan vroeger. Bij ons thuis was maar één hobby mogelijk: de muziekschool. Ik had dus geen hobby want muziek spelen kon ik niet en lezen was tijdverspilling.

Tot de dag dat ik vroeg of ik paard mocht rijden. Ach wat was ik een omhoog gevallen schepsel. Als ik dacht zoveel tijd over te hebben kon ik beter nog wat meer voor mijn rekening nemen in het huishouden.

Jong getrouwd, twee kinderen, het kwam er niet van.

Die ene keer op vakantie, was ik er zo kort bij. De kinderen waren adolescenten en waren niet mee. Er waren excursies te paard. Ex vond het geen goed idee. Als je paard wou rijden moest je eerst écht leren paardrijden. Hij vergat waarschijnlijk de dag dat we op huwelijksreis met een muilezel een berg op waren getrokken.

Eens thuis … ach laat dat paard maar bij de ouwe koeien in de gracht.

Mijn dochter wou een paard en ineens moest dat kunnen. Maar het kon uiteindelijk toch niet. Er kwam te veel bij kijken.

Was ik een paardenmeisje? Of was het toch iets meer? Want zie je, mijn vader had thuis minstens één paard gehad en hij ging bij de rijkswacht te paard in de Korte -of was het nu de Lange- Vlierstraat in Antwerpen. Mijn ex had thuis ook minstens één paard gehad en kon daar ook op rijden.

Mijn zoon heeft paarden, mijn kleindochters rijden en reden paard.

Ik heb in mijn leven één keer, echt wel één keer op een paard gezeten. Dat was op de kermis in Deinze toen mijn moeder niet kon weigeren omdat mijn nichten ook mochten van mijn tante en al haar argumenten tegen weerlegd werden.

(Lees verder onder de foto)

Met dank aan Suskeblogt voor het gebruik van het kleurmachien

Ben ik bang voor paarden? De eerste keer bij Zoneke was dat nogal imposant zo tussen die grote dino’s -zoals Querida ze noemt- en paste ik geweldig op dat ik niet in hun weg ging lopen.

De tweede keer had ik al veel afgekeken van Zoneke en Querida, had dus meer durf en pasten zij op dat ze niet in mijn weg gingen lopen.

Deze overpeinzing kwam er na een opmerking dat je moet doen wat je wil doen voor je er te oud voor bent.

Ben ik te oud om te leren paardrijden? Ik denk het wel. Ik zal het eens aan Artrozeke moeten vragen.