Het is nu ook niet de bedoeling dat ik hier een verslag van elke wandeling zou schrijven. Maar aangezien ik het al over het klimmen had, zou ik het ook wel eens over het afdalen mogen hebben.
De wandeling waar ik het over heb wandelden we de eerste keer rond de Kastelberg en kwamen daarna voor een muur -bij wijze van spreken- naar de Galgenberg te staan. Eens we bijna terug aan het park kwamen stonden we voor een vijver met nepeenden en onze aandacht was dermate verslapt dat we het spoor bijster raakten.
Om dat euvel op te lossen wandelden we de tweede keer naar de top van de Galgenberg en daalden via die muur weer richting de Kastelberg. En dat, dat is nu iets waar ik geen krak in ben.
Bij dat soort erg steile afdaling lijkt het wel of ik naar beneden wordt gezogen en hebben mijn voeten de neiging om sneller en sneller en sneller te gaan zodat ik niet meer zou stappen maar lopen.
Meestal zet ik dan mijn voeten dwars en ga zo wat zijdelings naar beneden, oppassend dat ik niet in mijn veters blijf haken. Maar owee, als het glad is lukt ook dat niet.
Ik zet daar dus een stap opzij in de zijkant, pak een boom, knuffel die en terwijl ik met mijn ene hand al naar de volgende boom reik, laat ik de eerste los en zo kom ik ook heelhuids beneden, behalve natuurlijk als het begroeisel aan die zijkant doornstruiken uit doornstruiken bestaat.
En daar stapt Luc me dan gezwind voorbij. “Je moet je voeten dwars zetten” zegt hij dan. Dat doe ik wel op minder, zoals gezegd, maar op van die gladde muren is de zuigkracht van beneden groter dat de stevigheid van mijn voeten.
Dit jaar, derde keer, goeie keer, wàs het er glad. Het had, zoals iedereen wel weet, namelijk al veel geregend en het pad was wel heel erg modderig en terwijl ik bomen knuffelde had ik de indruk dat Luc me gewoon voorbij geskied is.
pske van mske:Wie meer foto’s wil zien, kan ze nu op “In Beeld” bekijken.
pske van mske:
Ondertussen zijn ook de foto’s voor “Maar! Maar! Maar!” en “Het zou niet regenen. Maar!. toegevoegd.