Op zes december was het Sinterklaas. Maar aangezien we op 7 december een boekenmarkt hadden zou ik die kerstboom dan maar op Sinterklaasdag zetten … maar ik had geen zin.

Zoals gezegd, op 7 december was er een boekenmarkt en op 8 december ook trouwens.

Op 9 december bekijk ik die kerstboom eens een beetje verstoord. Ik had nog steeds geen zin. Maar ik zou wel zin maken … als ik wist hoe ik dàt moest doen.

Ik haalde die kerstboom binnen en Luc hing er de lichtjes in. En toen begon ik met de ballen.

Maar owee, die mooie purperen ballen die wij hadden vielen helemaal niet op in die boom. Volgens mij is die boom donkerder van kleur dan de vorige.

Mijn moed zonk in mijn schoenen. Want een boom optutten als je geen resultaat ziet, daar had ik echt geen zin in.

“We gaan naar de carwash” stelde Luc voor “en daarna springen we in de Kringwinkel binnen”. Die hadden namelijk een poos geleden een kerstactie gehad en héél, maar dan héél veel van die kerstrommeldecoratie lag nog altijd in die winkels.

Zo gezegd, zo gedaan. En ja er waren nog héél veel pakken met mooie witte en zilverkleurige ballen. En ik was wat kieskeurig en haalde er één pak uit.

Dus togen we nog naar de kringwinkel bij ons en daar vond ik er ook nog een paar die mijn goedkeuring kregen.

Terug thuis bekeek ik die boom, haalde mijn goesting vanonder al mijn gezucht en begon. Ik had te veel ballen gekocht. “In kerstfilms hangen die ook afgeladen vol” dacht ik opstandig en ging maar door met ballen hangen.

Gelukkig kwam Luc op het gepaste moment binnen en zei: “Amai, die is mooi geworden”. Dat was net op het ogenblik dat ik overwoog om boom en ballen door het raam te gooien.

En dan had ik, een poos terug, net tijdens die kerstactie ook nog een paar zakskes engelenhaar meegebracht omdat ik me daardoor herinnerde dat ons moeder dat ook altijd gebruikte. Maar ik wist toch niet hoe dàt in zijn werk ging zeker.

“Stomkop!” verweet ik me zelf en toog aan het draperen. “Zou ik dat engelenhaar daar niet terug uithalen?” vroeg ik nadenkend. “Néén!” riepen Luc en kerstboom samen.

’s Avonds zo met mijn boek in mijn handen keek ik naar de kerstboom en zei: “Toch gezellig in huis hé, zo’n kerstboom”.