“Van wat ben ik nu altijd zo moe?” zuchtte mske en dat was niet de eerste keer dat ik haar dat hoorde vragen. Nu ja, ik kon daar sowieso geen antwoord op geven, al dacht ik dat mske er beter aan zou doen van zo af en toe eens bij mij op de overloop te komen liggen.
In het weekend had Wes ook al gezegd dat ze er moe uit zag, al dacht mske toen nog dat het van de stress was. Maar na de grote opluchting sliep ze in één ruk door en bleef toch dat moe en suf gevoel in haar hoofd. “De overloop?” opperde ik voorzichtig maar ze hoorde het niet of deed alsof ze ’t niet hoorde.
Woensdag morgen deed ze de deur open en zei als begroeting: “ik weet het … ik weet vanwaar die vermoeidheid komt”. En het klopt wat ze zegt hoor. Ze heeft eerst geleidelijk aan alle thee -echte dan- opgedronken. En sedert donderdag of vrijdag van vorige week was die op en sedertdien drinkt ze enkel nog de kruidenthees.
Zodoende! Zodoende wat? Zodoende heeft mske geen bron van caféïne meer behalve dat half glaske cola light dat ze in de vroege ochtend nog drinkt als douche aan de binnenkant.
“Nog efkes doorzetten” zegt mske “dan zijn we daar ook vanaf” en ze geeuwt nog eens veelzeggend.