Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Waterleiding (Page 2 of 2)

Spokenverhaal

Ik ga jullie eens iets vertellen wat ik eigenlijk niet zal mogen van mske, maar ze is er toch nog niet. Ze gelooft me eigenlijk niet. Dat is het. Misschien geloven jullie het wel.

Telkens als de bel gaat vaart er een stroom van angst door het huis. Dan denken al onze spoken en geesten dat mske of Slow er spokenjagers hebben bijgehaald. En ineens gaan ze zich verschuilen in hoeken en kanten en houden zich muisstil.

Zij weten niet dat Slow en mske geen spokenjagers bellen. Zij weten niet dat mske en Slow er niet mee inzitten dat ze hier zijn. En dan, als ze denken dat het gevaar bezworen is, komen ze terug uit en gaan ze streken uitsteken om wraak te nemen.

Dan doen ze de wasmachine stuk en dan maken ze gaten in de waterleiding en dan doet de bel het niet meer en nog zoveel en zoveel en zoveel dat mske wel zegt: “we lijken wel bespookt”. Als ik dan zeg dat ze beter eens op mijn palier een speech zou komen houden voor al die stille toehoorders, dan kijkt ze of ik een slag van de molen heb gekregen.

Ik ga me hier vandaag niet te veel laten zien want anders gaat ze preken en zeggen dat ik onzichtbare vriendjes mag hebben zoveel ik wil maar dat ik nu echt geen spoken moet gaan zien.

En toch vertelt ze zelf over de vroegere buurvrouw wiens vader er een belezer bij haalde omdat er een vloek over hun stal was uitgesproken, want de dieren stierven zomaar zonder rede. Die belezer had een hoefijzer belezen en boven de deur van de stal gehangen en gezegd dat diegene die nu niet meer de stal in dierf de vervloeker was.

mske moet er niet eens een belezer bij halen, ze moet er gewoon eens tegen klappen.

Het protmachien

Natuurlijk zijn hier al zaken veranderd in functie van het leven zonder auto.

Zo was er het weerkerend probleem van het drank aanhalen. En met dat warme weer werd dat nog erger.  Telkens ze daar naar de Colruyt om reden, konden ze haast niets anders meebrengen, gezien de omvang van zes flessen bruis en zes flessen fris. En het leven is toch meer dan waterdragen alleen. Bovendien maken die lege petflessen de vuilniszak ook alleen maar voller.

mske informeerde bij de plaatselijke brouwer. Die komt hier, dat weet ze. Maar die mensen rijden natuurlijk ook niet gratis en de drank was wel gevoelig duurder.

Zodoende hebben ze zich nu bijna twee weken geleden een machientje aangeschaft dat in kraantjeswater broebelt zodat ze ook bruis bekomen. Bovendien zijn er van dat merk ook siroopjes beschikbaar waarmee ze zelf hun frisdrank -tot cola toe- kunnen brouwen.

Ondertussen weten ze al dat het een enorme meevaller is. Er zijn nog steeds de lege flesjes van de siroopjes maar dat is aanzienlijk minder, zo één flesje van ½ liter voor 12 liter fris.

Amke en Ella waren ook begeesterd door het protmachien, naam verkregen omwille van het geluid bij het gassen. Ze hebben hier vorig weekend verschillende smaakjes uitgetest, zodat Slow en mske stilaan kunnen beslissen wat ze wel en wat ze niet meer gaan nemen.

Nu ze  ook nog het probleem opgelost hebben van de siroopjes die hier in het stadje niet te verkrijgen waren -nu dus wel- zijn de tochtjes naar de bron volledig van de baan.

Al had mske gisterenmorgen een visioen van wat er nog verkeerd kan gaan. Bij het terugkomen zagen ze de mannen van Fluxys aan het werk van op de bus en daar ergens stroomde water uit een buis, veel water, heel veel water, zoveel water dat mske dacht dat ze de waterleiding hadden overgetrokken en ze hoopte maar dat ons huis niet op die leiding aangesloten zat. Anders konden ze toch nog … of neen toch niet, want vooruitziend als ze zijn, staan hier nog zes flessen bruis en een fles cola light voor in het geval dat …

Victorie verdorie

En we gaan door na de onderbreking.

Zoals gezegd, kwamen Slow en mske met de heteluchtblazer naar huis nadat ze eerst nog een bonbon gas voor dat ding en een baal stro gaan halen waren.

Slow monteerde het zaakske en mske zocht een sterke lijn om die fles gas naar beneden te laten, maar dat wou Slow niet. “Op mijn schouder” zei hij. “Neen” zei mske “dan lig je gegarandeerd beneden”.

Slow schoof op zijn kreeftelings tot hij op de ladder stond en zei: “geef me nu die gas maar aan”. Maar dat ging effectief niet op zijn schouder, hij heeft die dan maar tussen zijn buik en de ladder op zijn knie gelegd, heeft met zijn linkerhand de blazer genomen en met zijn andere hand hield hij de ladder vast, mske haar hart, met twee handen. Slow is beneden geraakt, de fles gas en dat blaasding ook. Maar owee! Na tien minuten ging dat uit. Slow stak het weer aan. Nog wat later was dat uit. Die avond is Slow toch enkele keren op en af die ladder geklefferd tot mske er genoeg van had en zei: “draai nu dat gas maar dicht, dat ding moet terug”.

“En wat nu?” vroeg Slow de volgende ochtend. mske deed een telefoontje, Slow deed er ook eentje en ze gingen die luchtblazer wegdoen en die verkoper ging eerst nog eens bij de leverancier horen of ze die mochten terugnemen of misschien omruilen. “Ondertussen ligt ons water wel verder te bevriezen” morde mske. Ah ja, mske was wat morrig want geen water betekent geen douche en die kreeg dat zo precies in het snotje dat het niet het moment was om mske nog wat kriegeler te maken en ze kregen hun geld terug.

In de bocht onderweg naar de winkel waar ze warmtestralers op elektriciteit wilden halen schrokken ze op. Daar stonden twee brandweerwagens en verschillende politiecombi’s bij een geblakerd huis. Daar kreeg mske maar eerst kouwe rillingen van.

Er kwamen dus drie warmtestralers die Slow weeral op de aanbouw ging zetten en daarna nog eens ging verzetten.

Zo ergens tegen vier uur aan, liep mske in de gang en dacht: “maar wat hoor ik hier nu”. Ze croste naar boven om te zien of ’t waar was en “Victorie” riep ze. “Wat zegde?” riep Slow terug. En mske riep nog wat luider “Victorie!” “Voor de doorzetters” zei ze er nog bij, want jawel die kraan van dat bad stond open en het water liep daar maar uit te lopen.

Daarna hebben ze de kraan van het bad laten lopen met een fijn straaltje, die van de lavabo trouwens ook. Die van de keuken stond al te pizzelitteren van toen er daar terug water door kwam.

En nog wat achterafkes:

De man van ’t water die ze vrijdag hebben gebeld wist te vertellen dat dat een goeie oplossing was. “Hadden we daar maar dinsdag aan gedacht voor we naar Zoneke vertrokken” dacht mske. Je kan natuurlijk ook de ganse leiding aflaten maar dan kan je evenveel waterverlies hebben als met dat dunne straaltje.

Slow was stijf. “Dat komt van teveel op die ladder te hangen” zei mske die hem dan ook verbood de eerste tijd nog naar die aanbouw te gaan. De bonbon gas en de warmtestralers staan daar dus nog. Die dingen kunnen achteraf nog van pas komen, dat is allemaal al uitgedokterd, maar dat hoeft niet onmiddellijk. “Net of hij zwanger was van een te zware kleine” zei mske aan de telefoon tegen Bollie toen ze vertelde hoe Slow die fles gas daar boven naar beneden had gekregen.

De kouwe rillingen kwamen terug toen mske de krant las. Dat is pas een nachtmerrie en ze waren hier dan ook wreed content dat ze al die bijverwarmingskes uit konden doen.

Er zijn serieuze plannen gemaakt voor deze zomer. Ze hebben al informatie ingewonnen en ze zullen nog eens nader contact opnemen met een specialist terzake want als je ziet dat een geïsoleerde leiding nog bevriest dan kan je niet zeker genoeg spelen.

De brandverzekering dekt de schade bij bevroren waterleidingen, las mske later, maar wij hebben geen schade. Niet op die manier, maar het werkverlet, het weg en weer gerij, het nutteloos tijdverlies en de bonbon gas zullen niet in aanmerking komen zeker.

Feit is, als er nog maar sprake is van vorst, dan blijven hier de kranen lopen.

Waarom gemakkelijk maken wat moeilijk ook gaat

In het verleden zijn hier blijkbaar rare toeren uitgehaald met dit huis waardoor onze aanbouw zo bizar kan zijn als hij is. En daarom even een beschrijving van de eigenaardige toestand waarin dat stuk huis van ons zich bevindt.

Stel je voor, je staat op een vierkant gekasseid koerke, achter je is een ijzeren poort met daarachter de straat. Links staat het huis, voor je staat de aanbouw, rechts staat de muur van de stallen. Maar die stallen heeft de vorige eigenaar laten invallen en om te verhinderen dat de tuin van de buurman op onze schoot zou rijzen heeft die vorige eigenaar daar een paar camionnekes grond laten opgooien. Dat is onze berg.

Waar die stallen aan de aanbouw gegroeid waren, is op benedenverdieping nog steeds een muur met een deurgat zonder deur, maar die zie je niet want daar heeft de vorige eigenaar het nogal bric-a-brac foefelare flans-ineen kot -kortweg het kotkot genoemd- gebouwd met daarin het vroeger klein buroke. Waar het oorspronkelijk klein buroke van het huis zich bevond weten we niet. Er zal er wel een geweest zijn want dit moet vroeger in zijn gloriedagen een tamelijk luxueus huis geweest zijn en er zijn hier geen boskes in de buurt.

Daarboven heeft de vorige eigenaar het gat naar de eerste verdieping van de aanbouw toegemaakt met een ijzeren golfplaat. De trap achter het kotkot, naar die eerste verdieping, was al eerder ingestort.

Terug naar het koerke, rug naar de straat. Voor je is een deur naar het kot en een deur naar de keuken, links in de gevel van het huis is nog een deur naar de keuken, maar die deurt niet meer. We denken dat de oorspronkelijke keuken in het huis zelf zat en dat er in de aanbouw twee koten waren. Dat is puur giswerk natuurlijk. Feit is dat er nu een stuk van de keuken in het huis zelf zit en een stuk in de aanbouw.

Van in het huis kunnen we natuurlijk gewoon met een deur naar de keuken.

Op de eerste verdieping is er geen doorgang naar de aanbouw.

Op de zolder is een trap naar beneden naar de eerste verdieping van de aanbouw, alleen heeft één van de vorige eigenaars die doorgang dicht gemetst zodat je met je neus tegen een muur loopt als je die trap afgaat. Eerlijk is eerlijk, wij zouden dat niet doen wegens geen vertrouwen in die trap.

Hoe geraak je nu op die aanbouw? Of beter geraakte! Wel met een ladder en door het venster dat uitgeeft op het koerke en waar geen venster in stond.

Dat is verleden tijd.

Want het dak van de aanbouw was slecht. Het dak van het huis en van de aanbouw kwamen in een “V” samen waaraan een goot hing. Die goot was slecht. Daardoor was een steunbalk tussen de zolder en de aanbouw rot.

Dus kwamen de mannen voor het dak, die legden niet alleen een nieuw dak, maar haalden ook die rotte balk en het rotte plafonneke tussen het eerste verdiep en de zolder van die aanbouw weg.

Resultaat: op de zolder is een opening van een 55à60cm hoog van waaruit je de ganse binnenzijde van de aanbouw kan zien. Maar je moet er wel op je buik gaan voor liggen, zoals voor het kijken naar de zwaluwen die onder het restant van het plafonneke huisden en terug huizen.

Als Slow naar de aanbouw wil, steekt hij de ladder door die gleuf, gaat op zijn buik liggen, draait zich zodat zijn benen boven de leegte hangen en schuift achteruit tot hij zijn benen naar beneden krijgt en dan hopen we allemaal dat die ladder op de juiste plaats staat. Als hij aan die gleuf gaat zitten met zijn benen op de ladder, kan hij er niet onder natuurlijk, want dan zit hij met zijn neus tegen het dak. En omdat een mens zijn knieën maar in één richting kan plooien moet hij echt zo ver achteruit boven het niets gaan hangen dat mske er de zemelen van krijgt.

Nu heeft Slow die onderneming al meerdere keren ondernomen, zoals vorige winter voor het dichtmaken van het vensterraam zonder venster en voor het isoleren van de waterleiding die daar natuurlijk op een betonnen vloer ligt te liggen.

K-de-K stond voor de deur

“Wel verdraaid” zei K-de-K. Bleek dat hij aangeklopt had en de dame hem had gezegd dat hij niet binnen mocht zolang haar man of haar zoon daar niet waren. “Binnen een half uur” had ze gezegd.

En K-de-K had daar al een half uur staan koekeloeren en het was zijn voeten gaan uithangen en hij had het op gegeven.

Maar hij mocht het niet opgeven, want er was een lek in de waterleiding en telkens de dame haar kraan opendraaide, liep het bij de benedenbuur naar binnen.

Page 2 of 2

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén