Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: juli 2016 (Page 2 of 4)

Geplande postjes vergen aanpassing

Geplande logskes, het is me wat. Die kunnen al passé zijn nog voor ze verschijnen.

Zo waren er bij de vorige afwezigheid twee.

Daar waar ik had over de teruggekeerde colazucht, had ik er op het ogenblik van verschijnen al drie dagen geen gedronken. Ik was overgeschakeld op bubbeltjeswater.

En verder had ik het ook over het Engelse reactievenster gehad. Eens thuis bemerkte dat het in het Nederlands stond. Ik had geen nieuwe updates gezien, ik kan dan ook niet zeggen wanneer de aanpassing doorgevoerd werd.

En ondertussen … wie weet ben ik alweer aan de cola.

Het smelt

Ik keek naar het boek. De vrouw naast me zei dat alle recensies zo lovend waren. Een Vlaams schrijfster die een meesterwerk had geschreven.

Ik kocht het boek: “Het smelt” van Lize Spit.

Ik begon het boek te lezen. En al beet het zich niet vast, ik las het. Tot ik me op een zeker ogenblik ineens realiseerde dat ik zomaar het vervolg kon raden. En van daar af ging het boek tegen. De flitsen uit het verleden gingen vervelen en ik wou maar dat ze doorging met het verhaal.

Uiteindelijk kreeg ik gelijk. Iedereen vindt dat boek zo goed en ik, ik vond het niet slecht, maar ook niet meer. Ik geneerde me een beetje en ging even googelen om te zien wat anderen er van vonden.

Blijkbaar ben ik toch niet de enige die er bedenkingen bij heeft. Ik ben geen recensent en ik vind dat dit leesblog beter beschrijft wat ik ook bedoel.

Ik ga het boek niet houden.

Peung! Fout antwoord

“Trek het je niet aan” zeggen ze. Daarmee maken ze er zich van af. Eigenlijk leggen ze de schuld dan weer bij diegene die het zich maar niet moet aantrekken maar niet bij de agressor, wat in dit geval wel een groot woord is.

En dan vertel je enkel nog maar iets. Wat zou dat geven als je hulp nodig had?

Onnadenkend? Misschien. Ongeïnteresseerd? Mogelijk. Niet weten wat te zeggen?

Ghislaine en Max wisten het wel, maar die zijn beiden dood.

Hartstilstand²

Luc kwam binnen. Hij had de post in zijn hand en zag er geschrokken uit. Hij stak me, zonder iets te zeggen, de envelop toe, aan mij geadresseerd, waar in de linker bovenhoek het volgende logo prijkte:

Ik schrok en zal waarschijnlijk al even aangedaan gekeken als hijzelf. Ik opende de envelop en vond:

Wel verdorie! Ik heb ooit met de afzender samengewerkt. Hij heeft enkele zaakjes met niet-betalende klanten opgelost. Sedertdien mailt hij af en toe eens om me eraan te herinneren dat hij er ook nog is en met een beetje publiciteit voor hem dan.

Een brief kreeg ik nog nooit. Tot nu. Het is hem gepardonneerd. Hij heeft me, zoals gezegd, enkele keren uit de brand geholpen.

Mijn bedrijf moge dan versterkt zijn, dat was wel even anders met onze tikker, die even moest recupereren.

Stress – nog eens

Ik heb het al eerder gezegd dat ik vermoed dat ik stress heb gehad al zo lang ik leef. Het werd me bij manier van spreken aangekweekt.

Nu heb ik echter wel al ondervonden dat er meerdere soorten stress zijn, want zie je, ik functioneer het beste bij de gezonde vorm van stress, als ik als een duizendpoot allerlei dingen tegelijkertijd moet doen en dat ook nog kàn.

Het is de andere vorm, de ziekmakende boosaardige neef die al mijn energie wegvreet en er voor kan zorgen dat ik moedeloos aan mijn pc ga zitten en niets voortbreng.

Laatst las ik een artikel over die kinderstress met de gevolgen voor later.

Ik zal niet zeggen: “ik heb het toch gezegd”. Er is namelijk niemand meer om het tegen te zeggen. En diegenen die er wel nog zijn hebben er toch geen boodschap aan.

Dramatisch is het wel

In de krant noemden ze het een dramatisch ongeluk.

Ze hadden gevierd en één van hen had een wapen gehaald dat afgegaan was. Het bizarre was dat er eerst werd uitgegaan van een wanhoopsdaad, waarop ik me dan afvraag of de anderen niet bij machte waren om tekst en uitleg te geven. Natuurlijk is de pers nooit voor 100% accuraat of volledig.

Nu zou ik zoiets nooit een dramatisch ongeluk noemen, eerder een stommiteit met fatale gevolgen. Waarbij het dramatisch is dat iemand zo stom kan zijn. Wie met vuur speelt … Maar een vuurwapen? Om nu te zeggen dat ik tegen wapens ben gaat wat ver. Je kan zo goed als alles als een wapen of als een gebruiksvoorwerp zien. Het verschil is niet altijd duidelijk.

Maar een vuurwapen, oorspronkelijk mogelijk bedacht voor de jacht, op iemand gaan richten vind ik persoonlijk wel een erg verregaande vorm van onvoorzichtigheid én stommigheid.

En dat terwijl ik me zelfs kan ergeren als iemand met een vinger op mij mikt. Niet dat ik denk dat die vinger zou kunnen afgaan, maar de gedachte die erachter zit vind ik niet bepaald aimabel.

Eigenbak

Het is al een pozeke, waarschijnlijk al iets meer dan een jaar dat we, terwijl we thuiswacht hadden bij Nitro en Murphy, in de lokale Colruyt binnenliepen en Luc ineens bleef staan en begeesterd naar de wafels stond te kijken. Hij pakte er een pak wafels uit en legde dat in de kar terwijl hij zei: “Ze hebben hier Eigenbak”.

Sedertdien loopt hij in elke Colruyt naar Eigenbak wafels te zoeken, die meestal helemaal niet te vinden zijn. Nu niet dat hij daarom speciaal in alle Colruyten binnenloopt, maar als we ergens in de buurt van een Colruyt zijn en toch één of ander nodig hebben.

Laatst waren we in Aarschot en we moesten nog naar de Colruyt ook. Eerst vond ik dat een verdraaid ambetantige Colruyt jà. Dat overdekt parkeren, tot daar nog aan toe, maar die rolband naar boven. Gelukkig is die kar dan nog leeg.

Die Colruyt had echter, van uit het oogpunt van Luc gezien, één groot voordeel: ze hadden Eigenbak wafels. “Dat is jeugdsentiment” zei hij tegen de kassierster.

Misschien ben ik niet zo snel van begrip, maar toen pas begreep ik dat hij met die Eigenbak niet bedoelde dat die van het merk van de Colruyt waren maar dat er heel wat anders achter school.

Eigenbak is namelijk een Kempense wafelbakkerij.

Gif(t)jes van Max

Bij het opruimen van mijn voorraadje aan afbeeldingen -eigenlijk waren het haast allemaal afbeeldingen van het oude blog, onbruikbaar geworden omdat ze met 150px te klein waren- kwam ik deze gifjes nog tegen, me toegestuurd door Max.

Ik weet nog dat er een fout stond in het ene over racisme, er stond: “daar word je niet met geboren”. Ik zei er niets van. Max vond fouten niet zo erg.

Toen begon de hele bloggemeenschap het gifje over te nemen en regende het opmerkingen, waarop Max uiteindelijk “met” maar veranderde in “mee”, mopperend over soepkonijnen die de schrijfwijze belangrijker vonden dan de boodschap.

Ik kon ze niet weggooien.

Kijk in je eigen bord

Nog in Apeldoorn, zelfde hotel, aten we ’s avonds van het buffet. Er was zoveel keuze.

Nu kijken wij wel in ons eigen bord, al hebben we al gemerkt dat de meeste andere mensen dat niet doen. En of het nu commentaar betreft of gewoon om een praatje te maken, het heeft hetzelfde resultaat. Het volstaat om mijn eetlust te bederven.

Nu zat daar toch een man in een rolstoel, enkele tafels achter ons. Hebben wij nu iets tegen mensen in rolstoelen? Neen toch! We hadden de hele man zelfs niet opgemerkt tot hij, toen Luc opstond om nogmaals langs het buffet te lopen, luidop verkondigde: “die gaat nu al voor de vierde keer”.

Inderdaad … Dat hoeft zelfs helemaal niet te betekenen dat Luc een schuffel is. Integendeel. Waar anderen met afgeladen volle borden aanhaalden, verkiest hij om kleinere porties te nemen, zodat hij verscheidene dingen kan proeven.

Toen Luc dan de vijfde keer opstond, had ik even zin om tegen de man te zeggen: “ach ja, hij had nog geen dessert”.

Had de man enige kennis aangaande etiquette gehad -hoezo als hij de elementaire beleefdheid van zijn mond te houden over zaken die hem niet aangaan niet kende- had hij geweten dat een -vroeger- normale maaltijd uit meerdere gangen bestond: voorgerecht, soep, tussengerecht, hoofdgerecht en dessert; koffie en het pousse-caféke nog niet meegerekend.

Wat ik nu wil zeggen is dat iedereen zich met zijn eigen moet bemoeien. Wij hebben het niet echt aan ons hart laten komen, maar ik heb me wel de hele verdere avond bespied gevoeld.

Last van de warmte?

Het had dan misschien wat voeten in de aarde eer we aan de uitvoering van onze rommelmarktplannen begonnen. Hoe dat kwam, weet ik zo niet en nu wil ik niet zeggen dat dat aan Luc lag, al had hij wel meestal excuses waarom het niet kon doorgaan, maar ikzelf heb ook nooit echt doorgezet. Tot die ene week.

Wat er daarna gebeurde is haast ongelooflijk: Luc kan niet ophouden met aanhalen en verzamelen en hij blijft maar met zaken aandraven, vragende: “én?”

Hij wou vorige week woensdag al naar een rommelmarkt in Westerlo. Daar heb ik een rem op gezet. Je kan niet twee keer heen en terug rijden en loont dat wel, zo midden in de week?

Aha! Maar hij wist er een andere dichtbij. Daar konden we wel twee keer rijden. Maar daar kwam eerst nog wat anders bij kijken.

We wisten wel al zo dat de tent op de foto van de eerste keer niet goed was. Die was gewoon in plastic en bleef niet rechtop staan. Aangezien die rommelmarkt vorige zondag al was, gingen we snel een andere kopen, een zwaardere, opvouwbare, bij Hubo. Elders vonden we niets van onze gading. Ze kostte natuurlijk meer dan eentje in plastic, maar aangezien de rommelmicrobe ons gebeten had …


Snel fotootje, eerste verkoop al een feit en wij nog doende met de uitpak/opbouw.

Die tent stond mooi rechtop, stevig. Althans dat dachten we. Want, zonder enige verwittiging van harentwege, stortte het ding in. Nu vonden wij 89€ toch wel wat veel voor éénmalig gebruik en zodoende togen wij terug naar Hubo.

Wie nu verhalen verwacht van moeilijkdoende medewerkers of ondervragingen van wat en hoe, niets is minder waar. We kregen ons geld onmiddellijk terug.

Ik stond er zelf versteld van.

Page 2 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén