Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Za za, ze & zo (Page 6 of 947)

(…) Once in a lifetime

Telkens ik zo de laatste maanden een e-mail kreeg over -maar weer- een tentoonstelling over Ensor, vroeg ik me af of -een hypothetisch nog levende- Ensor zich niet uitgeprofiteerd zou gaan voelen. We hadden vroeger al de Ensor-zaal in het KMSKA -meerdere keren- gezien, bij Mu.ZEE ook al. En bij die Ensor-zaal in het KMSKA zouden we sowieso toch nog opnieuw binnenlopen.

En toen kwam VRT-NWS met het bericht1:

Het Ensorjaar krijgt doorstart in Antwerpen, met spectaculaire expo in KMSKA: “Once in a lifetime, toch wel”

Ik zette het niet op de agenda, we zouden wel zien. Tot Luc vroeg: “We gaan toch naar het KMSKA, naar die stoutste dromen van Ensor2?”

En dus gingen we. Het was er nogal druk, dat zei ik al. En tussen de vele mensen door zagen we de schilderijen die we vroeger al zagen en we zetten een stapje sneller om de groepen voor te zijn.

En toen we een betere kijk hadden, zag ik werken die van overal uit de wereld naar Antwerpen waren gekomen en realiseerde me dat dit wel een unieke kans was om ze te zien.

Het was dus meer dan de moeite waard, in die mate dat we zeker voor het einde van de tentoonstelling nog eens terug willen.

En dan zetten we de auto onmiddellijk op de betaalparking en hopen dat er niet té veel groepen in één keer binnen zijn. Zouden ze daar geen rekening mee houden?

De dag na ons bezoek lazen we in Het Nieuwsblad waarom hun recensent beweert dat je de expo in het KMSKA zeker niet mag overslaan3 . En daar kan ik gewoon akkoord mee gaan.

____________________
1 VRT NWS – url: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/09/24/james-ensor-expo-antwerpen-kmska/
2 Ensors stoutse dromen
3 Het Nieuwsblad

Een zalige rotdag

De uitstap zinde ons, we hadden ernaar uit gekeken …

Google maps gaf aan dat er 26minuten bij ons traject moest gerekend worden. Er was een gigantische file nog vóór we de Brusselse Ring zouden bereiken. Alle wegen om dit te omzeilen zaten afgeladen vol en dan bleven we maar liefst aanschuiven op de E40. En ik dacht: “Dat begint al goed”. Zucht!

De gratis parking aan de Pidpa stond afgeladen vol, er stonden zelfs auto’s in de doorgangen geparkeerd. De volgende parking -betalend- stond afgeladen vol, we zijn er weer vertrokken. We zijn naar een parkeergarage gereden. En ik dacht: “Dat komt vandaag niet goed”. Zucht!

De zalen van het KMSKA stonden en zaten afgeladen vol. In één zaal stonden op een zeker moment wel drie gegidste groepen. En ik dacht: “Ziede nu wel”. Zucht!

We keken tussen schouders en oksels en armen door. We wrongen ons overal een beetje tussen. We slalomden tussen de mensen in de mensenzee. En ik dacht niks. Zucht!

Maar wat we hadden gezien was zozeer de moeite waard dat we bij een koffie en iets fris besloten dat we nog eens terug zouden gaan om eens beter te kijken, liefst met minder volk. Want nu hadden we wel gezien maar niet echt goed kunnen bekijken.

Het was zelfs zozeer de moeite waard dat we het boek van de tentoonstelling kochten. Dat doen we anders nooit. Dan wacht ik liever tot ik het ergens op een boekenmarkt of toch 2dehands kan aanschaffen.

Klein voordeel bij al dat voorgaande zuchten, we konden te voet van de parkeergarage naar het museum en spaarden de tramkosten uit. Wat zeg ik? De parkeergarage kwam zelfs goedkoper uit.

Omdat we ooit hadden besloten om nog eens naar Middelheim te gaan en al die schoonheid nog eens op foto te zetten en aangezien het mooi weer was …

Maar in het Middelheim stonden de vroegere beelden niet. Er stonden modernere werken zoals een grote schroef die de naam “Beweging” kreeg en hoe verder we wandelden hoe meer van die vernieuwde kunst we zagen. Zucht!

Gelukkig kwamen dan aan een buitenopslagplaats waar tal van beelden en voorwerpen, in rijen gesorteerd, stonden. Er was ook iemand van het Middelheim zélf om een oogje in het zeil te houden. Zij wist ons te vertellen dat de oudere kunstwerken aan de overkant van de straat, in het Hortiflora-tuin, opgesteld waren. En ik dacht: “Lap!” Zucht!

We zijn daar dan wel een klein kijkje gaan nemen, maar besloten dat we dat beter een andere keer beter zouden organiseren … ik zal wel eens googelen of ik een planneke van het Middelheimmuseum en de Hortiflora-tuin kan vinden.

Onderweg naar huis hebben we nog een paar Kringwinkels aangedaan -enkel voor de boeken- en we zijn toch met een paar exemplaren naar huis gekomen.

En we hebben ook niet tot thuis gewacht om te eten. We geraakten terug in de file, ik heb niet gezucht, maar wel mijn Sudoku ingevuld om het niet te merken en we kwamen onderweg een Burger King tegen. Die was zo vriendelijk ons uitnodigend te wenken en we hebben die maar een bezoekje gebracht.

pske van mske:

    Over de tentoonstelling op zich en nog zo het één en ander volgt later meer.



Miscalculatie in de situatie

Wat me nu toch weer overkwam toen ik de eerste keer met mijn nieuwe abonnement ging zwemmen?

Ik toon mijn kaart, de man achter de toog scant ze, ik wil doorlopen, hij roept me terug. Er is iets mis met mijn abonnement. Maar wat? Want om één of andere reden waar ik het later zal over hebben, had ik mijn rechter hoorapparaatje niet in gedaan.

Efkes herhalen en ik verneem dat zijn collega bij de opmaak van mijn abonnement een fout heeft gemaakt. Ik had dus een abonnement voor een kind gekregen. Gelukkig was de prijs dan wel juist in gegeven.

Wat mij verwonderde was dat er al een ander -juist opgesteld- abonnement klaar lag. Blijkbaar hadden ze het zelf al gemerkt, het nieuwe abonnement al opgemaakt en in de wachtbak gelegd tot de kinderkaart de scanner passeerde.

“Jammer dat je ’t nu niet meer hebt” zei Luc “dan had je er een foto kunnen van nemen”. Een foto van een kaart waar mijn pasfoto op staat? Daar zou ik niet aan begonnen zijn.

Maar eens thuis heeft hij wel het rekeningetje uit het oud papier gevist en dat ligt hier nu ten bewijze. Maar aangezien ik op het blog niks moet of wil bewijzen ligt dat nu bij een paar papieren die een korte levensduur beschoren is (zoals oproepbrieven voor de verkiezingen bijvoorbeeld).

Ben ik nu verbijsterd? In shock? Kwaad? Of gewoon verontwaardigd? Of ben eerder content van de geboden diensten? Of gecharmeerd? Of wat dan ook? Neen toch niet, niks van dat alles. Het is gewoon een klein minuscuul anekdotetje dat ik niet echt vermeldenswaard vind maar waarvan ik dacht: “Aan wie anders zou het maar weer overkomen?”

De schrik van iedereen

Ooit las ik dat mensen gemiddeld drie keer met kanker in hun dichtste omgeving te maken krijgen. Ik vind dat artikel niet terug. Waarschijnlijk is het achterhaald, want het klopt niet.

Of er zijn mensen die er nooit mee te maken krijgen en zijn het de anderen die het gemiddelde de hoogte in duwen.

Als ik even ga optellen zijn er vijf leden van mijn dichtste familie (twee bloedverwanten, drie aangetrouwd) die kanker kregen.

Verder waren er dan nog een collega en twee aangrenzende buren.

En dan steiger ik als ik in “Het Nieuwsblad” lees dat een vrouw te horen kreeg: “Gelukkig is het maar borstkanker1“. Ze moesten ze neerschieten, die zeggers.

Gewoonlijk ben ik niet zo agressief maar dat kreeg ik ook ooit te horen toen ik in zak en as zat omwille van … en geloof me, goed aankomen doet dat niet.

En ja, ik weet wel dat iedereen wel verhalen heeft.

Ik weet wel dat er mensen zijn die er zelf mee te maken hebben en ik vind dat erg en ik zou wel troost en steun willen bieden, maar ik heb wel al ondervonden dat sommigen nogal agressief uit de hoek durven komen als zochten ze -en vonden- een zondebok voor wat hen overkomt.

En daar haak ik af. Ik heb tenslotte ook mijn hele jeugd de schuld voor de dood van mijn Broertje meegedragen. En ik heb er genoeg van. Ook al omdat ik zelf mijn ei niet kwijtraak, want telkens ik er over begin is er wel iemand die het erger of zwaarder heeft.

En net omdat ik er nu geen wedstrijdje “Omtertmeest” wil van maken, heb ik de reacties uitgezet.

____________________
1 Het Nieuwsblad

Herfst bij de Merode

Vorige zaterdag waren we in Averbode en wat doe je dan als het mooi weer is? Dan ga je toch even de herfst opsnuiven in de Merodebossen. Blijkbaar waren we niet de enigen die alzo hadden gedacht, maar ach, zij hadden veelal een planneke in hun hand, terwijl wij ons baseerden op de knooppunten.

En de herfst? Jawel, die kwamen we er tegen. En wat geeft er meer de herfst weer dan een paar paddestoelen die je zomaar op je pad tegenkomt.

Misschien wat te veel paddestoelen voor één galerij, maar ach, op het einde zag ik de schim van de bosgeest en die gaf geen commentaar.

pske van mske:

    Mijn gedacht over de tussen-n in bepaalde woorden kan je op deze pagina vinden.



Die Hütte

Op de tweede dag, hadden we een wandeling op de planning staan die ons langs de Ruhrquelle zou leiden.

Dan zien we het parkje met infoborden en bankjes voor ons opduiken …

Daar staan twee fietsers en ze dralen en kijken naar de bomen en zoeken iets. Ons blijkbaar.

Ze vragen ons waar ze de Rurhquellenhütte kunnen vinden. Luc zegt dat we zelf toeristen zijn. Ik zeg dat we dat niet weten. Ze houden vol.

 

Want zeg nu zelf, daar lopen er zo twee los in dat bos en die zouden niet weten waar “zij” naartoe moeten om die Ruhrquellenhütte te vinden.

Als wij verder willen gaan, verwijzen we hen naar de parking, 100m verderop, waar een groter infobord staat.

Ergens tussendoor heeft die vrouw me nog wel laten verstaan dat ze wel hoorde dat we geen Duitsers waren.

Later, op de derde dag hebben we die Ruhrquellenhütte wel gezien in het voorbij rijden en we vonden het geen reden om te stoppen.

____________________
1 Ruhrquellenhütte

Aan de boorden van de Leie

Het stond al een hele tijd op de agenda. Vanaf vorige week, 27 september zou er een “prestigieuze tentoonstelling” doorgaan in het Mudel1 in Deinze: “Emile Claus. Prins van het luminisme2“. En daar wilden we toch naartoe.

Maar aangezien we toen zo maar pas van onze vakantie terug waren en gezien we die eerste dage een grote toeloop verwachten, hadden we dat maar op gisteren gepland.

Maar het is een beetje gek om alleen voor één tentoonstelling naar Deinze te rijden, dus wou ik ondertussen ook maar eens in het Museum Dhondt-Dhaenens3 binnenstappen. Bovendien was dat museum al om tien uur open en moesten we zo lang niet bij Starbucks zitten koekeloeren, aangezien we, met het oog op de Brusselse Ring al om iets voor negen in Wetteren stonden.

Daar wou ik eigenlijk ook al langer naartoe, al sedert ik ooit in een Kringwinkel een boekje van dat museum vond en ik was benieuwd.

(Lees verder onder de foto)

Het museum was klein maar het had wel wat te bieden, zodat ik me ter plekke inschreef op hun nieuwsbrief.

Daarna, om 11u bezochten we Mudel.

(Lees verder onder de foto)

Dat was veel groter en het viel me op dat Emile Claus toch wel heel wat werken had gemaakt, veelal met de omstreken van de Leie als onderwerp.

En omdat het toch in de buurt was deden we daarna ook het Roger Raveelmuseum4 aan.

(Lees verder onder de foto)

Ik had nog niet zoveel werk van Roger Raveel gezien, wist niet wat ik mocht verwachten, maar zolang we niet gingen kijken, konden we ook geen oordeel vellen.

Tussen al die musumabezoeken in hebben we ook nog de lokale horeca gespijsd en daarna zijn we deze keer toch maar over het Viaduct van Vilvoorde teruggekomen. Dààr ga ik niks over zeggen.

Feit is dat we ver na zessen thuis waren, dan nog gegeten hebben en dat ik pas laat aan het schrijven dezes ben begonnen. Het is er aan te zien.

Wat de foto’s betreft weet ik niet of die het blog gaan halen, hier of elders, of niet. Dat zal ik beslissen als ik er een klare kijk op heb. Want nu vind ik die drie musea, van buiten gezien, erg op elkaar lijken.

____________________
1 Het Nieuwsblad
2 Mudel
3 Museum Dhondt-Dhaenens
4 Roger Raveelmuseum

De sleutel

Het was nieuw. Het was verrassend en verontrustend. We moesten niet inchecken, dat hadden we online al gedaan. En de sleutel? Die zat in de app en als die groen was konden we gewoon het huisje in.

Ik houd mijn telefoon voor het slot, druk op de sleutel, mijn telefoon -of was het het slot- bromt, ik draai het slot los en sta binnen.

En dan deel ik de sleutel met Luc. Ook dat lukte zonder dat we ervoor naar de receptie moesten.

En we installeren ons …

“Er wordt op de ruit geklopt” zegt Luc. En ja, daar staat een vrouw te wenken dat ik moet komen.

Als ik de deur open zegt ze dat ze de buren zijn en het slot niet open krijgen. En al stond er in de e-mail dat je in dat geval de receptie kon contacteren, vraagt ze of ik hen wil helpen.

Maar die man wil zijn telefoon niet loslaten -wat ik ergens begrijp- maar hij luistert niet naar mijn uitleg, houdt die telefoon veel te schuin, staat hardnekkig op die toets te drukken, wacht niet lang genoeg en ergert zich. Kort gezegd, hij maakt iets dat poepsimpel is, hopeloos ingewikkeld.

Die vrouw, die achter mij staat, spreekt er één van de wegenwerkers -die daar doende zijn met een paar herstellingen- op aan, die met een handzwaai aangeeft dat hij daar niks van weet.

Ik denk dan dat je, als je geholpen wil worden, niet moeilijk moet gaan gaan doen en wil al weggaan en hen in hun sop gaar laten koken, als ik de brom van het slot hoor en de man kijkt alsof hij het warm water heeft uitgevonden.

Zonder woorden gaan ze hun huisje binnen, wij het onze, ook zonder woorden. Ach, waarschijnlijk waren zij ook duf van een lange rit.

Maar wat wel overblijft is het onbehaaglijk gevoel dat je te kijk zit, met die twee kleine raampjes aan de voorzijde, het grote vensterraam/deur aan de zijkant en de kleine raampjes aan de achterzijde.

We hebben gedurende ons volledige verblijf de overgordijnen van die raampjes aan de voorzijde dicht gelaten omdat we het gevoel haten van op straat te zitten.

Ouder worden loont

Het was weer zover. De e-mail die ons verwittigde dat we ons zwemabonnement konden vernieuwen kwam op 17 september.

We hadden nog wel efkes tijd tot 17 oktober, maar als je vroeger verlengt kost het minder. En toch zijn we niet onmiddellijk in de auto gesprongen.

Ik had namelijk iets gezien op de website. Als ik wachtte tot in oktober moest ik ineens maar de helft betalen.

En dat is wel een kadooke dat kan tellen.

Het licht

Na een lange autorit

    -die wat werd opgevrolijkt door google maps die ons ineens van de B236 wegstuurde om 6 minuten te winnen. Maar wat die winst ons gekost heeft is niet te geloven. Zigzaggend van dorp naar dorp en met een constant concentreren op dat schermke was er niet veel plezier aan-

kwamen we toch exact op de berekende tijd op onze bestemming aan. De Brasserie zou open zijn vanaf 13u en wij zouden daar gaan lunchen.

(Lees verder onder de foto)

’t Is maar dat ge ’t weet!


Er was iemand achter de bar en ook in de keuken was bedrijvigheid.

Veel volk was er niet. Een kleine uk brabbelde iets tegen mij maar ik verstond hem niet, waarop de grootmoeder -denk ik- me vertelde dat ze uit België kwamen. Waarop ik antwoordde: “wij ook” en “nu net” en “en nu gaan wij iets eten”.

Waarop ze vroeg: “Kan je hier eten ook?”

Het antwoord lag volgens mij gewoon voor de hand maar op dat moment was ik wat te suf van de rit om het absurde van de vraag in te zien, maar ik heb gewoon “ja” gezegd en we hebben met de app besteld.

Wij bekijken alles altijd op voorhand, de kaart van die Brasserie staat zelfs op internet en als je geen internet gebruikt kan je het toch nog altijd aan de mensen vragen die daar bezig zijn want iets te drinken hadden ze dus wel besteld.

Ze hebben er niet gegeten. Wij wel. En daarna voelde ik me helemaal niet suf meer.

Page 6 of 947

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén