Ze smeet de deur van de slaapkamer open en zei*:
Wa zeid’eigentlijk aan ’t doen hé jongen?
Maar boos dat ze was, azo een boze stem … Mijnen kattentikkitikkeur ging nogal overslag en ik stormde de overloop over en rommeldebommelde die trap af. En mske ging kijken of de deur naar de toekomstige dressing, de deur naar de toekomstige gastenkamer en de deur naar de toekomstige badkamer nog dicht waren en ze keek achter het hoekske naar de deur van de toekomstige weet-ze-nog-niet-wat en die was ook nog dicht.
Ze stapte terug naar de slaapkamer, nu was Slow natuurlijk ook wakker, ze stapte terug in bed en vroeg zich af wat ik uitgespookt had.
Het was begonnen door een geluid alsof ik aan een verpakking van zes plastic flessen had zitten krabben, maar die staan daar boven niet. En ze dacht: “hij zal wel stoppen” en het stopte. Toen ze dat voor de tiende keer zowat dacht, kreeg ze het dus, stapte uit bed en zag dat het 7.30u was en ze smeet de deur … maar dat heb ik al gezegd.
* Zoals in zeggen met heel veel decibels.