Eigenlijk heb ik er een hekel aan als ik in raadselen ga schrijven. Er zijn de dingen die ik kan vertellen mits een paar weglatingen. Maar er zijn de overwegingen over hoever ik wil gaan met dingen vertellen.

Zo heb je het log van 17 december 2024 over iets dat hier gebeurde en dat nog steeds een impact heeft op ons dagelijks leven. Een verklarend log staat sedertdien al in de stijgers want ik dacht: “Binnen een maand zal het wel kunnen”. Dat deed het niet. Twee maand? Nog altijd niet.

Het probleem is dat ik het geen probleem zou vinden om het te vertellen aan diegenen die hier reageren. Maar er zijn de anderen, zij die niet reageren, waarvan ik niet weet wie ze zijn of waarom ze lezen.

Maar het gevolg is er wel en dat is er soms wel de oorzaak van dat ik in de vroege morgen, midden op straat, wat loop te mopperen, zo van: “Jaja, Bobonne zal ’t wel weer oplossen” terwijl ik anderzijds denk: “Wees blij dat je het nog kan”.

Wat is het probleem? De straat naast ons is gebarricadeerd met drie nadars. En onze auto staat vanachter op onzen hof. We mogen die nadars verzetten als we weg willen, als we ze maar terugzetten.

De eerste nacht dat die dingen er stonden, zijn die omgewaaid. Nu liggen er zes zandzakken op die poten en die wegen ook niet niks en zijn veschrikkelijk vuil.

Dag in – dag uit, week in – week uit, maanden … en niemand weet voor hoelang nog.