“Hier ben ik weer” zei het uur dat ik eind maart had gemist.
“Waar was je?” vroeg ik.
“Wat zomeren” antwoordde het wat mysterieus.
“Het is tijd dat je stopt met die fratsen” zei ik.
“Slaap verder, we hebben nog een uurtje” zei het toen het bij mij in bed kroop.