Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: juli 2009 (Page 1 of 4)

Kunst, blokken, brol en de Aldi

De eerste keer dat we van Tempus Arti hoorden was toen ze onze blauwe watertoren met een rood net overtrokken hadden. We vonden er toen niks kunstig aan.

Gisteren las Slow over de Internationale Tempus Arti Kunstroute en ik heb de indruk dat Slow en mske de route gaan bezoeken, zo klinken ze toch.

Ondertussen staat er onderweg naar het containerpark ook alweer wat opgesteld. Dat zijn dan geen kunstwerken maar precies grote legoblokken op de rijweg waardoor de auto’s daar moeten slalommen. Doordat die soms weg zijn en soms terugkomen begint mske te denken dat het met de vakantie te maken heeft, ze gaat er eens op letten.

In elk geval was er dinsdag veel volk, niet voor de blokken maar op het containerpark. Het leek wel of de ganse stad bezig was geweest met het leegmaken van zolder en kelder. Gelukkig moesten ze er niet aanschuiven maar konden ze ook daar al slalommend door.

Waar er ook veel volk was dinsdag, dat was in de Aldi in de buurt van Zoneke, waar mske en Slow rap efkes binnensprongen om iets voor Bollie te halen. Ze hadden al achter een lokale tractor gezeten en zouden maar nipt op tijd ten huize Zoneke en Bollie zijn. Massa’s volken stonden er aan die kassa en toen ze bij Bollie en Zoneke kwamen bleek dat ze daar twintig minuten staan aanschuiven hadden.

Van Tempus Arti via de blokken over het containerpark naar de Aldi … het is al een slalom op zijn eigen.

Als het kalf verdronken is

Het lijkt de laatste tijd meer en meer dat de gazettentitels het spreekwoord huldigen.

Vandaag lezen we in een gazet dat een brand de “Prins Willem”, replica van een historisch VOC schip, verwoestte, terwijl we in een andere in de kop zien zien staan:”Kunst beter beschermd tegen rampen?” Of dat schip onder de noemer kunst valt of niet, of patrimonium of welke benaming ze er ook willen aan geven, dat blijft ons al gelijk. Waardevol is waardevol, al blijft de bepaling van waardevol dan ook persoonsgebonden.

Erger is het als we een dikke week geleden lezen dat Dietrich Hectors, een 29-jarige uit Essen, zelfmoord heeft gepleegd omwille van constante oorpijn en oorsuizingen, een aandoening die hij, als we goed lezen, deels heeft opgelopen bij een oorverdovend concert – al klinkt oorvermoordend of oorverscheurend hier beter.

Eergisteren kwam dan het krantenbericht dat ze op Pukkelpop massaal oordopkes uitdelen.

Wat is verkeerd aan “gewoon wat stiller”?

En dan nog wat, iets helemaal anders al gaat het ook over (bijna) verdrinken.

Moko de internetgazetvedet heeft weer toegeslagen. Vorig jaar kwam de dolfijn als superheld in de krant en op ons blog te staan na het redden van een gestrande potviskoe en haar kalf. Deze keer is het wat minder positief. Moko liet een vrouw bijna verdrinken omdat zij het spelen beu was maar hij nog niet.

Hij zal toch geen dolfijnse sterallures krijgen zeker?

Waarom heeft Noah die twee muggen niet doodgemept?

Ella keek bepaald zielig toen ze in haar bedje moest. Ze zei dat ze de nacht ervoor niet goed geslapen had. “Er zat een bij in haar kamer” wist Amke te vertellen. “Een bij?” vroeg mske “heb je die gezien?” “Neen” zei Ella “alleen maar de ganse nacht “bzzzzzzz” gehoord”. “Een mug” dacht mske die de beten op Ella’s polske, armke en gezichtje zag.

Later lagen de kindjes zalig te slapen tot opeens, iets na tien “OmaSlo-ow” geroepen werd. “Ik hoor het weer” zei Ella. mske keek rond, zag niks en beloofde Ella dat ze het licht op de gang zou laten branden. En ja, een half uurtje later was het weer zover, maar nu zag mske twee van die booswichten en mepte de eerste plat tegen de muur. Die had klaar en duidelijk net gegeten. De tweede ging er op een haastje vandoor. mske haalde het muggenstekkerke bij Amke uit het stopcontact en stak dat bij Ella in. “Zo” zei mske “nu zou het opgelost moeten zijn.

Bollie en Zoneke kwamen thuis en iets later riep Ella terug. Zoneke was er deze keer als eerste bij en tegen een supersnel Zoneke zijn die monsters niet opgewassen. “Nèm” zei Zoneke en keek een beetje bedremmeld naar de plek die het gepetste beest had gemaakt. “Die had zich ook nog goed volgezogen” zei hij grimmig.

Had Noah dat ooit gedaan hé, voor hij die ark opstapte dan hadden Zoneke en mske niet elk een petsplek moeten maken.

Dat is niet onze vondst hoor, dat van Noah, dat lazen we ooit ergens.

Kaas als boosdoener

Er was een tijd, heel lang geleden, toen mske nog baby-mske was, dat ze geen melk meer mocht krijgen want baby-mske werd daar te dik van. Dat de grootmoeder van moe indertijd nog zei: “ze zijn daar weer met dat verarmoeid kind, geeft dat toch tarwe-bloempap” zal dan wel te wijten geweest zijn aan het feit dat de oudere generatie in die tijd veel in de pap te brokken had.

Feit is dat mske dus ook nooit melk gelust heeft, wat ze trouwens nog niet doet. Ze vindt dat gewoon vies. Als -met grote nadruk- ze het, omwille van een verkoudheid of om goed te slapen, toch drinkt, dan is het met toegeknepen neus en in één slok door zodat ze er zo weinig mogelijk de smaak van heeft.

Anderzijds is mske gek op kaas, alle soorten kaas, alle kaas. Ze heeft jarenlang elke morgen smeerkaas op haar boterham gegeten zonder dat haar dat één dag tegenstak. Het kon ook voorvallen dat Zus de frigo opentrok en zei: “en wat eten we vandaag? Kaas, kaas of kaas” als ze nog maar eens een voorraadje Franse kazen hadden ingedaan.

Een tweetal jaar merkte mske dat ze vlugger vermagerde als ze die smeerkaas verving door confituur. En onlangs kwam ze tot de bevinding dat Baskuul weet wanneer ze kaas eet, dan lapt hij er gewoon een ganse kilo op één dag bij.

Nu zijn er twee mogelijkheden, ze kopen hier geen kaas meer maar wat dan met Slow, of ze kopen wel kaas en dan kan mske er toch niet afblijven.

Oftewel is het gewoon pesterij van Baskuul!

Wegwijs of bang

Gisteren in Tour 2009 – Vive le vélo deed Erik Van Looy er ons aan denken dat we hier nog iets moesten vertellen over kaartlezen. Wel het is altijd zo geweest dat mske bij verre ritten als convoyeur de weg moest aangeven en als ze zelf reed op voorhand bestudeerde hoe ze moest rijden.  Andere kaarten, zoals de stafkaarten van ’t leger, hebben ook al geen geheimen.

En dan komen we aan de moderne tijden met de gps. Neen, eerst moeten we nog vertellen dat indertijd moe, net als Erik Van Looy blijkbaar, doodsbang was in de auto, dat ze mee remde waardoor de wielkap aan de binnenzijde een deuk kreeg en dat ze telkens zei: “va, pas op, een straat van rechts” of “pas op, die vertraagt” of “moeste daar nu niet in?” En dit tot grote ergernis van al wie zich in die auto bevond natuurlijk.

Toen Slow en mske vorige winter in Zonekes auto stapten hoorde mske de stem die zei: “let op” bij elk kruispunt en bij elke snelheidsaanduiding. De stem zei evenwel niets over de andere chauffeurs en duwde geen deuken in wielkappen.

Weet je, mske kreeg er zowaar de hippentrip van, want ze rijdt nog steeds volgens haar eigen systeem en dat voldoet nog altijd. Ze begrijpt dan ook niet waarom er vroeger zo gevit werd op de commentariërende medepassagiers als ze nu, nu het geld kost, zo een babbelaar in de auto installeren.

Menopauze, alternatief voor “loop naar de duvel!”

Als de doktoors, van welke orde dan ook, een vrouw van over de veertig zien komen die het niet over een griepeke of een vallingske heeft, dan luidt hun diagnose sowieso “menopauze”.

Zo zou mske al van in 1996 in de menopauze zitten al was alles te wijten aan wat anderen haar aandeden en kwam het volgens haarzelve gewoon van de stress.

Van dag tot dag meer en meer denkt ze dat ze gelijk heeft want nu pas, nù, komt mske in de menopauze. Klaar en duidelijk voelbaar en niet zo erg als al het vorige.

Afwisselend met een fleeceke aan zitten dat ze plots moet uitgooien wegens overdadig zweten is geen uitzondering meer. Dat zweten dat komt nog niet eens van ’t werken, gewoon aan iets vervelend, irritant, schandalig of triest denken volstaat al. Dat dateert al van deze winter hoor, nu niet peizen dat het met de zomer te zien heeft.

En mskes logica is nog verder logisch maar dat gaan we hier niet uitgebreid in kaart brengen, dat wil ze trouwens niet.

Sommigen zeggen dat ze daarvoor bij de doktoor of de gynecoloog wat kan gaan halen, maar dat vertikt ze nu eens vierkant zie, na al wat ze met die lorejassen al voor gehad heeft. Ze zegt dat ze ’t dan wel zal uitzweten!

Waarom googelen als je kinderen hebt

Zo rond de middag ging de telefoon.

“Over die co-commentator” zei Zoneke “is dat die niet die van de VRT die naar de VTM verhuisde?” Marc Vanlombeek. Die had ook ooit nog in het na-het-Fred-De-Bruyne-tijdperk, samen met Mark Uytterhoeven, de verslaggeving verzorgd. Daar had Slow het vanmorgen ook al over gehad toen mske hier zat te peizen.

“Neen” zei mske “het was iemand die zelf met de koers te maken had gehad”.

“Lucien Van Impe was ooit ook eens co-commentator” zei Zoneke.

“Lucien Van Impe! Die is het!” zei mske

“Anders was er ook nog Dirk De Wolf ” ging Zoneke verder. Dat herinnert mske zich ook nog wel, die kwam wel meer. Maar Lucien Van Impe heeft niet zo dikwijls mee gecommentarieerd, als het al niet een eenmalig iets was. Hij zal te goed geweest zijn. Want hij had tactische koerszaken uit de doeken gedaan afgewisseld met info over de aan de gang zijnde wedstrijd en mske had er ’t een en ’t ander van opgestoken en het een interessante verslaggeving gevonden.

“Stel dat er nu iemand reageert en zegt dat het niet kan” zegt Slow die er geen weet van heeft dat Lucien dat ooit deed of het zich toch niet kan herinneren.

“Dat is niks” zei mske “dan moeten die me maar weten te zeggen wie ’t wel was”. Maar mske twijfelt er niet meer aan.

De man die zijn eigen echo is

We gaan het nog eens over Michel Wuyts hebben. Of het de laatste keer zal zijn, dat kunnen we niet garanderen.

We weten wel dat er meerdere fans hem de sportjournalist bij uitstek vinden, maar waarom moet hij in ’s hemelsnaam alles twee keer zeggen, of toch zo goed als alles. Voorbeeld: “Balan vertrekt … Bà-làn-vèr-trèkt” met de nadruk op alle lettergrepen. Hij kan natuurlijk ook gezegd hebben: “Balan valt aan … Bà-làn-vàlt-ààn”. Zo woordelijk onthouden wij dat nu ook niet, het kan zelfs nog wat anders geweest zijn.

Verder is er nog het eeuwige herhalen van een naam: “Contador … Còn-tà-dòr … Contadòr!

Eergisteren bij de tijdrit werd het zelfs: “Contadorrrrrrrr”.

Helemaal ’t stiet krijgt mske als hij begint over hoeveel stuks er in de aanval gaan en dat ze met hun bek open rijden. Voor iemand die zich voordoet als een liefhebber van de koers vinden wij dat het van weinig respect getuigt tegenover de renners. Okee, okee, het woord “renners” is langer dan “stuks”, maar hij heeft toch dagelijks een halftime vol te kletsen, op een paar letterkes meer komt het dan toch ook niet aan.

Eerlijk is eerlijk, het moet geen sinecure zijn om zo vier uur te zwammen en het zal er ook niet velen gegeven zijn om dat te doen.

Het is dan ook goed dat hij er dagelijks een co-babbelaar bij krijgt en al vindt mske dat José De Cauwer dat niet slecht doet, ze vond ze het jaren geleden toch beter toen de co-commentatoren afwisselden. Want José De Cauwer begint ook al in herhaling te vallen met: “dat gaat pijn doen”.

Ooit was er een co-commentator die echt wel interessante dingen vertelde.  Jammer genoeg kan mske zich niet meer herinneren wie het was en googelen op “co-commentatoren VRT geeft niet het gewenste resultaat.

Ook eerlijkheidshalve dienen wij te zeggen dat Michel Wuyts heel anders overkwam toen hij bij Karl Vannieuwkerke aan de tafel zat, normaler en informatiever.

Informatie  … dat is toch wat je van een journalist mag verwachten en niet dat hij bijna een orgasme krijgt omdat een renner drie seconden sneller rijdt dan een andere. Allee, dat denkt mske er toch van.

Ongewenste medereiziger

We gaan het verhaal over het hoe en waarom hier niet vertellen, dat heeft hier niks mee te zien.

Maar het was een feit dat Slow en mske gisteren ineens over de ring rond Brussel reden omdat ze toch al ergens bijna halverwege waren.

Eens terug thuis zette Slow de patatten op ’t vuur en de radio aan, hij kwam in het buro en vroeg: “Everberg, waar is dat?” “We zijn er net nog gepasseerd” zei mske. Het was kwart na één.

Als we de internetgazet lezen blijkt dat ze ergens onderweg een vrachtwagen zijn tegen gekomen die de dood als convoyeur had.

Je mag er niet bij stil staan of je zou geen poot meer verzetten.

Den Broes

Dinsdag stond er op TV bij Bollie een jeugdprogramma op. Het was een spelprogramma waarin twee ploegen van beginnende tieners het tegen elkaar moesten opnemen. De ene ploeg was in het rood, de andere in het geel gekleed.

Toen de gelen de eerste proef wonnen, riep Amke uit: “ik ben voor de gele!” “Ik ook” zei Bollie.

Vroeger waren er ook al zulke programma’s waar mske indertijd als beginnende tiener ook naar keek, maar wat haar nu verwonderde was dat de mededingers telkens tijdens de proeven geïnterviewd werden als waren ze allen Armstrongs en dat deze knullekes over de leden van de andere ploeg spraken als over de “tegenstander” in plaats van gewoon gemoedelijk namen te gebruiken.

Tijdens één van die mini-interviewkes bij het afleggen van een parcours met een ton, zei Bruce dat het een geluk was dat hij zo struis was en daardoor sterk genoeg om de proef te winnen.

“Ik ben voor den Broes!” riep Slow uit.

Maar hij veranderde al wat van gedacht toen hij Wout van de tegenpartij hoorde verklaren dat hij had kunnen laten zien hoe goed hij wel was.

Bollie, Slow en mske waren verbaasd. Zo op je eigen stoefen, dat werd vroeger toch niet aangeleerd, neen … men moest bescheiden zijn want: “eigen lof stinkt”. “Hebben wij onze kinderen verkeerd opgevoed?” vroeg mske zich af.

Page 1 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén