Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: juli 2014 (Page 3 of 4)

Ik weet iets wat jij niet weet

“Ik weet iets wat jij niet weet” zegt het jongetje en kijkt geheimzinnig.

“Kan je het me niet vertellen?” vraagt de man.

De kleine knikt en zegt : “mijn mama vindt jou leuk”.

“Bedankt voor de info” antwoordt de man geamuseerd. Hij steekt zijn duim op.

De kleine, zich van geen kwaad bewust, steekt ook zijn duim op.

De mama krijgt een kop als vuur en de vriendin proest het uit.

De dag van gisteren

Ons regenwatervat loopt over. Dat is goed om in de zomer de bloemekes te gieten.

Als het zomer wordt tenminste …

(Lees verder onder de foto)

Dan was er nog die domme discussie. Mijn gedacht?

De kasseistroken rond Roubaix liggen in Frankrijk, net zoals de Franse Alpen en de Franse Pyreneeën.

Ze horen dus thuis in een Tour de France.

(Lees verder onder de foto)


En verder heb ik me uitermate nuttig bezig gehouden. Ik heb alle berichtjes van de laatste dagen voorzien van een afbeelding.

Beter vijgen na pasen dan geen vijgen.

En nu …

Nu is het voor ons ook vakantie. We hebben al veel gepland.

Om te beginnen gaan we een tijdje bekomen, daarna gaan we een tijdje uitrusten, daarna gaan we een tijdje op reis.

Daarna, afhankelijk van hoe we ons voelen, gaan we een tijdje bekomen en een tijdje uitrusten.

Ofwel gaan we nu eindelijk de kamer van Amke en Ella in orde zetten, eindelijk de bibliotheek in orde zetten -als we die asbestplaten, als het tenminste asbestplaten zijn- buiten krijgen, eindelijk het bureau uitmesten en er een eetplaats van maken …

Als we tenminste geen pijn aan ons goesting krijgen …

Nog rood

Alsof het nog niet genoeg is dat tante Roza op bezoek komt bestaat de kans dat dat bezoek voor de buitenwereld zichtbaar is.

Dan heb je die jonge vrouw die zich staat te amuseren en als je dàt dan ziet is er een keuzemogelijkheid: het haar zeggen of niet

Ik koos voor niet. Ik wou haar plezier van haar uitstap niet afnemen.

Er was eens …

De jaren gaan zo snel voorbij dat het een beetje afgezaagd gaat lijken als ik zeg dat het blog ooit op een zevende juli voor het eerst het internet zag, eerst in zijn oorspronkelijke vorm, later zoals het nu bestaat.

Het leeft, dat blog. Het evolueert nog steeds.

Elf jaar dus.

Rood

Lang geleden, toen ik nog een klein meisje was, gebruikte mijn moeder rood als ik gevallen was en schaafwonden had. Het heeft nog jaren geduurd eer ik wist dat het flesje rood eigenlijk mercurochroom heette.

Toen mijn jongste broer en mijn zus vielen maakten we met dat rood een tekeningetje: een appel of een paar kersen.

En toen was mercurochroom ineens uit den boze.

Gisteren zag ik een volwassen vrouw met kniebroek en rode knieën. Gelukkig had ze er geen appeltje of kersen van gemaakt.

Murphy was een voorvader

Op de sanitaire voorzieningen van de hal in kwestie is niets aan te merken ware het niet dat er vier zijn wat een totaal geeft van zo een twaalftal voor dames alleen al. Ze bevinden zich aan weerszijden van de buitendeuren en aan weerszijden van de inkomdeuren van de hal.

Meestal zijn er drie dicht. De vierde is voor gebruik. Maar die wisselen. Zo kan de poetsvrouw ineens beslissen de ene dicht te maken met een rolluik en een andere te openen.

En wie stond er nu ineens aan de binnenzijde van zo een rolluik dat voor ¾ naar beneden was?

Mogelijk had ze het rode slotje gezien en enkel het poetsgerei neergepoot. Maar hoe kon ze dan weten dat ik daar nog onder door zou kunnen? Of ging ze er gewoon van uit dat gelijk wie er nog onderdoor kon rollen?

Dat dat alleen mij kan overkomen zou ik niet als zekerheid aannemen, maar het lijkt wel dikwijls zo.

Aggressieve deuren

Ik heb het niet zo begrepen op deuren die zonder enige handeling van mijnentwege open of dicht gaan. Als dat met een gewone huisdeur gebeurt wil dat zeggen dat die niet goed opgehangen is.

Maar in treinen is dat een ander paar mouwen. Die deuren gaan na onbepaalde tijd vanzelf dicht. Dat zouden ze moeten doen, maar ervaring leert me dat die onbepaalde tijd nu altijd net dan is als ik er tussen zit. Het betreft soms zelf een regelrechte aanval en een gevecht met een deur die zelfs niet terug open wil gaan.

Dat zou dus nu een heel pak minder gaan worden, als we niet meer voor elke verplaatsing de trein zouden gebruiken, dus hebben de deuren maar versterking gezocht én gevonden.

In één van de laatste hotels ben ik twee maal tussen de deuren van de lift terecht gekomen met een keer een pijnlijke pols en de andere keer twee geknelde armen als gevolg.

“Dat zou niet mogen” zegt iedereen, maar dat moeten ze tegen mij niet zeggen maar tegen die deuren.

De favoriete tas

Ik ben nogal behoudsgezind als het over mijn favoriete spulletjes gaat. Ik ben niet zo dat ik bij gelijk wat sta te springen om een nieuw exemplaar te kopen.

Dat had ik vorige zomer weer. Ik had een tas, een soort weekendtas, maar dan anders, beter. Maar die tas had een plastic binnenwerk dat natuurlijk na intensief gebruik ging scheuren. Ik was er het hart van in.

Ik kocht me een andere tas. Natuurlijk wende ik niet aan dat ding, natuurlijk ging alles fout en ging alles gewoon door elkaar gaan vallen. Ik wou mijn tas terug.

Ik zou voering kopen en zou die tas herstellen. Maar owee, er was geen enkele voering goed genoeg. De voeringen van deze wereld zijn te glad of te wit of te blauw of … kort gezegd ik gaf de hoop op.

En toen vond ik tussen de kleren die hier terzijde liggen voor spullenhulp een oude broek. De kleur is niet blauw, niet mauve, maar zo wat tussenin, net de kleur die ik wou voor mijn tas. En die pijpen waren toch nog zo goed als nieuw.

Ik zette me aan het werk. Ik liep een poos terug helemaal content met mijn oude tas.

Het noodlot heeft toegeslagen. De rits is stuk gegaan. En ik heb helemaal geen zin om nog eens te herbeginnen. Alle dingen hebben dus een houdbaarheidsdatum.

Wat er nu gaat gebeuren? Die tas wegdoen? Neen zeker niet. Misschien krijg ik wel eens zin om die rits te vervangen? Misschien kan ik een stopke naaien waar de rits stuk is. Ik zie nog wel.

Ik ga wel iets anders kopen voor de evenementen, geen tas maar eerder iets dat ons moeder een kabas zou genoemd hebben. Die zijn oersaai, dat wel, maar ze zijn waarschijnlijk wel van een steviger fabrikaat.

’s Nachts op blote voeten.

Wat zeg je? Geen inspiratie voor woensdag? Daar zal Sloef eens iets aan doen zie.

De nacht van zondag op maandag werd ik wakker. Ik weet niet door wat. Al geeft het volgende wel een aanwijzing.

Ik hoor ineens krabben op de overloopvloer, maar dan heftig krabben, zoals een kat die weg wil als je hem tegen houdt. Het krabben houdt even aan, gevolgd door een enorme bons tegen de kamerdeur.

Luc schiet wakker en zegt: “er is iets omgevallen”. “Neen” zeg ik “dat is Sloef”.

Luc stapt uit bed, loopt de overloop op, in het donker en doet een ronde. Hij gaat ineens maar eens bij de badkamer langs. Als hij terugkomt vraag ik of hij Sloef gezien had. “Jawel” zegt hij “die zat in de doorgang, ik heb zelfs even op zijn staart gestaan, vrees ik”.

Daar heb ik sterk mijn twijfels over. Op Sloef zijn staart gestaan? Dan geeft Sloef wel een door merg en been snijdende krijs en dat deed hij niet.

Luc slaapt snel in maar ergens tussen slaap en weken hoor ik hetzelfde nog eens maar dan in lichtere mate.

Maandagmorgen, ik sta op, zie iets liggen op de overloop en zeg: “Luc, er ligt een dode muis op de overloop”. Hij komt kijken en ik vraag: “was het soms hier dat je dacht op Sloef zijn staart te staan?”

Hij kan in de toekomst beter zijn slippers aantrekken als hij nachtelijke omzwervingen door het huis wil gaan doen.

Voor alle bangeriken, het was maar een klein muizeke en toen ik het kadaver weghaalde bleek het een spitsmuizeke te zijn.

Page 3 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén