Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: oktober 2014 (Page 2 of 4)

Intonatie is erg belangrijk

Met spijt in het hart moet ik bekennen dat ik de intonatie niet kan weergeven waarop mijn zoon: “jama mama!” kan zeggen. En dat was wat hij zei, toen hij zaterdag mijn telefoon in ogenschouw nam.

Hij zei: “jama mama!” gevolgd door de vraag: “waarom koop je zo een telefoon als je hem niet volledig gebruikt?”

Ik legde het uit, dat ik niet overal aan dat internet wou gebonden zijn, dat dat soms heel erg asociaal is. Maar hij heeft zo een koppig trekske en zei: “je kan toch wifi gebruiken, daarvoor moet je geen mobiel internet hebben, dat heb je zo al”. Hij had een punt.

En toen Querida met de ingebouwde zaklamp stond te zwaaien en hij met die mogelijkheid op de proppen kwam om titels van gespeelde muziek weer te geven, dacht ik: “ja, dat had ik eigenlijk ook wel gewild”.

Maar toen hij opperde dat ik misschien een klein beetje mobiel internet …

Jama Zóón!

Verluchten

Toen ik kind was, moest ik elke morgen bij het opstaan het venster openen en de sprant inzetten.

Moe ging dan tegen een uur of elf de bedden opmaken. Ik kan me niet herinneren of ze toen het venster sloot of dat ik dat zelf ’s avonds nog moest doen, mogelijk varieerde dat naargelang het jaargetijde.

In die tijd zag je dan ook het beddengoed door het venster hangen om te verluchten, waar moe niet aan meedeed aangezien ze er absoluut tegen was.

Later sliep ik met het venster open, maar op een dag toen Ex ziek werd zei de dokter dat we in de winter het raam gesloten moesten houden. Ik bleef het nochtans open zetten ’s morgens om de kamer te verluchten.

Maar toen begon het. De vensters beneden mochten niet meer open want wij stookten toch niet voor buiten.

Laatst lazen we dat er meer voordeel is bij het verluchten van je huis omdat je zo de klammigheid sneller buiten krijgt dan met het stoken van je verwarming.

Nu hebben ze een nieuwe. Je moet verluchten om radongas te weren.

We slapen winter en zomer met het venster open. We hebben een vast vliegengaas voor die openstaande vleugel, maar we zouden eigenlijk nog wel een paar spranten kunnen gebruiken voor beneden.

Een gladde aal kan namelijk te gemakkelijk binnen langs het openstaande venster van onze woonkamer.

Etenstijd

Ik had nog even de thermoskan moeten vullen, zodoende kwam ik als laatste aan tafel.

“Pas op voor vliegende …” begon Luc toen de pot choco die net op dat ogenblik over tafel zweefde, ineens Amkes hand losliet en te pletter stortte op de hard kunststoffen broodplank. Dat gaf me daar een knal vanjewelste en ik vreesde even dat we de choco overal van de muren zouden mogen schrapen.

Dat was niet zo. De pot was heel gebleven. Het was de broodplank die met een oorverdovende knal een hoek van ongeveer anderhalve centimeter weg had gekatapulteerd.

“Ik zei dus” begon Luc opnieuw “dat je moet oppassen voor vliegende chocopotten”.

Blijkbaar had hij even ervoor, de pot choco de andere richting zien uitkomen toen Amke die pot, over de tafel, aan Ella aanreikte en die pot had, omdat Luc net plaatsnam, Lucs hoofd geramd, waarna reanimeren nog net niet nodig was geweest.

“Hoe komt die pot choco nu te vallen?” vroeg ik Amke. “Die viel gewoon uit zijn deksel” antwoordde ze, waarop we met ons drieën samen ineens richting Ella keken.

Die zat echt wel schuldbewust te wezen.

Sunparks: tweede editie

Het was ons toen in maart zo goed bevallen, dat we besloten dat het voor herhaling vatbaar was. Daar waren we dus: Sunparks.

Wat we er deden? Een beetje een voortzetting van vorige keer: zwemmen, relaxen, lanterfanten, kuieren, …

Om nu even in de trant van toen verder te gaan, schreven we achteraf volgende recensies:

  • Nadat het gedurende de nacht geregend had, liep Luc met zijn hoofd tegen een tak.
    Hij was nat.
  • Het park was er op achteruit gegaan sedert maart. Er lagen overal bladeren op de grond.
  • De paadjes waren modderig en onze schoenen werden vies.


Mobistar vs Proximus

Na enkele calamiteiten van het toenmalige Proximus stapten Luc en ik, zo een jaar of tien geleden, over naar Mobistar. Omdat we thuis zo weinig dekking hadden, namen we dan ook een prepaid kaart.

Nu deed zich het omgekeerde voor. Ik stapte in Oostende bij Mobistar binnen en werd, bij manier van spreken, met open armen ontvangen. Er was namelijk niemand in de winkel.

Ik legde even uit waar het over ging want ik moest nu een nanu-sim hebben en ik zei ook dat ik al mijn contacten op die nieuwe simkaart wou. En ik wou geen internet.

Dat was, volgens de in opleiding zijnde medewerker, geen probleem. Met zo een prepaid kaart kon ik sowieso niet op internet. En die contactpersonen overzetten zou me iets van een 4à5€ kosten, wat ik met graagte zou betalen. Ik had geen zin om dat nog eens manueel te gaan doen.

Er kwamen klanten de winkel binnen. En ineens, ging niets meer. Er was iets fout met mijn oude sim-kaart, die gegevens zaten blijkbaar in de gsm en hij kon verder niets doen. Hij gooide alles door elkaar in het doosje en sprak de volgende klant aan.

Ik zei dat ik toch éérst nog mijn zaken wou opbergen. Ik zie me nog niet over straat lopen met een doos waar twee telefoons, enkele kabels en een paar simkaarten los in liggen.

De volgende dag kreeg ik een sms, zeggende dat mijn belkrediet beneden 3€ was gezakt (1,75€), wat me verwonderde. Thuis had ik nog 10€ gehad.

En twee uur later, zonder dat ik ook maar iets had gedaan, had ik maar 0,50€ meer.

We reden terug naar Oostende, we zouden in dat andere Mobistarwinkeltje binnenstappen, dat waar we tien jaar geleden ook al waren geweest. Dat was er blijkbaar niet meer.

Wat was daar wel? Een Proximus. Als dat geen teken aan de wand was.

Blijkbaar staat internet in een nieuwe smartphone standaard ingeschakeld en liep het geld als water de ether in. Al bij al had ik geluk dat er niet meer dan 10€ op die kaart had gestaan.

We hebben de klok tien jaar teruggedraaid, wat de mobiele telefoons betreft dan toch (jammer genoeg bestaat er geen app die mij 10 jaar jonger kan maken).

We hebben terug een abonnement en bovendien zijn alle gegevens correct over gezet.

Spiegeltje, spiegeltje

We reden langs de kustweg, aan een gezapig tempo. De twee auto’s voor ons waren niet gehaast, wij ook niet, al mochten we er gemakkelijk 10 km per uur sneller rijden.

Vanwaar hij kwam, we weten het niet, maar ik zag ineens die mastodont achter ons in de zijspiegel aan mijn kant. Die zat kort. Te kort.

“Luc!” waarschuwde ik. Luc zei: “dat hij voorbijgaat als hij gehaast is”. Dat deed die vrachtwagen niet. Hij kwam wel nog dichter.

Luc zette de richtingaanwijzer aan en haalde de twee andere wagens in.

Wat deed die vrachtwagen? Hij zette zijn richtingaanwijzer aan en haalde de twee andere auto’s in en hij voegde terug in net achter ons.

“Zeveraar” dacht Luc hardop. Maar iets later dacht hij niets meer, ik ook niet trouwens. Die vrachtwagen kwam dichter en dichter en nog zodat ik een beetje paniekerig zei: “die gaat ons rammen”.

Zo kort zat hij werkelijk dat ik elk ogenblik de schok verwachtte. En weet je wat er dan bovendien nog op onze buitenspiegels staat?

Eindelijk! Zut!

Ik, weet je wel, ik die geen smartphone wou, die absoluut tegen was omdat ik niet aan internet wil gekluisterd zitten, ik heb een smartphone.

Gekregen voor mijn verjaardag. Al jaren zei ik dat ik een gsm wou die kon telefoneren en sms’en en als ik dan nog eens een foto zou kunnen maken, dan zou dat perfect zijn. En laat dat nu juist het probleem zijn.

Bij de gewone gsm-modellen die foto’s kunnen maken, zijn die foto’s de naam foto niet waard. Het werd dus een dilemma.

We vertrokken maandag dan maar via Coolblue in Antwerpen, gewoon omdat je bij Coolblue de nodige uitleg krijgt. Die kregen we. En we wisten welk toestel het zou worden. Alleen was het niet in stock in Antwerpen maar wel in Lochristi.

Vermits we daar toch op enkele kilometers vandaan voorbijreden naar onze eindbestemming, hebben we het ommetje maar gemaakt.

De oplossing? Een smartphone die niet op internet kan. Maar hij kan wel foto’s nemen. Als dat niet smart is van die phone.

Wist je …

Bij de lozen boer in de buurt, wordt de nacht van ’t onnozel kieken georganiseerd.

Schoon koppel!

Even zinnen verzetten

Wat te doen als je weer eens in die lastige gemoedsgesteldheid bent waarin geen van de ideeën in je conceptenlijst je kunnen bekoren.

Ik ben de laatste zeven dagen constant aan het werk geweest, zonder noemenswaardige voorvallen. Wat kan ik dan in ’s hemelsnaam vertellen?

Hoog tijd om eens wat te gaan beleven zodat we morgen tenminste weten wat schrijven.

We gaan daarom enkele dagen andere oorden opzoeken. Mogelijk gebeuren er vermeldenswaardige voorvalletjes. Misschien krijg ik zelfs wel zin om die conceptenlijst toch maar uit te werken. En hopelijk geneest Lucs’ bronchitis daar beter dan thuis.

De laptop? Die gaat mee. Natuurlijk gaat die mee. Dat blog is mijn hobby, die laptop gaat waar ik ga, net zoals Lucs camera.

Graven in herinnering

Soms is het niet zo een goed idee om eens te klikken op een naam die zo ineens op internet verschijnt. Voor je het weet ben je meegesleurd in een stroomversnelling die je meeneemt naar zaken die je lang geleden begraven had.

Dan denk je wel dat je dat beter niet had gedaan, maar het is wel eigenaardig dat je er niet kan mee stoppen. De ene link na de andere klik je aan.

Voorbij, allemaal voorbij … Al die mensen die je al jaren niet meer zag en die je ook nooit meer weer zal zien.

Maar uiteindelijk bedenk je toch dat je nu herinneringen maakt voor later. Misschien gaan we het samen nog eens opzoeken, kwestie van er onze herinneringen van te maken en voor zover het onze geplande terugkeer naar Arran niet in de weg staat natuurlijk.

Page 2 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén