Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: augustus 2016 (Page 1 of 4)

Haggis … eindelijk

Derde jaar Schotland en nog steeds geen haggis gegeten? Neen dus. Het zat gewoon zo, we kenden het niet en wilden het wel eerst eens proberen. Maar waar “probeer” je nu? Als je het bestelt, krijg je onmiddellijk een volledig bord vol.

Op het Schots weekend in Alden Biezen dacht ik er ook even aan, maar ook daar was het onmiddellijk een grote portie.

Het antwoord dook op in de Co-op! We pakten het mee en wees gerust, het was niet de laatste keer dat we dat gegeten hebben. Maar dan volgende keer wel een volledige portie.

Gaat die nu over de Dun Fionn of niet?

Waar we vorig jaar bij het begin van de vakantie ineens met onze neus voor de Dun Fionn stonden, wilden we nu de lange kant op, vanuit Brodick dan.

Die gaat over Corriegills zo over de Clauchland Hills. Op het plannetje echter leek het of die wandeling niet over de Dun Fionn liep maar, na een rondje rond de top, de andere richting opging.

De vraag hield ons niet echt bezig, we zouden wel zien.

Wat ons echter meer bezighield was een kleine vermelding die zei dat het paadje, dat we rechts moesten nemen, haast niet zichtbaar was ondanks dat het aangegeven stond. Maar! Niet getreurd. Als we de laatste huizen van Corriegills voorbij waren, dan waren we te ver! En dan te weten dat Corriegills een dorpje is dat bestaat uit losse huizen langs een kustlijn.

Dat wil zeggen dat we na ieder huis ons liepen af te vragen of dat nu het laatste geweest was of niet. Luc liep zich te troosten met de kabels die nog verder liepen. Ik liet hem maar in zijn gedacht, die kabels lopen gewoon naar Lamlash, wat Luc zich op het einde van de wandeling ook realiseerde.

Maar neen, we misten hem niet. En daar zagen we de Dun Fionn en we stegen. We liepen het paadje voorbij waar we vorig jaar op ons Q zijn afgekomen, om even verder tot de vaststelling te komen dat we al veel hoger zaten en zo de witte steen bovenop de top konden zien.

Volgend jaar zeker opnieuw, als het nog kan, want ik las ergens dat ze daar op Arran de Clauchlands wel als een ideale locatie zien voor de nieuwe helihaven.

Glen Cloy and Fairy Glen

Het voorgaande jaar herdeden we enkele wandelingen die we die eerste keer ook deden. Dat deden we nu ook. Waarschijnlijk gaan we enkele wandelingen van dit jaar ook volgend jaar nog eens doen.

Zoals vorig jaar al gezegd, zou de wandeling eigenlijk: “Fairy Glen and Glen Cloy” moeten heten, gezien de volgorde. Je kan ze natuurlijk ook in de andere richting gaan aanvatten, maar of dàt een goed idee is? Niet dus. Dan krijg je veel langere stukken bergop.

Nu ja, bergop moesten we sowieso. En zelfs na een jaar zo goed als niet wandelen viel dat allemaal best mee.

Sommige foto’s zullen wel wat lijken op die van vorig jaar, maar toen was toen en nu was nu.

En wat opviel? De spin was er nog, maar ze was verhuisd.

Fairy Glen
Glen Cloy

Britse verkeerstoestanden

Links rijden is helemaal geen probleem. Dat gaat quasi automatisch.

Maar de straat oversteken … levensgevaarlijk voor twee Belgen die blijkbaar dàt automatisme niet direct in werking krijgen en eerst even moeten blijven staan om zich te realiseren vanwaar het gevaar kan komen.

Maar het went wel.

Beestjes

Hoe zit het nu met die seals?

Zij waren op het appél. Wij ook. Zij waren met veel. Wij met twee.

Sommige foto’s zijn niet zo denderend. Ze zijn genomen met een extender. Maar het alternatief -de automatische lens voor dit soort foto’s- is een beetje te duur voor die keer dat ik ze zou kunnen gebruiken.

En het is eigenaardig, maar waar we twee jaar geleden geen enkele zeehond zagen, zagen we ze nu een beetje overal. Waarschijnlijk hebben we op die twee jaar tijd een andere manier van kijken aangewend.

Kildonan
Lochranza, North Sannox, Brodick en zomaar langs de kust

En wat dan te zeggen van die “Red Deers” die we nog nooit te zien kregen, al tuurde ik mijn ogen uit tijdens het rijden?

Die beesten zitten gewoon in Lochranza. Je ziet ze daar gewoon staan grazen.

Het gaat er dus inderdaad om dat je moet weten waar je moet kijken en hoe je moet kijken.

Wat we niet te zien kregen, alhoewel we die vorig jaar gewoon door het raam door de tuin zagen stormen, waren de red squirrels.

Ondanks meerdere avondwandelingetjes in de omgeving van Brodick Castle lieten ze zich niet zien. Niet verwonderlijk eigenlijk. Al die paadjes daar zijn voorzien van gravel waarop je dus in geen geval stil kan lopen.

Ergens op het einde van de vakantie hebben we dan ingegrepen. We zijn naar de rangers getrokken. Die hebben een eekhoorncamera en omdat het avond was en wij maar met twee, toonde de ranger ons een verdoken bankje.

Wanneer er eentje zou opduiken kon hij niet zeggen, we moesten maar wat geduld hebben. Helemaal niet hoor. Die ranger had maar net zijn hielen gelicht of daar kwam er eentje.

Dommerik die ik ben, probeerde ik mijn lens op die eekhoorn te fixeren, wat maar half lukte met dat camerageval van de rangers in de weg. Pas later bedacht ik dat ik dat probleem heel eenvoudig had kunnen oplossen. Nu ja het was te laat en klagen helpt toch niet en nu weten we toch weer wat we volgend jaar nog eens moeten doen.

En dan het gevogelte: de vogelkes en vogels ga ik niet indelen. Vrank dat die soms waren, ik kon ze haast aanraken.

Nog een avondwandeling? Zo even langs Brodick Bay waar we nooit genoeg van krijgen?

En daar zien we wat in het water. Is dat een kwal? Ja, dat is een kwal want er zijn er nog en die zwemmen nog.

Deze wou oversteken maar bedacht zich, al was het met tegenzin.

De bedeesde koe hoort niet bij het loslopend of -vliegend wild, maar wel bij de beestenboel en ik ga er dan ook geen apart logje over maken. Een vreemde eend in de bijt, al is het dan een koe.

Tot slot! Het filmpje van Luc. Efkes Luc een douwke geven en het wordt zichtbaar.

Zondag de eerste dag

Waar ze vorig jaar die eerste zondag heftige regen voorspelden en wij daarom in het appartement bleven, wat we ons later beklaagden omdat het enkel wat druilerig vocht was dat naar beneden kwam, was het deze keer iets erger.

Dit jaar, was het die zondagochtend gewoonweg schitterend weer. We maakten een rondje: de straat uit, over Brodick Bay om brood en naar de Co-op, proviand indoen, aan de andere zijde de straat terug in.

Er was haast niemand op straat. Tja, twee Belgen wiens innerlijke klok nog op CET staat, die lopen op een zondagochtend om acht uur al langs de kustlijn natuurlijk.

Later kwam de wind opzetten. Heel veel wind. Geen weer om in de bergen te gaan rondhossen als je niet weet wie je kan bellen ingeval van nood.

Natuurlijk weten we wel wie bellen, de eigenaresse van de cottage had haar telefoonnummer gegeven zodat we konden bellen als er iets was, maar daarom hoefden we dat iets nog niet te gaan zoeken.

We hebben dan maar de toerist uitgehangen. De toeristische dienst, de winkeltjes aan de baai en de hele nieuwe sportwinkel bezocht. Twee jaar geleden hadden we daar de Bilsland waar we echt koopjes hadden kunnen doen. Vorig jaar was die dicht. Nu is er een andere. We hebben er gesnuisterd.

Hebben we er iets gekocht? Niet die zondag. Er stond te veel volk aan de kassa, maar we zijn later wel teruggaan voor iets wat ik wel kon gebruiken en twee ietsen waar Luc zo direct verliefd op werd.

In de Little Rock hebben ze fantastische koffie. En bij zo een paar zjatten hebben we dan gekeken hoe de Calmac boot na boot vol dagjesmensen en weekendtoeristen terug naar het half-vasteland bracht.

De vrouw die de straat claimde

De straat van onze cottage had geen voetpad. Geen probleem, parkeren kon aan de kant van de weg. Recht voor de cottage echter moesten de auto’s aan de andere zijde parkeren en daar stond het vol. De Highland Games natuurlijk!

We parkeerden aan het huis naast de cottage, niet voor het poortje van de buren waar: “no parking” op stond. Tuinpoortje hoor, geen poort voor een auto en begonnen de valiezen uit de koffer te halen.

De vrouw kwam en deed nogal stuntelig toen ze vroeg wat we zinnens waren en dat haar parking was want zij had gasten, dus had ze twee parkings nodig en de cottage ernaast waren ook gasten en die hadden ook twee parkings nodig, zodoende moest de straat voor haar huis en aanpalende cottage overblijven voor haar.

Ik zei dat we onze auto wel elders zouden zetten, enkel valiezen uitladen. Ze bleef maar zaniken hoe dom dat het was dat er zo weinig parking was en veel omhaal, terwijl ik dacht: “mens hou op en hoepel op”.

Luc fronste toen ik het hem vertelde. Het was klaar en duidelijk. Wettelijk konden we zonder probleem parkeren daar waar die auto stond. Maar om nu de vakantie te beginnen met een discussie met een zanikende buurvrouw, neen, daar hadden we geen zin in.

Toen de landlady later langskwam en we het voorval vertelden schuddekopte ze en zei dat het telkens van dat was als die mensen er waren, want die huisjes waren vakantiehuizen. Die woonden daar zelfs niet. Ze had het al nagevraagd of er rechten waren op dat stuk straat. Eigenlijk mag zelfs op dat poortje geen: “no parking” hangen.

Zijzelf parkeerde echter altijd daar rechtover in de straat er loodrecht op. Ze had ook geen zin in domme discussies.

We waren het echt wel eens: “we don’t argue”.

Weer voet op Arran

De ferry naar Brodick vertrok om 7u. Daar hadden we voor gekozen omdat de volgende pas om 11u op Arran aankomt en we dan misschien de bagpipers zouden missen. Eén keer, geen twee!

We moesten om half zeven ten laatste aangemeld zijn, zodoende zetten we de wekker om half zes, maar zolang hebben we het niet uitgehouden in bed. Om vijf uur sprongen we in de kleren, zetten onze bagage voor één nacht in de auto en reden richting Ardrossan, waar we dus ook weer ruimschoots te vroeg aankwamen.

Eens op Arran bleek dat er extra ferries waren ingelegd voor de Highland Games en we best een latere hadden kunnen nemen, maar ach, we hadden een Scottish Breakfast achter de kiezen en maakten dan maar een ochtendwandeling: The Fisherman’s Walk.

Tegen dan werd het stilaan tijd om terug naar de ferry terminal te wandelen.

Het filmke dat Luc maakte zal de sfeer beter weergeven dan honderd woorden, al bracht hij maar twee van de zes bands in beeld. Daarom zit dat filmpje aanklikbaar onder een foto van mijn persoonlijke favoriet: “The Maybole Pipe Band”, niet omdat die beter waren dan de andere, maar ik vond ze er met hun mantels en bottekes joliger uitzien.

Ooit las ik eens dat ze ontstonden om in een oorlog de vijand de daver op het lijf te jagen. Toen de zes bands samen gingen spelen en zo rond het sportveld gingen stappen, kon ik daar inderdaad wel inkomen.

Gewoon voor de annalen

Precies op tijd meerden we aan in Newcastle.

En dan begint het wachten in dat ruim, we stonden tenslotte op een brug die ze naar beneden moesten halen. En ja, ik kreeg de kriebels. Niet enkel gingen ze herpakken, maar één van hen moest ook weer de ferry in, waarschijnlijk iets vergeten. Blijkbaar zat de chauffeur nog in de auto, want die vertrok mooi met achterlating van zijn passagier.

Tja, ik ben nu eenmaal een controlefreak en kan zulke toestanden dus écht niet vatten.

En verder? Tegen het wachten kunnen. We moesten de douane nog voorbij en terwijl we in Dover gewoon van de ferry de weg opgaan, ging het hier stapsgewijs voorbij de douaniers die wel met iedereen een praatje maakten. Al bij al vonden we het niet storend.

Als je nu op de map gaat kijken wat op spuugafstand van Newcastle ligt, kan je wel zo denken dat we nog eens in Whitley Bay zouden langsgaan. Daar gaan we niet meer over vertellen, al zullen we mogelijk al de volgende keren dat we in Newcastle aanmeren of vertrekken toch eens langs dat vuurtorentje lopen.

Onderweg fotografeerde ik nog een viaduct, waarvan ik de naam niet kende. Wist ik veel waar we ons toen bevonden.

Na enig opzoekingswerk achteraf, blijkt het het Haltwhistle Railway Viaduct te zijn.

Je ziet nog wat door een autoruit.

Op naar IJmuiden

Maanden geleden beslisten we al dat we Calais-Dover links zouden laten liggen.

We bezochten de twee voorgaande edities wel plaatsen die aangenaam waren en mooi of interessant om zien -en waar we tevreden op terugkijken- maar ergens was Arran toch dé vakantie.

We zouden van IJmuiden naar Newcastle varen, zo hadden we de ene dag een traject van thuis tot IJmuiden en de volgende dag het traject van Newcastle naar Irvine om daar te overnachten en ’s morgens de eerste ferry te nemen.

We bereikten IJmuiden ruimschoots op tijd en dan begint het voorsorteren, de douane, het aanschuiven voor het boarden en het is niet enkel een probleem in IJmuiden maar ik krijg de kriebels van mensen die in de wachtrij voor ons hun hele auto gaan ombouwen, herpakken en herpakken en blijven herpakken. En als ze dan moeten gaan rijden, het ganse boeltje er maar in gooien tot de volgende gelegenheid dat ze iemand de kriebels kunnen bezorgen. Hebben die nu echt geen organisatorisch vermogen?

En verder? Vooral tegen het wachten kunnen.

Page 1 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén