Ik had nog even de thermoskan moeten vullen, zodoende kwam ik als laatste aan tafel.
“Pas op voor vliegende …” begon Luc toen de pot choco die net op dat ogenblik over tafel zweefde, ineens Amkes hand losliet en te pletter stortte op de hard kunststoffen broodplank. Dat gaf me daar een knal vanjewelste en ik vreesde even dat we de choco overal van de muren zouden mogen schrapen.
Dat was niet zo. De pot was heel gebleven. Het was de broodplank die met een oorverdovende knal een hoek van ongeveer anderhalve centimeter weg had gekatapulteerd.
“Ik zei dus” begon Luc opnieuw “dat je moet oppassen voor vliegende chocopotten”.
Blijkbaar had hij even ervoor, de pot choco de andere richting zien uitkomen toen Amke die pot, over de tafel, aan Ella aanreikte en die pot had, omdat Luc net plaatsnam, Lucs hoofd geramd, waarna reanimeren nog net niet nodig was geweest.
“Hoe komt die pot choco nu te vallen?” vroeg ik Amke. “Die viel gewoon uit zijn deksel” antwoordde ze, waarop we met ons drieën samen ineens richting Ella keken.
Die zat echt wel schuldbewust te wezen.