Het regent, het regent dat het giet!
Maar dat deert de VMW toch niet niet,
Ze verhogen hun prijzen
Die al de pan uit rijzen.
Ze waren al de duurste van ’t land.
En dat is nu toch vreed ambetant.
Want wie daar nu zou wonen
Moeten wij toch niet tonen?
Water in de Molenbeek zo diep
Dat zo uit God zijnen hemel liep
Dat moeten wij betalen.
Wel ja, en dat is balen!
Eigenlijk hebben we niet veel keus,
dat kan je wel zien met uwen neus
Waar ze ’t water zuiveren.
Brrr! Om van te huiveren!
Maar wij, geloof me, kiepen nu alras
Zo uit de regenton door onz’ sjas!
Het wordt met emmers sleuren
Dat kan ook zonder zeuren.
Het is me toch wat met die heren!
Van levensnoodzaak profiteren?
Een geschenk van de natuur
Verkopen zij extreem duur!
Komt er hier ooit een echt groot gewin
Gaat een regenvat het koerke in.
Dat was eigenlijk voorzien!
De aannemer? ’t Soepkonien!