Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Vakanties (Page 15 of 22)

Beestjes

Hoe zit het nu met die seals?

Zij waren op het appél. Wij ook. Zij waren met veel. Wij met twee.

Sommige foto’s zijn niet zo denderend. Ze zijn genomen met een extender. Maar het alternatief -de automatische lens voor dit soort foto’s- is een beetje te duur voor die keer dat ik ze zou kunnen gebruiken.

En het is eigenaardig, maar waar we twee jaar geleden geen enkele zeehond zagen, zagen we ze nu een beetje overal. Waarschijnlijk hebben we op die twee jaar tijd een andere manier van kijken aangewend.

Kildonan
Lochranza, North Sannox, Brodick en zomaar langs de kust

En wat dan te zeggen van die “Red Deers” die we nog nooit te zien kregen, al tuurde ik mijn ogen uit tijdens het rijden?

Die beesten zitten gewoon in Lochranza. Je ziet ze daar gewoon staan grazen.

Het gaat er dus inderdaad om dat je moet weten waar je moet kijken en hoe je moet kijken.

Wat we niet te zien kregen, alhoewel we die vorig jaar gewoon door het raam door de tuin zagen stormen, waren de red squirrels.

Ondanks meerdere avondwandelingetjes in de omgeving van Brodick Castle lieten ze zich niet zien. Niet verwonderlijk eigenlijk. Al die paadjes daar zijn voorzien van gravel waarop je dus in geen geval stil kan lopen.

Ergens op het einde van de vakantie hebben we dan ingegrepen. We zijn naar de rangers getrokken. Die hebben een eekhoorncamera en omdat het avond was en wij maar met twee, toonde de ranger ons een verdoken bankje.

Wanneer er eentje zou opduiken kon hij niet zeggen, we moesten maar wat geduld hebben. Helemaal niet hoor. Die ranger had maar net zijn hielen gelicht of daar kwam er eentje.

Dommerik die ik ben, probeerde ik mijn lens op die eekhoorn te fixeren, wat maar half lukte met dat camerageval van de rangers in de weg. Pas later bedacht ik dat ik dat probleem heel eenvoudig had kunnen oplossen. Nu ja het was te laat en klagen helpt toch niet en nu weten we toch weer wat we volgend jaar nog eens moeten doen.

En dan het gevogelte: de vogelkes en vogels ga ik niet indelen. Vrank dat die soms waren, ik kon ze haast aanraken.

Nog een avondwandeling? Zo even langs Brodick Bay waar we nooit genoeg van krijgen?

En daar zien we wat in het water. Is dat een kwal? Ja, dat is een kwal want er zijn er nog en die zwemmen nog.

Deze wou oversteken maar bedacht zich, al was het met tegenzin.

De bedeesde koe hoort niet bij het loslopend of -vliegend wild, maar wel bij de beestenboel en ik ga er dan ook geen apart logje over maken. Een vreemde eend in de bijt, al is het dan een koe.

Tot slot! Het filmpje van Luc. Efkes Luc een douwke geven en het wordt zichtbaar.

Zondag de eerste dag

Waar ze vorig jaar die eerste zondag heftige regen voorspelden en wij daarom in het appartement bleven, wat we ons later beklaagden omdat het enkel wat druilerig vocht was dat naar beneden kwam, was het deze keer iets erger.

Dit jaar, was het die zondagochtend gewoonweg schitterend weer. We maakten een rondje: de straat uit, over Brodick Bay om brood en naar de Co-op, proviand indoen, aan de andere zijde de straat terug in.

Er was haast niemand op straat. Tja, twee Belgen wiens innerlijke klok nog op CET staat, die lopen op een zondagochtend om acht uur al langs de kustlijn natuurlijk.

Later kwam de wind opzetten. Heel veel wind. Geen weer om in de bergen te gaan rondhossen als je niet weet wie je kan bellen ingeval van nood.

Natuurlijk weten we wel wie bellen, de eigenaresse van de cottage had haar telefoonnummer gegeven zodat we konden bellen als er iets was, maar daarom hoefden we dat iets nog niet te gaan zoeken.

We hebben dan maar de toerist uitgehangen. De toeristische dienst, de winkeltjes aan de baai en de hele nieuwe sportwinkel bezocht. Twee jaar geleden hadden we daar de Bilsland waar we echt koopjes hadden kunnen doen. Vorig jaar was die dicht. Nu is er een andere. We hebben er gesnuisterd.

Hebben we er iets gekocht? Niet die zondag. Er stond te veel volk aan de kassa, maar we zijn later wel teruggaan voor iets wat ik wel kon gebruiken en twee ietsen waar Luc zo direct verliefd op werd.

In de Little Rock hebben ze fantastische koffie. En bij zo een paar zjatten hebben we dan gekeken hoe de Calmac boot na boot vol dagjesmensen en weekendtoeristen terug naar het half-vasteland bracht.

De vrouw die de straat claimde

De straat van onze cottage had geen voetpad. Geen probleem, parkeren kon aan de kant van de weg. Recht voor de cottage echter moesten de auto’s aan de andere zijde parkeren en daar stond het vol. De Highland Games natuurlijk!

We parkeerden aan het huis naast de cottage, niet voor het poortje van de buren waar: “no parking” op stond. Tuinpoortje hoor, geen poort voor een auto en begonnen de valiezen uit de koffer te halen.

De vrouw kwam en deed nogal stuntelig toen ze vroeg wat we zinnens waren en dat haar parking was want zij had gasten, dus had ze twee parkings nodig en de cottage ernaast waren ook gasten en die hadden ook twee parkings nodig, zodoende moest de straat voor haar huis en aanpalende cottage overblijven voor haar.

Ik zei dat we onze auto wel elders zouden zetten, enkel valiezen uitladen. Ze bleef maar zaniken hoe dom dat het was dat er zo weinig parking was en veel omhaal, terwijl ik dacht: “mens hou op en hoepel op”.

Luc fronste toen ik het hem vertelde. Het was klaar en duidelijk. Wettelijk konden we zonder probleem parkeren daar waar die auto stond. Maar om nu de vakantie te beginnen met een discussie met een zanikende buurvrouw, neen, daar hadden we geen zin in.

Toen de landlady later langskwam en we het voorval vertelden schuddekopte ze en zei dat het telkens van dat was als die mensen er waren, want die huisjes waren vakantiehuizen. Die woonden daar zelfs niet. Ze had het al nagevraagd of er rechten waren op dat stuk straat. Eigenlijk mag zelfs op dat poortje geen: “no parking” hangen.

Zijzelf parkeerde echter altijd daar rechtover in de straat er loodrecht op. Ze had ook geen zin in domme discussies.

We waren het echt wel eens: “we don’t argue”.

Weer voet op Arran

De ferry naar Brodick vertrok om 7u. Daar hadden we voor gekozen omdat de volgende pas om 11u op Arran aankomt en we dan misschien de bagpipers zouden missen. Eén keer, geen twee!

We moesten om half zeven ten laatste aangemeld zijn, zodoende zetten we de wekker om half zes, maar zolang hebben we het niet uitgehouden in bed. Om vijf uur sprongen we in de kleren, zetten onze bagage voor één nacht in de auto en reden richting Ardrossan, waar we dus ook weer ruimschoots te vroeg aankwamen.

Eens op Arran bleek dat er extra ferries waren ingelegd voor de Highland Games en we best een latere hadden kunnen nemen, maar ach, we hadden een Scottish Breakfast achter de kiezen en maakten dan maar een ochtendwandeling: The Fisherman’s Walk.

Tegen dan werd het stilaan tijd om terug naar de ferry terminal te wandelen.

Het filmke dat Luc maakte zal de sfeer beter weergeven dan honderd woorden, al bracht hij maar twee van de zes bands in beeld. Daarom zit dat filmpje aanklikbaar onder een foto van mijn persoonlijke favoriet: “The Maybole Pipe Band”, niet omdat die beter waren dan de andere, maar ik vond ze er met hun mantels en bottekes joliger uitzien.

Ooit las ik eens dat ze ontstonden om in een oorlog de vijand de daver op het lijf te jagen. Toen de zes bands samen gingen spelen en zo rond het sportveld gingen stappen, kon ik daar inderdaad wel inkomen.

Gewoon voor de annalen

Precies op tijd meerden we aan in Newcastle.

En dan begint het wachten in dat ruim, we stonden tenslotte op een brug die ze naar beneden moesten halen. En ja, ik kreeg de kriebels. Niet enkel gingen ze herpakken, maar één van hen moest ook weer de ferry in, waarschijnlijk iets vergeten. Blijkbaar zat de chauffeur nog in de auto, want die vertrok mooi met achterlating van zijn passagier.

Tja, ik ben nu eenmaal een controlefreak en kan zulke toestanden dus écht niet vatten.

En verder? Tegen het wachten kunnen. We moesten de douane nog voorbij en terwijl we in Dover gewoon van de ferry de weg opgaan, ging het hier stapsgewijs voorbij de douaniers die wel met iedereen een praatje maakten. Al bij al vonden we het niet storend.

Als je nu op de map gaat kijken wat op spuugafstand van Newcastle ligt, kan je wel zo denken dat we nog eens in Whitley Bay zouden langsgaan. Daar gaan we niet meer over vertellen, al zullen we mogelijk al de volgende keren dat we in Newcastle aanmeren of vertrekken toch eens langs dat vuurtorentje lopen.

Onderweg fotografeerde ik nog een viaduct, waarvan ik de naam niet kende. Wist ik veel waar we ons toen bevonden.

Na enig opzoekingswerk achteraf, blijkt het het Haltwhistle Railway Viaduct te zijn.

Je ziet nog wat door een autoruit.

Op naar IJmuiden

Maanden geleden beslisten we al dat we Calais-Dover links zouden laten liggen.

We bezochten de twee voorgaande edities wel plaatsen die aangenaam waren en mooi of interessant om zien -en waar we tevreden op terugkijken- maar ergens was Arran toch dé vakantie.

We zouden van IJmuiden naar Newcastle varen, zo hadden we de ene dag een traject van thuis tot IJmuiden en de volgende dag het traject van Newcastle naar Irvine om daar te overnachten en ’s morgens de eerste ferry te nemen.

We bereikten IJmuiden ruimschoots op tijd en dan begint het voorsorteren, de douane, het aanschuiven voor het boarden en het is niet enkel een probleem in IJmuiden maar ik krijg de kriebels van mensen die in de wachtrij voor ons hun hele auto gaan ombouwen, herpakken en herpakken en blijven herpakken. En als ze dan moeten gaan rijden, het ganse boeltje er maar in gooien tot de volgende gelegenheid dat ze iemand de kriebels kunnen bezorgen. Hebben die nu echt geen organisatorisch vermogen?

En verder? Vooral tegen het wachten kunnen.

Terug thuis!

En zoals naar goede gewoonte, ga ik het uitgebreid over de vakantie hebben.

En al doen de meeste blogs het niet, dat vertellen over hun vakantie, ik wel. Het is geen reisblog, maar het valt ook niet bepaald onder één noemer, alles kan dus.

Van dag tot dag ? Ik denk het niet. Meer nog, of ik Luc zover zou krijgen om de filmpjes ook van dag tot dag gepubliceerd te krijgen, het proberen niet waard.

Dit keer gingen we twee weken naar Arran. Ik vond een cottage waarvoor we 100£ meer betaalden voor de twee weken dan de twee vorige jaren voor één week.

Het zit er nu dus op. Weeral!


De Goatfell, in nevelen gehuld

Sunparks’ mislukte foto’s

Mja, wat heet mislukt?

Bij de eerste lag ik wat te hangen op de zetel terwijl ik allerlei uitprobeerde op het fototoestel. Opeens viel het me op dat ik het lichtspel achter die boom wel wat vond hebben en “snap!” hij stond er op. Ik verwachtte er niet al te veel van, zo scheef hangend in die zetel en dat door die ruit.

Ik heb het raam er af gesneden en al bij al vind ik de foto best meevallen. Okee, niet voor een fotograaf, maar ik heb wel dat licht min of meer vastgelegd.

(Lees verder onder de foto)

De tweede is genomen met de telefoon. We hadden ons al afgevraagd waar al die konijnen zaten die we de vorige keren toch op bezoek hadden gekregen. En net toen we wilden vertrekken liep langoor over het grastuintje. Ik greep snel de telefoon en “snap!” het konijn stond er op, al was ik niet echt snel genoeg en was het al het hazenpad aan het kiezen.

Toen ik thuis de telefoon wilde leegmaken viel me pas het eigenaardige licht op de foto op en al staat het konijn er toch op, het is ook weer meer een lichtfoto.

In de sjakosj!

Bij Sunparks De Haan kan je internet in de huisjes hebben mits betaling. Het verwonderde me dan ook toen ze bij Sunparks Kempense Meren enkel in het Park Center internet hadden. Dat kwam, zei de jongen van de receptie, doordat Sunparks De Haan ooit Center Parcs De Haan was geweest.

We stapten een Proximus winkel in Mol binnen. We werden daar erg goed ontvangen, dat zijn we niet gewend in de Proximus winkels hier in de buurt -blijkbaar zitten hier alle nurkse bij elkaar- want die van Oostende van vorig jaar was ook super wat vriendelijkheid en uitleg betrof.

De man legde uit dat we eventueel zelf ons abonnement konden aanpassen via de Proximus website met inschakeling van mobiel internet voor een korte periode -normaal hebben wij geen mobiel internet, we zijn daar een beetje tegen- om het dan daarna terug uit te schakelen. Even uitrekenen leerde ons dat we dan zelfs in De Haan goedkoper zouden uitkomen.

Tweede mogelijkheid echter was de aanschaf van een dongle van 49€, waarmee ik met de simkaart die ik van Proximus kreeg gratis op internet kon. Ik dacht: “maar ik heb een dongel!” Ik zei dat dan ook, de man wierp op dat de mogelijkheid bestond dat die dongle, aangezien hij elders gekocht was, wel eens gesim-locked kon zijn. Ik moest het maar even bekijken, zei hij en het was jammer dat ik die niet bij me had anders had hij dat wel even gedaan, zei hij ook nog.

Eens thuis pakte ik de AH dongle -die werkte al een paar jaar niet meer- zag dat ik de simkaart kon wisselen en ging googelen op het type. Hij was vrij van sim-lock. Goed, dat zag er al goed uit. Maar ik probeerde in te loggen bij Proximus en dat ging fout.

Ik haalde de dongle aan in een telefonisch gesprek met Proximus toen ik de mogelijkheid van internet in het buitenland wou activeren. Proximus zei me dat ze me een technieker wilden doorgeven zodat die me stapsgewijs kon helpen, maar die was natuurlijk niet vrij. Andere mogelijkheid? Ik liep eens in de Proximus winkel binnen. Ik zag de wolk al hangen, maar besloot het toch maar te wagen.

Hoe dom! Hoe stom! Hoe achterlijk! Een nurkse winkel verander je niet. Ik liep er binnen, begon over internet en haalde de dongle te voorschijn. De jobstudent haalde er de verantwoordelijke bij, die zei: “denk je nu echt dat wij je gaan helpen met een product van iemand anders”. Hij roloogde toen hij vervolgde: “dat weet je nu zelf toch ook wel”. Ik stopte de dongle diep in mijn handtas, ging naar huis en stopte het ding terug in zijn AH dozeke.

En toen vergat ik het verder …

Tot nu, toen er sprake was van Sunparks Vielsalm, die hebben namelijk ook enkel internet in het Park Center. We zouden naar een iets verdere winkel gaan. Daar waren we ook al eens een nurk tegen gekomen, maar die zit nu in onze eigen nurkse winkel.

Net voor we vertrokken dacht ik: “zou ik … ?” en stopte nog snel de AH-dongle in mijn handtas.

En kijk! Ik begon over die aanpassing van het abonnement. De vriendelijke dame zei dat dat toch niet nodig was. Ik had recht op 2 giga gratis per maand met die extra sim, als ik nu een dongle … Ik pakte het ding, legde het op de toonbank en vertelde de voorgeschiedenis. Ze bekeek hem niet of het één of ander vies beest was maar opende die, stak de Proximus sim er in en bedacht dat die simkaart toch al enkele jaren oud was –al drie jaar recht op twee giga per maand en nooit gebruikt- en misschien verouderd. Ze maakte een nieuwe sim. En dan moest ik het thuis nog eens proberen.

Als je in een gesprek de spanning er wil in houden, dan zeg je even niets, dat kan ik hier natuurlijk niet. Dus zal ik maar vertellen dat het wel ging. We moesten nog even uitzoeken hoe we dan wel bij Proximus terecht zouden komen, maar dat vond Luc dan al googelend.

Nu wist ik natuurlijk ook wel dat ik mijn telefoon als modem kon gebruiken, maar ik heb nooit de link gelegd tussen die telefoon en die 2 GB. Dat vernam ik ook daar van die vrouw.

In Vielsalm gebruikten we de telefoon, maar ik legde de dongel klaar voor Luc ’s morgens, want mijn telefoon … Wel ja, dat is ook mijn klok en mijn wekker en die ligt naast mij op het nachtkastje.

Luc was niet blij met de dongel. “Veel te traag” en “om zenuwen van te krijgen” zei hij. Hij schoof de dongel over de tafel. “Steek die maar weg” zei hij.

En zo belandde de dongel uiteindelijk terug in de sjakosj.

Zompig

Regen of geen regen, -het waren trouwens maar twee dagen- we gingen op tocht. Onderweg haalden we een groepje in dat meer leek te kruipen dan te stappen. Dat was te wijten aan hun schoeisel. Twee van de vier waren voorzien van rubber laarzen – in de normale spreektaal katsjoe botten genoemd. Ik heb een hekel aan katsjoe botten, ik heb er zelfs geen. Ik vind dat je daar koude voeten in krijgt en dat ze enkel goed zijn om door water te waden. Goed, dat is mijn gedacht.

Nu heb ik geen weet wat de derde -enige man in het gezelschap- aan zijn voeten had, maar de vierde … Die droeg linnen basketsloefen.

Ze werd ondersteund door één van de rubberlaarzendraagsters, want anders zou ze languit -en breeduit ook- in de gladde modder beland zijn.

Bij een stuk waar het toch wel extreem was, er was namelijk een tractor gepasseerd, liet zij met de rubber laarzen de andere los en schoof moeizaam door de zuigende modder, waarop de basketsloefkes jengelden: “moet ik dat hier alleen doen?”

Meestal houd ik er rekening mee dat mensen hier kunnen lezen. Nu ook.

Meestal houd ik me een beetje op de vlakte. Nu niet.

Basketsloefen zijn niet de geschikte uitrusting voor een boswandeling in de Ardennen in de herfst en in de regen. Nah!

Page 15 of 22

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén