Gingen we, omwille van de prijs van de naft, alle dagen een toerke rond het blok doen, wisten we sowieso dat dat onzen hoebel ging gaan uit hangen.
Na een maand mei met wandelingen in de Oostkantons, wandelingen in de Eifel en wandelingen in Mol gingen we weer aanpassen.
Nu gaan we niet meer alle dagen maar zo een keer of drie per week, niet meer dagelijks 4à6km, maar 10à12km -of meer- een beetje verder weg.
En ja, er zijn wandelingen die we al deden. Die van gisteren nog niet. Negen kilometer, zo stond het op het plan, maar door ons gapen onderweg zijn we een paar honderd meter verkeerd gaan lopen en dat maal twee gaf uiteindelijk een resultaat van 10km.
De wandeling staat nu op mijn spiksplinternieuwe wandellijst. Want de oude heeft afgedaan. We gaan geen kilometers meer rijden om ergens een -al is ’t een mooie- wandeling van 4km te doen.
Ik zit dus momenteel met mijn hoofd op wandel en met mijn vingers in de administratie.
Er zijn vervelender klussen.