Het begon woensdag. Een poos na het zwemmen kwam Luc binnen met een pijnlijk gezicht en kloeg over pijn bij het ademen. De plaats die hij aanwees gaf me de kriebels, het was zijn hartstreek. Ik begon over de dokter, maar dat vond hij niet nodig. Even later ging het beter, maar het was niet over, zo zei hij.
’s Avonds had hij het koud en voelde hij koud aan en de pijn was er nog steeds. “Dat wordt een nacht niet slapen” voorspelde ik.
Ik heb wel geslapen maar ben toch telkens wakker geworden als hij even opstond voor een tochtje richting badkamer. Toen hij ineens twee maal kort na elkaar recht ging staan wist ik hoe laat het was. Het was iets na vier uur.
“Ik.kan.niet.ademen.van.de.pijn” zei hij tussen korte ademstootjes in. “Ik kleed me aan” zei ik “we rijden naar Spoed”. Ik stak mijn hoorapparaten in -een ander vitaal onderdeel vergat ik- en ongekamd en ongewassen zijn we naar het ziekenhuis in Tienen vertrokken, waar hij om 5 minuten na 5u ingeschreven werd.
En toen kwamen de onderzoeken: bloedafname, longfoto’s, hart, … en kwam een dokter een gezondheidspraatje maken. Die vertelde dat er wel meerdere oorzaken voor de pijn konden zijn, hij noemde o.a. ook een geknelde pees. Maar ondertussen had Luc al aangegeven dat het veel beter ging, want zo zei hij, was het om vier uur niet méér dan dat geweest waren wij niet naar Spoed gegaan.
Hij kon zeggen wat hij wou, er was die nacht iets niet in orde en ik wilde wél weten wat dat was.
Er werd besloten ook nog foto’s van zijn ribben te nemen, maar dat kon pas vanaf 8u. Maar toen wàs het al bijna 8u.
Om 8u stipt heb ik de garage opgebeld om te verwittigen dat wij onze afspraak -om onze winterbanden te wisselen voor zomerbanden- van 8u niet konden houden aangezien wij op Spoed zaten en de onderzoeken nog aan de gang waren. We reden dus rond met vier zomerbanden in onze auto die even goed als wij op betere tijden zouden moeten wachten.
Terwijl Luc weg was, foto’s laten maken, hield ik nauwgezet de tijd in het oog. Vanaf 9u moesten we het parkeren betalen. Gelukkig kon dat via 4411 zomaar van binnen in de kliniek.
En eens Luc terug aanwezig was begon het wachten … tap tap tap tap … en al waren de uren van 5u tot dan snel voorbij gegaan, eens na tien uur ging het vervelen, want Luc, die voelde die pijn haast niet meer.
Uiteindelijk kwam de dokter -een andere dan in de vroege ochtend door een wisseling van dienst- en die begon met te melden dat Lucs hart niet de oorzaak was, vond net als ik dat dat toch al een geruststelling was en zei dat ook longen en bloed volledig in orde waren en dat de symptomen eerder wezen op een ontsteking van een tussenribspier.
Maar, zo vroeg hij aan Luc, hoe oud was hij dan, waarop Luc efkes ging berekenen en “bijna 58” zei. Ik schrok me een hoedje al had ik dan een pet op, en verbeterde: “bijna 68 zal ook wel goed zijn, zeker” en ik vroeg aan de dokter of hij er zeker van was dat het niet … De spanning was weg, er kon weer gegrapt worden.
En Luc hield nog een slag om de arm. Toen de dokter het over Ibuprofen had i.p.v. paracetamol vroeg Luc aan mij of dat niet slechter was dan paracetamol. Ik heb luidop lachend gezegd: “Hier staat een echte dokter en je vraagt aan mij of dat niet slechter is”.
Om te eindigen, nog een serieuze noot. Gezien Lucs leeftijd had de dokter toch wel al een onderzoek bij een hartspecialist vast gelegd. En geloof me maar, daar ben ik echt niet kwaad om.