Uiteindelijk zijn we niet naar Plugstreet 14-18 experience gereden. We hadden op tijd gezien dat het veel met film- en geluidsfragmenten te maken had en daar hebben wij dus een probleem.
Wat zouden we dan wél doen vóór de namiddagwandeling in Wijtschate? Luc opperde het Museum van de Wielersport in Roeselare.
Eens daar, wachtte ik Luc op die zijn mondmasker in de auto vergeten had. En ik zag ze komen. Op een hele trottoir zonder volk wisten ze zich een plaats te bemachtigen op geen 2m van mij en gingen zo luid babbelen dat ik moeite moest doen om ze niet te verstaan. Niet horen was al helemaal onmogelijk.
Ik ging wat verder staan. Maar daar kwamen er nog twee. En instinctief voelde ik aan dat er miserie op komst was.
Ik maande Luc met mijn hand achter mijn rug aan om wat haast te maken.
Aan de kassa overhandigden wij onze museumpas en de dame begon die … en daar kwam miserie met grote stap binnen, onderbrak de vrouw en begon over één of ander over parking en parkeren en problemen en …
“Waarom moet óns dat altijd overkomen?” fluisterde Luc. Ik haalde mijn schouders op. Soms denk ik dat de “I” op mijn voorhoofd even goed “Idioot” -maar dan één die te verwaarlozen is- kan willen zeggen.
Luc probeerde, hij zei: “Mevrouw, excuseer …”
De dame die onze museumpassen had was gegeneerd, maar mogelijk had miserie een hogere functie of zo want die bleef maar doorgaan over één of ander over parking en parkeren en problemen en … de dame met onze museumpassen bleef maar luisteren en kon er geen speld tussen krijgen.
En toen gebeurde het. Luc ontplofte, zoals hij het zelf noemde, en dat terwijl ik toch de meer explosieve van ons beiden ben. Denk nu niet dat ik een kort lontje heb. Neen, maar als de druppel te veel de emmer doet overlopen, tja … Luc is een pak groter dan ik, zijn emmer wellicht ook.
Hij zette een forse stap voorwaarts en zei nogal bozig dat wij nog een hele planning wilden afwerken en dat wij nú echt wel naar binnen wilden. Waar miserie naartoe is geschoten, ik weet het niet.
Ik probeerde eerst te sussen maar hé … Luc had gelijk. Iemand die achter ons komt, die gaat gewoon achter ons zijn of haar beurt afwachten.
Ik zei dan ook, ten overvloede -stel dat ze zou denken dat ik Luc ongelijk gaf- dat het op deze manier wel leek of wij er helemaal niks toe deden.
We zijn binnen geraakt, we zijn buiten geraakt maar van het geplande “eens naar de T-shirts kijken” in het bijhorend winkelgedeelte is niks in huis gekomen. “Ik wil naar huis” zei ik, eens terug bij de auto gekomen.
De wandeling in Wijtschate maakte dat de bittere nasmaak wat naar de achtergrond verhuisde. Die wandeling was echt wel de moeite waard. En het was ook tijdens deze wandeling dat we opperden dat drie dagen wel erg weinig was.
En dan moest de avond nog komen …