Die eerste keer – vergeet ik nooit meer. Het was in Oostende, we waren aan een opkikker toe, maar aan de dijk zat alles barstensvol. Maar in één van de zijstraten vonden we een leeg terrasje -inderdaad- met een viertal kleine tafeltjes -ook inderdaad- en een tweetal stoelen per tafeltje. Dat was voor ons.

En ondanks de gekende men-zegt, die stelt dat men bij lege terrassen of lege cafés op niet veel goeds moet rekenen, gingen we zitten. Binnen in de zaak was er wel geroezemoes van klanten en we zagen dat er wel redelijk wat volk binnen was. En zoals een ander gezegde over voorbeelden die trekken, zat het terrasje na onze aankomst ook snel vol.

Ik bekeek de kaart, ik wou geen kopje koffie dat je in één slok naar binnen kan krijgen -mocht je dat al willen- maar een zjat waar je met je neus in kan en de geur opsnuiven en waarvan je ogen gaan tranen van geluk en je haar staat te dansen op je hoofd terwijl je slokje na slokje neemt.

Normaal bestel ik een Cappuccino als we ergens iets gaan drinken in koffietijd en ondanks de puristen, die beweren dat je Cappuccino enkel bij het ontbijt zou mogen drinken1, neem ik die als ik goesting heb, net zoals ik ook vierkant mijn voeten veeg aan de uitleg over ananas op pizza en ik denk dat ieder beter in zijn eigen zjat en talloor zou kunnen kijken dan in de mijne.

Terug naar Oostende dus, waar ik met mijn neus nog in die kaart zat en daar een foto van een zjat koffie zag staan, met de vermelding: “Americano” en ik bestelde.

Even later zat ik met een gelukzalig gevoel met met mijn neus in die zjat, de geur op te snuiven, maar gelukkig zonder tranende ogen, van slok na slok te genieten.



Daarna heb ik nog, telkens ik het op de kaart zag staan, een Americano besteld, maar aan de grootte van de kopjes te zien, die dansend op het dienblad stonden, kon ik telkens al merken dat het voor de zoveelste keer noppes was.

Vorige week, na Lucs afspraak, wilden we nog een uitstap doen en stelde Luc voor er in Leuven aan ’t Motel, door ons zo genoemd omdat er een Ibis Hotel bij hoort, een tussenstop te maken om iets te gaan drinken. Eigenlijk formuleerde hij het als: “dan kan je de Starbucks automaten eens uittesten”.

Maar daar vind je, behalve die Ibis, het snelwegwinkeltje en een BurgerKing, ook een échte Starbucks. Ik zette mijn Starbucks zjat op de toog en bestelde een Americano, de -laatste- dubbele chocolade muffin en een foto nemen van de muur. Ik kreeg ze alle drie.

(Lees verder onder de foto)

En even later zat ik blij met Lucs ingeving te genieten van een Americano zoals ik hem graag heb … en mijn haar ook.

Gelukkig zit die Starbucks-zjat –én de beker– altijd bij in de auto. Dan kan ik tenminste later die automaten nog eens gaan uittesten.


____________________
1 Americano-koffie