Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Overloop (Page 7 of 9)

Eens vroeg en goed slapen

Na al die morgenden vroeger opstaan om toch maar ontbeten te hebben vóór de mensen kwamen, en een rillerige Slow gisteren in de loop van de dag, besloten Slow en mske gisteravond eens extra vroeg te gaan slapen.

Slow had twee tassen klaar gemaakt, een tas thee met honing voor hem en een tas melk met honing voor mske.

Er wordt toch beweerd dat je daar beter van slaapt hé. Nu zo ergens half één, spokenuur, werd mske al wakker. Ril ril ril over de overloop, ril ril ril terug het warme bed in. En vanaf dan lijkt het net of ze alles weet wat er gebeurde, al sliep ze wel.

Iets dat niet in ’t zicht moet liggen

Er ligt een dooske op de trap. Zomaar op de derde trede van boven geteld ligt dat dooske. Hoe komt er nu een dooske op de trap?

Dat kwam uit de zak van de commissekes en moest naar boven, maar mske had geen zin om naar boven te gaan en het moest ook niet op de trap in het zicht van de voordeur blijven liggen. Dus mikte ze dat dooske op de overloop. Maar goed hoog zodat dat in één vlucht op de overloop zou landen. Dat deed het niet. Het knotste tegen het plafond en viel terug voor haar voeten.

“Iets minder hoog” dacht mske en mikte dat dooske op de overloop. Jà! Gelukt! Alleen maar een beetje te veel op de rand en het dooske huppelde huppeldepup drie treden naar beneden. “Blijf daar dan liggen tot vanavond hé stom ding” dacht mske en ze zei tegen Slow “voila nu zijn ze geschud”.

Het reclamespotje

Het was, door het voetbal van vorige week, toch al twee weken geleden dat Slow en mske het voor de eerste keer zagen. Een lief spotje met een lief muziekske. Slow had gevraagd: “welk liedje is dat nu?” mske zei: “ik ken het maar ik kan er nu zo niet opkomen”.

Gisteren waren ze er daar terug mee. De beestjes lopen doodleuk allemaal samen op het juiste ritme richting auto en zitten zalig in die koffer. En dat met dàt muziekske. “Wat zou dat nu toch zijn” vroeg Slow weer en ineens zong mske mee, zo van: “toemtoem Johnny de weg marsjeert, naar huis, naar huis …” en ze stopte. “Tja” zei ze tegen Slow “Johnny gaat dus naar huis en ik heb het hier ergens”. Ze wist niet of het nu op plaat of cassette geweest was, maar hoe heette het ding nu toch? “Weet je” zei ze “er heeft ooit een Vlaming dat gezongen ook” en ze brak er haar hoofd nog verder over.

Na Cold Case, wie mske kent weet dat ze altijd antwoorden op vragen moet hebben en liefst “nu”, na Cold Case dus, zocht ze op google en dat ging heel rap. Efkes “Seat Altea” ingetikt en daar had je het al! Een forum en daarop de vraag die Slow nu al twee keer gesteld had: “welk liedje is het nu toch?” Met antwoord natuurlijk.

“Zie je wel” zei mske “dat Johnny naar huis gaat” en ze wees op de titel. Blijkbaar is het een soortement evergreen want het werd door verschillende artiesten uitgevoerd. Nu wou ze nog weten welke Vlaamse zanger dat ooit had gebracht. Maar aangezien ze nog een pakske werk had en er met al die Johnny’s wat achterstand in haar planning was geslopen zette ze dat maar efkes uit haar gedachten.

Toen ze om één uur vannacht de pc afsloot popte het antwoord ineens op.

Ze neuriede het liedje terwijl ze naar boven kloefte op haar klompen en zei tegen Slow die onderaan de trap stond: “ik wéét het”. “Wat weet je?” vroeg hij. “Dàt” zei mske en toemtoedoemde het liedje, terwijl ze de laatste drie treden opstapte. Daar draaide ze zich om en vervolgde “Bovendien weet ik wie het vertaald heeft”. Slow keek naar boven en zei “wie?” “Géén Vlaming” zei mske “een Duitser”. mske kan er zo soms wat de spanning in houden zodat Slow zei: “een Duitser?” “Yep!” zei mske “Freddy Breck”. Ze zwaaide haar been zodat ze een kwartslag draaide en marcheerde al zingend naar de badkamer die er nog geen is. Slow volgde, ging naar bed en toen stapte mske al zingend over de overloop: “Wenn Johnny den Weg zurück marschiert, nach Hause, nach Hause” en toen ze door de deur van de slaapkamer stapte, schalde ze: “ruft die Stadt: Hoera, der Johnny ist wieder da!”

“Oei” zei ze “het venster staat open” en dook het bed in.

De verdere avonturen van “der Johnny” zijn niet voor het blog, maar wie wil weten over welk deuntje we het hebben -maar pas op want het gaat in je hoofd zitten-hier is het.

Viezebeestjesronde

Zaterdag waren Bollie en Ella ziek. Diarree en overgeven. Een overloop dus.

“We zullen wel volgen” zei Zoneke, doelend op Amke en hemzelf. Zondag was Amke aan de beurt. Gisteren Zoneke. En het duurt een dag of drie.

“Ella is daarmee begonnen” zei Zoneke. Ella? Maar die gaat niet naar de school. Waar zou die dat geraapt hebben?

“Potjan” zei Zoneke “Ella en Bollie zijn donderdag naar de weeg geweest”.

Dan moet je al niet verder meer zoeken. Dat is al even erg als de wachtzaal van een dokter.

De maan, die romanticus

Ergens deze week ging mske slapen en ze keek vol verwondering naar het huis hier wat hoger. Er straalde zo een mooie gloed rond dat huis, zo wat zoals op de feeërieke postkaarten van vroeger.

Natuurlijk weet zelfs een romantische ziel direct dat de maan hiervoor zorgt, zeker als die romantische ziel maar één grote pas naar rechts moest zetten om die maan te zien.

Later die nacht werd mske wakker van een bizarre droom. Wat ze had gedroomd, dat wist ze niet meer, enkel het verontrustend gevoel was gebleven. En toen ze over de overloop liep wist ze het … ze hadden de maan meegenomen.

Op de ark zaten er van elk twee!

Wat nut heeft het om uit te slapen in het weekend, siësteke incluis, als je de nacht van zondag op maandag niet kan slapen?

Ze waren al laat in bed en toen hoorden ze het geluid. Het was het geluid van een soortement motor, maar dat meer op een geruis of een gezoem leek, ijzer op ijzer en irritant. Slow keek door het venster, maar zag niks. Het leek of dat ding hier gewoon in het rond reed, eens verderaf, korterbij, korterbij, dichtbij, verderaf, verderaf …

Plots een boenk … en de slaapkamerdeur vloog open. Slow vloog uit bed, en stond in een wip op de overloop, waar ik me nog net uit de voeten trachtte te maken. Slow kwam mee naar beneden en deed de deur van het buro tegoei dicht, al had mske er ook wel goed op gelet nadat ik gisteren al twee keer de gang in geraakt was en de deur toch wel dicht was geweest.

Slow terug naar bed en net als hij zich neerlegt, begint Lawijtmaker te blaffen, midden in de nacht en mske, wiens hart nog altijd harder boenkte dan de boenk van die deur, zei: “gaat dat hier nu eens stil worden of wat is dat?”

Lawijtmaker zweeg en onmiddellijk daarna begon de bronstige koe te beurrelen. mske zuchtte en Slow zei: “dat lawaai, dat is zeker de ark van Noë die hier geland is, of beter gestrand”.

Ze zijn dan toch in slaap geraakt en ergens in haar onderbewustzijn heeft mske het beseft dat Slow er uit is geweest. En dan ineens deed hij iets. Maakte hij een bruske beweging of wat, mske zou het niet weten, maar het wekte haar en ze hoorde de koe nog steeds beurrelen … half vier.

Iets na zes is Lawijtmaker weer begonnen en de koe is nog altijd, in één stuk, door aan het doorgaan.

Sluipende voetstappen

Sanitaire stop om 4.30, dat betekent dat het piekeren terug is. Het ellendige is dan wel dat mske eerst door en door wakker gepiekerd moet zijn eer ze beseft dat ze haar bed uit moet.

En dan hangt “hij” het nog uit. Hij gooide iets achter mskes hielen op de overloop! “Dat is de wind” dacht mske en ze keek door het venster wat er omgewaaid zou kunnen zijn.

Vanmorgen werd ze dan gewekt door Slow’s sluipende voetstappen op de overloop, hij sloop naar de toekomstige badkamer of de toekomstige kleedkamer. mske stond op en zei dat hij in het vervolg niet moest sluipen, dat ze hem toch hoorde. “Ik ben niet boven geweest” zei Slow.

Om met ons voeten te spelen

Kulleprul heeft weer lelijk huis gehouden, maar dan deze keer echt serieus gemeen. Dat vind ik er van. Slow vond dat hij eigenlijk met een rode kop moest rondlopen en dat had Kulleprul op zijn geweten.

Om twee uur wou Slow naar de winkel. De auto start maar valt terug stil. Niet meer in gang te krijgen. Slow foetert wat en mske neemt de sleutel en gaat proberen. De auto doet een beetje weuweuweu maar slaat niet aan. Aandringen is ook geen oplossing want dan verzuipt dat ding.

Slow stapt naar de garagist, want ze hebben de auto nodig, want er is geen eten meer in huis, volgens Slow zijn normen dan, maar in elk geval, het brood was echt op. De garagist is er niet en zijn moeder zegt dat ze niet weet wanneer die terugkomt. Slow belt op de gsm en ja, hij ging vandaag nog langskomen. Slow probeert de auto nog maar eens maar verder dan weuweuweu komt hij niet.

De garagist komt om vier uur en die auto start zoals een bieke!

De garagist heeft gezegd dat, als dat nog eens voorvalt Slow ergens moet tegen duwen en als dat helpt, dan weet hij wat er scheelt.

Slim hé! Maar als het niet helpt? Dan staan ze daar te koekeloeren op één of andere parking.

Nu zijn ze met hun tweetjes in de auto gesprongen, zodoende kon er iemand in de draaiende auto blijven zitten terwijl de andere rap een brood ging halen en iets om vanavond te eten.

Maar als ik nu Kulleprul nog eens tegenkom op de overloop ga ik gewoon doen of ik hem niet zie, want dat vind ik ook niet om te lachen zie … rotspook!

Hoor ze roepen

Het licht van de straatverlichting in de zijstraat is kapot. Dat is in die mate vervelend dat wij normaal gezien geen licht nodig hebben ’s nachts op de overloop. Nu wel, het was donker. Dit is nu al de tweede keer eigenlijk. Wie er nu moet verwittigen … dat weten we niet, er woont niemand ter hoogte van die paal, de achterburen hebben geen telefoon. En Slow weet het nummer niet meer dat hij belde toen de verlichting hier voor de voordeur kapot was.

Vanmorgen was er dan nog wat met licht, mske was ergens in een sluimertoestand tussen slapen en wakker in, toen ze een zwarte schim voor haar gesloten ogen zag. Het staat er wat ongelukkig maar het betekent gewoon dat het efkes heel donker werd en dan terug normaal. Het fenomeen wekte mske volledig en toen merkte ze dat Slow met zijn arm op haar oor lag en dat zijn hand ergens voor haar gezicht balanceerde. Waarschijnlijk heeft hij een beweging gemaakt en zodoende de lichtinval onderbroken waardoor mske ineens die vluchtige schaduw kreeg.

En nu … nu is er buiten erg veel licht. “Hoor’ zei Slow “ze roepen dat we naar buiten moeten komen”. “Hoor” zei mske “het werk roept ook”.

Eikels

“Zeg, er ligt iets op de overloop” zegt Slow “ik heb er vannacht op getrapt”.

“Had je je sletsen dan niet aan?” vraagt mske. “Neen, ik was gisteravond bovengekomen met mijn sportpantoffels” antwoordt hij. Voor al diegenen die nu te paard en met zwaard hun wederhelft zouden aanvallen … mske niet. Ze zit meer in met Slow’s voeten dan met de toestand van de overloop.

Even later zagen ze de eikel liggen. “Die komt zeker van dat potje dat ik gisteren gebroken heb” zegt Slow. Die potjes staan op het kistje naast de voordeur en Slow had daarvan eentje gebroken waardoor enkele van de decoratietjes los gekomen waren van de oasis en mske had alles bij haar op het buro gelegd om te plakken.

“Sloef?” vroeg Slow. “Natuurlijk” zei mske, die weet dat ik graag met de potpourri, droge bloemekes en aanverwanten leur. Maar ze vroeg zich toch af of ik die eikel naar boven zou slepen. En ze bekeek me erg argwanend en zei: “Sloe-oef? “Fwiet, fwiet, fwiet” deed ik en zei: “ik ga eens kijken of ik soms niet boven ben”.

Page 7 of 9

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén