Een groep wandelaars liep over een prachtig aangelegd wandelpad. Dat volgden ze op aan de hand van een -voor hen- uitgestippelde wandelroute.
Tot plots één van hen opmerkte dat ze niet écht juist zaten. Ze zaten te westelijk. Ze besloten dat ze best de eerstvolgende afslag richting oosten zouden nemen om dan onderweg terug de juiste weg in te slaan.
Dat deden ze en ze hielden goed de afslaande wegen in het oog, maar ze zagen enkel een onooglijk smal hobbelig en niet plat gelopen paadje. Ze overlegden. Dat kon het nooit zijn, zo kramakkelig kon de juiste weg niet zijn.
Bij de volgende afslag, een mooi geplaveid wandelpad, vervolgden ze hun weg.
Tot die ene weer opmerkte dat ze hier ook niet écht juist zaten. Ze zaten te ver naar het oosten.
Zou het toch dat onooglijk wegeltje geweest zijn? Neen, dat kon niet.
De groep hield zich aan de voorgeschreven route. Maar de opmerkzame besloot de groep te verlaten en terug te keren naar het hobbelige paadje.
Want de juiste weg is daarom niet altijd geplaveid of aangelegd.
De gulden middenweg1 is niet van goud, hij is niet gemakkelijk te bewandelen noch gemakkelijk te vinden.
Maar iedereen in zijn/haar waarde -of gewoon gerust- laten is al een handige wandelhulp.
____________________VRT NWS – url: https://vrtnws.be/p.nwbaZ78Jp