In de moderne ging ik naar de schoolbibliotheek tot de dag dat ik er geen boeken meer kreeg want de non had van mijn moeder gehoord dat ik te veel las, niets deed in het huishouden en ook niet studeerde.
Waarom ik, eens getrouwd, niet naar de gemeentelijke bibliotheek ging, ik weet het niet. Maar mijn ex bracht wel boeken mee uit de bibliotheek van zijn werk.
Soms viel dat mee, soms viel dat tegen. Ik heb tijdens mijn bevallingsverlof meerdere boeken van Jef Geeraerts1 gelezen, die me niet echt bevielen maar daarmee kon ik er toch over meespreken.
Er waren er wel meer maar het zijn de bijblijvende die ik me herinner, natuurlijk. Zo was er dat ene boekje dat in die tijd wel af en toe actueel was.
Toen kwam de dag dat de instantie waar mijn ex werkte de deuren sloot, de boeken verkocht aan een bibliotheek en ik me afvroeg of ik daar dan dat ene boekje kon herlezen. Neen. Die bibliotheek had dat boekje niet. Ze hadden enkel de academische werken en antieke boeken in de bibliotheek opgenomen, alle andere waren weg, verkocht of vernietigd.
Dat ene boekje bleef me op de maag liggen. En zo af en toe, als het weer eens actueel werd, had ik het graag herlezen.
Internet kwam, de situatie deed zich voor en ik googelde … op de titel, want de schrijfsters naam herinnerde ik me niet.
Tot vorige maandag, het in mijn oog viel -want dat deed het dus wel, als je voor een enorme Kringwinkelbibliotheek staat en dat ene boekje de aandacht trekt- en ik het met een “aha” gevoel in mijn winkelmandje legde.
Thuis vond ik dan de twee blaadjes van “De Druivelaar” van 1981. De periode zou best wel overeen kunnen komen.
Maar nu heb ik dat boekje en nu kan ik het wel opzoeken. Ik kon het vroeger niet vinden ondanks dat het al minstens twee verschillende Engelstalige titelversies heeft en verfilmd werd.
En ik wist dat allemaal niet omdat ik enkel op een Nederlandstalige titel zonder naam van schrijfster had kunnen googelen.
Waarover het gaat? Over een -een beetje romantisch beschreven- tienerzwangerschap. Eigenlijk ben ik blij dat ik het kon herlezen en ik ga het houden. Anderzijds is het maar gewoon een mooi verhaaltje.
Maar tienerzwangerschappen gaan ze nu ook halvelings afdoen als een hedendaags probleem en er op inspelen. Er is er dan ook veel over te doen en er wordt veel over gepalaberd.
Vroeger werden de meisjes, die daarna niet trouwden, weggefoefeld tussen het behangpapier en de muur en werden de borelingen benoemd met een erg lelijke naam.
Daarom is dna wél een nuttig iets. De mededader van slechte wil komt er niet zomaar meer mee weg.
____________________
1 Jef Geeraerts