De vierde dimensie, ik haalde ze al aan voor situaties waar ik me nogal onzichtbaar voel.
Maar men heeft het ook over teveel mensen op deze wereldbol en soms heb ik de indruk dat ik diegene ben voor wie geen plaats is.
Schering en inslag is het. Als ik ergens sta naar iets te kijken dat men voor mij komt staan of dat men gewoon die plaats opeist omdat ze vinden dat ze daar best een tafeltje voor één of ander zouden plaatsen. Of ze willen een doorgang creëren en ja, precies dààr. Of ze willen de wachtrij kruisen en als ik niet snel genoeg een stap achteruit zet, zelfs over mijn voeten.
Zeg ik er wat van? Ach neen, ik ben niet zo zeggig.
Bovendien moet je daarmee oppassen. Als er een auto op het voetpad geparkeerd staat loop ik er gewoon rond, zélfs als die voor mijn voeten parkeert. Je haalt toch je gelijk niet. Het beste kom je er vanaf met: “het is maar een minuutje” of zoiets. Het kan erger. Het stond deze week in de krant1.
Maar gisteren in de Colruyt was het efkes te veel. Er was weinig volk. Er stonden weinig mensen aan te schuiven aan de kassa en toch zuchtte de vrouw. Ze stond tussen twee rijen in in de hoop dat één of andere haar zou voorlaten. Ze deponeerde haar tas, want ze had geen kar genomen, precies àchter Lucs voeten. Ik had zin om te zeggen dat ze te dichtbij kwam, maar ach, toch maar liever niet.
Onze artikelen werden gescand, Luc neemt de tweede kar en ik zeg de kassier dat ik met de app wil betalen want ja, ik betaal daarmee, ik vind dat gemakkelijk, geen gedoe, enkel een vingerafdruk. Nog voor ik dat kan doen, deponeert die vrouw haar tas in de -nu lege- kar en ze geeft me daar een stoemp dat ik tegen Luc opbots.
En dan ontsnapte me een: “Pardon hé seg Madam”. Ja, wat zegt een mens, die meestal alles maar zozo laat, in een opwelling?
Ze stond al de hele tijd haast in mijn schoenen en in mijn nek te blazen en ik vond het jammer dat ik mijn corona T-shirt” niet aan had.
____________________1 Het Nieuwsblad