Soms, eerder vaak zelfs, vragen wij ons af of het bij de opleiding tot architect behoort om wc-rolhouders, dan wel aan de zijkant, maar toch de achterzijde van de wc te voorzien. Erg handig is dat niet. Heeft het met ouder worden te maken? Of toch meer met ongemak als je moet zorgen dat de slippen van je badjas, je ochtendjas of eender welk langer kledingstuk … ik moet er toch geen tekeningske bij maken?

(Lees verder onder de foto)

En bij het schrijven dezes valt me ineens iets in. Bij Center Parcs bijvoorbeeld zie je dat ze erg gericht zijn op mensen met kinderen. Daar staan telkens de kinderstoeltjes klaar, soms zelfs al aan de tafel.

Zijn die wc’s misschien voorzien voor de kreten zoals “Mama/papa, ik heb gedààn”, in welke taal dan ook? Want dat is de enige situatie waarin ik het gemak van die raar geplaatste wc-rolhouders kan inzien.

Over ander ongemak had ik het in het verleden al, namelijk over de manier van het moderniseren van oudere sanitaire voorzieningen. Die bestaat er uit dat elke vierkante cm aan vrije ruimte wordt ingenomen door enorme bakken die er vooral op voorzien zijn om niet gepikt te worden. Ik begrijp dat, het pikgehalte indachtig, maar ze verliezen wel de oorspronkelijke bedoeling van het lokaaltje uit het oog.

(Lees verder onder de foto)

Pikklare oplossing zoals gezien in een cafetaria in Postel.

Mijn grootmoeder noemde dat plaatske eerst -het houten kotteke op het erf- “het huizeke” en later, toen ze op een appartement woonde “het kabinet” maar soms ook”het gemak” .

Veel gemak is er niet meer aan.