Er was eens een vrouw in peignoir
Zij stond buiten op het trottoir
Nam foto van Luc
Hij had het wat druk
Naarstig veegde hij een couloir
[© ms – 16 januari 2024]
Tag: Winter
Zag niemand het aankomen? Jawel, ik wel. Op de app van KMI kon ik al twee weken zien dat de temperatuur bij de aanvang van deze week een duik zou nemen en ik dacht: “Ja, lap”.
Want, weet je, het is schering en inslag, als wij in de winter uithuizig zijn moet en zal het vriezen, gewoon omdat we niet ten volle zouden kunnen genieten van onze uithuizigheid.
De oorzaak daarvan? Een bevroren waterleiding in 2012, zo erg dat de douchekraan uit de badkamermuur was gevroren. Over oorzaak en reden spreken we niet meer, maar het gevolg blijft voelbaar.
Dus ja, zondagavond was het effectief zo ver, we gingen onder nul. Maar zondagmorgen gingen ze het er in de krant nog eens goed inwrijven, met woorden als putteke winter en:
Vanaf maandag krijgen we enkele ijsdagen voorgeschoteld, waarbij de temperaturen niet boven het vriespunt stijgen.
En welke dagen waren dat? Juist ja.
“Een digitale meter bevriest niet” zei de installateur. En wie staat daar dan weer erg argwanend tegenover?
“Een kartonnen doos of een oude seuzze is genoeg voor de waterfilters” zei een andere installateur. En wie kocht er onmiddellijk een slimme stekker om een quartzstraler aan te sluiten? Net of ik die zo graag opzet als we er niet zijn.
Het werd koud, het dook onder nul en ik hield van op afstand de temperatuur hier ten huize in het oog.
Nu we thuis zijn is het pas duidelijk dat het hier gevoelig kouder is dan aan zee -gisteren was het min 8°, om 11u nog altijd min 6°- en zijn we opgelucht dat het water en de filters stand hebben gehouden zonder quartzstraler.
En, zoals naar goede gewoonte bij onze thuiskomst, stond de rookmelder in de gang te piepen. Deze keer was hij niet alleen, die van de slaapkamer deed mee.
____________________1 Het Nieuwsblad
Had ik vorige week dinsdagmorgen geweten wat ik een pozeke later wel wist …
Meestal vergeet ik niks. Nu stonden we daar in de Eifel en had ik de lokale wandelkaart niet bij. En ja, die hadden we nodig, want met dàt echt winterse weer mocht die auto daar op die parking blijven staan en zouden we wel van het park uit vertrokken zijn.
Zonder kaart? Die dinsdagmorgen? Dat was toch geen probleem zeker. We zouden, de ons goed gekende wandeling via Sassen naar “Baumhaus Holzberg” nog eens maken.
En dan kon ik onderweg, op de splitsing eens kijken welk nummer die andere, je weet wel, de bespookte, had en we vertrokken.
Eens het park uit werd de weg een schaatspiste. “Maar ach” dacht ik “op de aardeweg zal het wel beter gaan”. Maar dat was verkeerd gedacht. “Maar ach” dacht ik “op de bosweg zal het wel beter gaan”. Dat was ook verkeerd gedacht.
Gelukkig was het in het dorp van Sassen, tussen aardeweg en bosweg in, wel ijsvrij.
Toen moest dat bergske af naar die boomhut nog komen. Daar had Luc, die maandagavond al zijn vrees over uitgesproken, niet over ijzel maar over steil met sneeuw. Die had ik weggewuifd met: “dan houden we ons maar vast aan de takken van de bomen”.
Dat viel ook eigenlijk wel best mee. Het was enkel dat afslaan dat wat -heel erg- glad verglaasd was en de takken van de bomen waren geen takken van bomen maar doornstruiken.
En ik dacht … Weet je wat ik dacht? Wel ik dacht aan de reacties als één van ons beiden daar een totter zou gaan en één of ander zou breken. Dan zou je de commentaren nogal horen. Ik hoorde ze in gedachten. Ze zouden zeggen dat het toch wat zelf gezocht was van ons. Zo op onze leeftijd een boswandeling gaan maken op ijzel was toch de hemel verzoeken.
We geraakten goed terug in het huisje, pakten onze goeie frak en gingen in de parksupermarkt twee achten en een fleske wijn halen om de goede afloop te vieren.
En al bij vonden we ik die wandeling -achteraf- toch wel plezant. Wel was ik blij dat ik het fototoestel in het huisje had gelaten. Dat was dan niet voor de ijzel met valgevaar zo gedaan maar voor de voorspelde sneeuwregen.
Maar zoals ik al zei … had ik die dinsdagmorgen geweten wat ik een pozeke later wel wist, we waren niet vertrokken.