Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: september 2014 (Page 2 of 3)

Carwash

De dag dat Landen overstroomde, merkten wij daar niet veel van.

Sedert onze terugkeer uit Schotland had Luc gezegd dat onze auto toch wel eens mocht gekuist worden. Dat ging hij doen de dag na die overstromingen. Maar omwille van de kwaal waar wij nogal eens durven aan lijden, zocht hij een carwash op het internet, legde de plannen ter goedkeuring op tafel en vertrok.

De auto blonk, het interieur was gestofzuigd … een pareltje.

De dag nadien reden we naar de Colruyt. Ik schrok toen Luc doodgemoedereerd de weg naast de spoorweg nam, want die was door de overvloedige regen toch erg modderig geworden.

Luc was optimistisch. “Die zal nu wel weg zijn” zei hij.

Eens thuis zei hij wat anders. Hij zei: “Je ziet niks meer van dat kuisen.”

Tja, dan zat er niks anders meer op dan met een vuile auto rondrijden zeker, want zo voor iedere veeg naar de carwash rijden, dat zie ik ook niet zitten.

Sjaans! Want eergisteravond was het weer zover.

Spelletjes van vadertje tijd

“De tijd vliegt” zeggen ze. Dat zal wel, dat ondervinden wij ook. Maar er zit wel een maartje aan vast.

Kijk, we moesten om 10u bij de bank zijn. Ik sta op om kwart voor negen. Ik ontbijt. Ik kijk even naar het blog, gewoon om te kijken of het geplande postje er wel staat.

En dan gaat het fout. Ik ga douchen. Op dat ogenblik is het kwart na negen.

Ineens zet die tijd een versnelling in en kom ik uit de douche om 9.35u. Onbegrijpelijk, maar kom.

Ik spring in mijn kleren, laat de dagcrème voor wat hij is, zet een streep rond mijn ogen en stap in mijn schoenen terwijl ik mijn ringen aansteek en mijn armbandhorloge omdoe. We stappen naar buiten, in de auto en rijden naar Landen.

Aangezien we niet in die Stationsstraat kunnen parkeren, dat kan wel maar dat riskeren we niet, zetten we de auto in een zijstraat nog voor we de Stationsstraat inrijden. We moeten zo ongeveer een 500 m stappen. Dat doen we. Ik stap me de ziel uit het lijf, gooi de deur van de bank open, geen paniek hoor, die gaat automatisch, en kijk op mijn armbandhorloge.

En dan snap ik het niet meer. Op dat ogenblik is het nog zeven vóór tien.

Dus die versnelling tijdens de douche is weer omgezet in een vertraging achteraf. En geloof me, al onze klokken staan gelijk.

Dames!

De tijd dat ik me over de wereld verbaasde ligt reeds lang achter me en zeker als het gaat om iets dat des mensen is.

Er worden steeds meer mannen betrapt op het dragen van camera’s en ander filmtuig in hun schoenen. Ze doen dat om onder de rokken van de vrouwen te filmen. Verbaast me dat niet?

En dat een uitgekiende fabrikant dat gaat gebruiken om schoenen met camera’s te fabriceren en te verkopen, verbaast me dat dan niet? Je zou toch denken dat hij moest weten dat de politie daar een stokje zou voorsteken. Dat doen ze dus, ze zoeken 2.500 paar schoenen met voeten er in van mannen die onder rokken willen filmen.

Je zou zo denken dat geen enkele vrouw nog een rok of een kleed zou aantrekken. Maar ach … in de zomer draag ik ook graag wat fleur en zwier.

Wat ik me nu afvraag is of ze geen vrouwenschoenen hebben gefabriceerd. Dan konden we er tenminste achter komen hoe het nu zit met dat welles of nietes gedoe van de Schotten en dan heb ik het niet over hun referendum van vandaag maar over de onderbroek onder die kilt.

Nu moeten we wachten tot ze een Marilyn Monroeke doen.

De nieuwe missionarissen

De bel ging. Ik opende de deur.

Ze vertelden dat ze vrijwilligerswerk deden. Dat ze het wilden hebben over de levensomvatting* en dat ik dat ook kon opzoeken op hun website.

Ik bedankte hen en sloot de deur.

Ik zei wat over een nieuwe vlag en dezelfde lading. “Ik zag die daarnet op een trosje op de parking van de feestzaal staan” zei Luc. Zelfs aan hun kuddegeest was niets veranderd.

Achteraf bekeken vind ik het nogal deprimerend dat er mensen zijn die vinden dat ze nog werk hebben aan mijn levensomvatting.

* Dit is geen tikfout.

De man die de maan filmt

Het begon op vakantie. Op zeker ogenblik ging de afsluiter van de camera niet dicht. We dachten dat er misschien wat vocht van de regen tussen was geraakt.

Eens thuis merkten we enkele wazige opnames en we werden echt wel wat ongerust. Stel dat die camera uitvalt. En we overwogen om een goedkoop exemplaar bij te kopen als reserve.

Maar Luc ging googelen op die mankementen en zat op een zeker ogenblik verbaasd naar zijn scherm te kijken. Hij zei: “kom eens”. Het filmpje op youtube vertoonde enkel de maan, maar dan gefilmd met een identieke camera als die van Luc.

“Ik wist niet dat die dat kon” zei Luc. Hij ging het testen. Sedertdien filmt hij de maan. Hij vindt het nooit goed genoeg, al kunnen we bijna zien wat zich in die kraters bevindt.

Een goedkoper exemplaar als reserve? Dat idee hebben we laten varen. We gaan voor een zwaarder model en dan kan deze als reserve dienen. Hij is tenslotte ook al vier jaar oud.

Alleman gerokt

Ik zou het er moeten over hebben, maar eigenlijk … wat valt er te vertellen? We waren samen met Amke en Ella naar het Schots Weekend, beter gezegd, de Schotse zaterdag.

We hebben er veel gezien en veel bezien maar vooral hebben we veel gehoord. Veel doedelzakmuziek dan. Luc was in zijn nopjes. Niet Luc alleen natuurlijk, maar Luc is verkikkerd op doedelzakmuziek. Mensen die er niet zo van houden, moeten dus echt niet dit filmpje bekijken.

Wie nu dacht dat we, na het eens gezien te hebben, er genoeg van zouden hebben … niets is minder waar. Als het past tussen de evenementen door gaan we volgend jaar weer en dan wel voor het ganse weekend.

En als het past, t.t.z. als het niet regent, staan we op 11 oktober in Lommel.

De zwakke weggebruiker

Nadat één van de collega’s in Eindhoven nogal onzacht in aanraking kwam met een aanstormende fietser, terwijl hij zich toch op het zebrapad bevond en daarna nog de huid vol werd gescholden door diezelfde fietser, begon ik te denken dat het misschien mogelijk was dat in Nederland andere regels golden aangaande het fiets- en voetgangersverkeer.

Nu echter, op dat ene kruispunt in Utrecht, bleef ik netjes staan wachten, nadat ik op de knop had gedrukt om aan te geven dat ik wou oversteken. Toen het verkeerslicht groen werd voor de voetgangers stapte ik het zebrapad op. Ik hoorde Luc. Hij zei: “Pas op een fietser van links!”

Ik bleef stokstijf staan en de fietser reed pal voor mijn neus door. Ik vond dat ik niets fout had gedaan. Het was groen voor mij en ik bevond me op een zebrapad. Maar toch … je weet maar nooit met die Nederlandse wetgeving … dus vroeg ik het na.

Alle Nederlandse collega’s waren akkoord. Die fietser had moeten uitkijken want ik bevond me waar ik me mocht bevinden.

Maar toen kwam de lokale veiligheidsagent er tussen en die zei: “fietsers hebben in Utrecht altijd voorrang”. We keken hem allemaal verbaasd aan, want dan dienen die lichten tot niets. Maar de man vervolgde: “tenminste, dat denken de fietsers”. Dat leek er al meer op.

Later liepen Luc en ik over het nieuw aangelegde plein aan het station, dat trouwens nog niet volledig klaar is. De fietsers zwermden rond ons. In alle richtingen reden ze en dat zonder in acht te nemen dat wij daar liepen. Als ik zeg dat het een uiterst onaangename ervaring was, is dat zeker een parabool. Het was er ronduit gevaarlijk, want een klap van een fiets kan ook hard aankomen.

Voetgangers in Utrecht zijn loslopend wild en geen zwakke weggebruiker. Zoveel is zeker.

De koffer in gedoken

De man kwam achter de auto gelopen. Nu niet dat die man ons achtervolgde, want wij reden niet en dat konden we ook niet, voor ons was een hindernis, we stonden namelijk geparkeerd.

In elk geval, de man zwaaide met zijn armen en deed teken. Luc opende de deur en stapte half uit. De man zei: “niet dat het mijn zaken zijn, maar het rechter remlicht werkt niet”.

Ik begreep eigenlijk niet goed waarom dat linker remlicht dan wel bleek te werken aangezien we, wel vertrekkensklaar maar toch nog, geparkeerd stonden.

Maar een niet werkend remlicht, dat is wel ernstig en we hadden blijkbaar geen vervanglampjes. Die zijn we maar even gaan halen toen we voor de bobbel in Tienen waren.

Eens thuis kondigde Luc aan dat hij de lamp ging vervangen om even later te roepen: “kom eens”.

Wat bleek? Je moet die lamp er langs de binnenzijde van de koffer uithalen en gezien Lucs lengte kon hij zich niet zo krullen dat hij er bij kon. Ik wel, maar dat lampje zat nogal hoog. Ik kroop half in de koffer.

Dat was het signaal. De overbuurvrouw ging haar gras afrijden en om de hoek schuin tegenover kwam een kwebbelkous, die hier net aan onze auto een andere kwebbelkous kwam te ontmoeten, die daar net onze hoek omkwam. En ze bleven staan. Dat doen kwebbelkousen meestal.

Ik stapte terug uit die koffer en zei: “naar binnen”. Luc protesteerde: “maar dat lampje”. Maar hij weet heel goed dat ik het niet kan hebben dat ze op mijn handen staan te kijken, in dit geval mijn achterste onderkant die uit de autokoffer stak.

Ze zijn nog een hele poos door blijven kwebbelen. “Zou een ander wachten tot jij klaar bent met wat dan ook?” trachtte Luc me te overhalen Dat hielp niet.

Eindelijk gingen ze weg … of neen, toch niet. Eén van beiden ging nog even buurten met de overbuurvrouw.

Eens ze uitgepraat waren, was de overbuurvrouws gras nog niet volledig af. Maar dat stoorde niet. Ik dook terug de koffer in, haast helemaal deze keer. Enkel mijn benen bungelden er nog uit.

Over samenwerken gesproken … Ik keek waar het spul zat, nam Lucs hand en loodste het naar de juiste plaats. Ik zei in welke richting hij moest draaien. Ik had dat zelf kunnen doen ware het niet dat dat verduvelde ding muurvast zat.

Het is ons gelukt. Het remlicht doet het weer. Alleen kregen we alle twee op het einde zo de slappe lach dat ik haast niet uit die koffer geraakte.

De bobbel

Geen twee zonder drie! En hopelijk stopt het bij drie. Niet dat het serieus is of vervelend. Het is gewoon wat het is. In mijn geval … een bobbel.

Ik had er ene op mijn oog toen ik acht jaar was, in 2006 werd een tweede verwijderd en nu was het weer zover.

Die was pas het laatste jaar hinderlijk geworden. De halsuitsnijding van t-shirts of de kraagnaad van bloezen zat er altijd op. Met een topje was hij zichtbaar.

Ik maakte een afspraak bij de dermatoloog. Haar advies was: “weghalen”. We maakten een afspraak voor gisteren om kwart voor twaalf.

Er kwamen mensen na mij de wachtkamer in. Die gingen voor. Wat bleek? De dermatoloog zei dat ik te laat was, dat de afspraak om kwart voor elf was geweest. Zut!

Maar het liep allemaal nog goed af, ze vond nog een gaatje en de bult is weg.

Nu zit er een plakker.

De cameraman

… loopt achter mij, ik zoek het spoor. Als hij blijft staan om te filmen, zie ik dat niet.

Als ik dan later zijn opnames bekijk, valt het mij op dat hij meermaals mijn achterkant heeft gefilmd. “Natuurlijk” zegt hij “jij loopt voor mij”.

… duwt de camera in mijn handen als hij rijdt. Ik film. Hij zegt “stop” maar nooit “start”.

Als ik dan later zijn de montage bekijk, zie ik ook opnames die ik maakte.

Maar het belangrijkste is dat we van alles en nog wat beelden hebben als herinnering.

De cameraman heeft een hobby waar ik ook plezier aan beleef.

Page 2 of 3

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén