“Jullie zijn Belgen” zei hij toen hij onze ID’s bekeek. Natuurlijk zei hij niet: “jullie zijn Belgen”, hij zei dat in het Frans.
En toen boog hij zich wat naar voor en vroeg of hij wat mocht vragen. Want zie je, hij zou binnenkort een tocht maken naar Brussel en nu vroeg hij zich toch af, met alles wat je hoorde over die taalperikelen, of hij daar als Fransman, zich wel verstaanbaar kon maken.
Ik heb hem maar een korte versie van de feiten gegeven. Hij was gerust gesteld.
Waarom ik daar nu een blijkbaar nietszeggende foto nam? Om dat arm takje vlinderstruik dat daar eenzaam en verlaten de boel trachtte op te fleuren.