Het begon ooit, vele jaren geleden, toen onze Duitse vriend het had over een kerstmarkt in Aken en wij daar met hem naartoe trokken. Het was gezellig, sfeervol, kerstig en speciaal.
Pas enkele jaren later doken de eerste kerstmarkten bij ons op. Ze waren ontgoochelend koud en weinig gezellig. Ze vormden geen geheel maar allemaal aparte kraampjes en elk voor eigen gewin.
Pas ergens in het begin van deze eeuw zijn Luc en ik een paar jaar na elkaar naar die van Brussel gegaan. Uiteindelijk werden we die beu. We gingen ook eens naar die van Antwerpen, die zei ons niks. En die van Leuven was het toch ook niet helemaal. En we gingen niet meer.
Pas toen Kleindochter er over begon, net vóór corona, gingen we terug eens wat rondkijken, maar wel naar de wat beter gerenommeerde.
Vorig jaar jaar vond Luc de kerstmarkt van Eupen. En die beviel ons zeer goed, beter dan verwacht.
Dit jaar gingen we, zoals verteld, naar die van Maredsous, zoals verteld. Die was erg goed, een beetje meer Fransgetint met allerlei soorten artisanale producten uit het Zuiden, maar toch wel gezellig, ondanks de drukte.
Uiteindelijk zijn we dan toch maar na een boekenverkoop, doorgereden naar die van Eupen ook.
Ik lees nu in het Nieuwsblad dat die van Leuven zo goed is, met een toren1 met een bar -of twee- er in. En op de foto zie ik ook een reuzenrad. Zouden we gaan? We kunnen nog tot zondag. Ik denk het niet. Ze noemen het een authentieke sfeer maar zo klinkt het niet echt.
Ondertussen is die van Brussel dan geen kerstmarkt meer, maar heet ze “Winterpret” en lees je heel andere commentaren over overlast wegens te groot en hordes dronken toeristen die wildplassen en over één grote braspartij.
Zijn wij nu eigenlijk te rap content met gewone kerstmarkten, genietend van de geur, met een braadworst en wat Glühwein -of chocomelk- tussen mensen die daar ook content mee zijn. Voor ons moet het allemaal niet zo groot en spectaculair worden, want daar komen vodden van.
____________________
1 Het Nieuwsblad
2 Het Nieuwsblad