Het eerstvolgende boek dat ik koop, voor zover ik in de Kringwinkel geen ander interessant koopje tegenkom, zou wel eens “Geef dat kind een slok jenever” van Dorine Hermans en Els Rozenbroek kunnen zijn.
Waarom? Omdat in mijn kindertijd het rattenkot ook nog als dreigmiddel gebruikt werd?
mske zat in het derde kleuterklasje en ze leerden een gedichtje of toneeltje maar in elk geval moest mske bij Polleke appels gaan kopen en ze zei: “Neen”. En de zuster wilde haar in het rattenkot steken en voor de deur vroeg de zuster of ze nu appels ging kopen en mske hield stand, ze zei: “Neen”. Gelukkig was het middag en moest ze naar huis! Vies rattenkot!
Doorzicht en logica en een simple vraag; “Waarom niet?” hadden hier een oplossing gebracht want waarom wou mske niet? Wel simpel! Polleke hàd helemaal geen appels!
Niet helemaal daarom alleen.
Maar hier ergens tussen mijn concepten staat het nooit begonnen logje: “Kinderen zijn big business”. De grote commercie heeft de weg naar de kinderwereld gevonden.
Ook nog omdat opvoeden blijkbaar de taak van de kinderen is geworden, als je ziet dat ook op de reclame voor de verkeersveiligheid de kinderen beloftes van hun ouders gaan afdwingen. Zo werkt het niet. De ouders moeten hun kinderen leren wat wel en wat niet kan, wat wel en wat niet hoort, wat wel en wat niet mag. Ze zijn er niet alleen om hun portemonnee open te trekken als een kind zijn mond opentrekt.
Het rattenkot hoeft niet, de nieuwe trend ook niet.
Het boek heeft het over nog meer van die oudere opvoedingstips. Een slok jenever heb ik nooit gehoord. Over een tut die even in jenever gedoopt werd, hoorde ik wel nog. Mijn moeder vond dat namelijk ongehoord.