Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Kattenhistories (Page 3 of 22)

Van de aap met de hoed

Gisterenmorgen zat ik hier, tijdens een kortstondige afwezigheid van mske, in de internetgazet te lezen. Ineens ging mijn haar rechtop staan en ik schrok me een hoedje. Natuurlijk schrok ik me geen hoedje, wat kan een kat met een hoed doen, maar dat is zo een manier van zeggen van de mensen.  Ik schrok me een aap is al even onnozel, voor een kat, maar tot daar toe. Ik schrok. Of moet ik nu gewoon schrijven dat ik me rot schrok. Dat deed ik nu ook niet écht, maar “rot” klinkt niet erg appetijtelijk, gezien het volgende.

Want ik schrok nog erger toen ik efkes later mske hetzelfde artikel zag lezen. Ik voelde me er echt niet goed bij.  Ik vond dat Slow ineens zowat loens naar mij keek en dat mske likkebaardde toen ze me zag … of kwam dat nu omdat Slow haar vertelde wat hij als middagmenu had voorzien?

Kunnen jullie, lezers van dit blog, me nu, na het lezen van dit artikel eens vertellen of ik me zorgen moet maken en mijn biezen moet pakken.  Of zie ik spoken?

Vrijheidsbeperking aangeklaagd

Situatieschets: de pc-tafel staat vóór mske, het buro staat achter mske. Als mske wat wil schrijven duwt ze zich af en maakt die stoel een schwung zodat het buro voor mske komt te staan en de pc-tafel achter haar. Dat is ieveranst logisch newaar.

Op dat buro liggen op de verste hoek enkele papieren die nogal wel eens nodig zijn. Maar omdat dat warmer is aan mijn kattengat ging ik daar op liggen waarop mske daar een gekleurde sponzen handdoek, die ze niet meer gebruiken op de badkamer maar nog wel in de keuken om hun handen af te drogen, oplegde. Erg katvriendelijk. Alleen werd het toen zomer en lag ik liever op mijn palier.

mskes drinken zoals daar zijn kruidentheethermos en bijhorende pot en koffietas en bruisfles en bijhorende pot stonden altijd op de pc-tafel in de hoek vanachter rechts. Sedert de komst van de laptop staat dat drinken op het buro. Maar het materiaal waaruit de pc-tafel gemaakt is verdraagt wel gesmoste vochtigheid terwijl het buro daar een tekeningske gaat van maken.

Slow opperde dat afdrupdoekskes, zoals men die in cafés en tavernes wel ziet, wel eens de oplossing zouden kunnen zijn en hij kwam op de proppen met een witte sponzen handdoek die nog wel doek is maar niet echt meer spons, gezien zijn luskes fel aan het uitdunnen zijn. Hij legde die opgevouwen op ’t buro in de plaats van het stuk keukenpapier dat mske daarvoor gebruikte, waarop mske besloot dat ze die eens op de gepaste maat zal knippen zodat ze er twee hebben.

Zo kon het gebeuren dat ik op een schone frisse ochtend met mijn sikkedeizen van het buro gevlogen ben wegens niet getolereerd op de witte handdoek en met verwijzing naar de gekleurde.  Bovendien kreeg ik, toen ik er tegen mske over mopperde, van haar geen gelijk en kreeg Slow, toen hij er tegen mske over mopperde, van haar wel gelijk.

Wat zei ik? Katvriendelijk? Een politiestaat! Dat is ’t.

Maar half content

mske kwam uit het buro. Ze sloot de deur. Ze keek naar de grond. Ze keek naar de trap. Naar mijn palier. Zij keek naar mij. Ik keek naar haar.

mske zei: “fijn hoor Sloef dat je de spinneninvasie tot een minimum beperkt. Maar zou je in het vervolg de kadavers kunnen wegruimen?”

Zwaar accident

Rustigskes op Sloefse wijze lag ik op mijn palier van het zonneke door het raam te genieten, zoals ik al zo dikwijls deed.

mske kwam van de badkamer en liep richting trap, zoals ze al zo dikwijls deed.

Wat er toen voorviel weet ik niet, maar mske zwijmelde even.

Ik gaf me daar een kres van jewelste en mske zei: “ai Sloef”, maar het was wel mijn staart waar ze op trapte hé.

De slaapkamer van Sloef

We gaan hier geen gedetailleerd plan van dit huis opgeven, we hebben al vermeld dat de indeling nogal bizar is. Daardoor is er net naast Slow en mskes slaapkamer een uitsparing van zo een goeie m².

Aangezien er van de hier in huis aanwezige kasten geen enkele in die nis paste had Slow daar zijn dozen met platen in gezet. Sedert ik alleen ben wou ik natuurlijk altijd zo dicht mogelijk bij Slow en mske zijn en nestelde me ’s nachts tussen de platen.

Maar dat wou mske niet zo graag. Niet voor de platen, niet voor mij en voor wie weet wat nog allemaal niet.

Nu zijn de platen weg, de nis is leeg. Neen, niet echt leeg, want mske heeft de kattenkop van Whiskas daar gezet. Nu had ze niet echt verwacht dat ik in die kattenkop zou gaan slapen. Ze was dus uitermate tevreden toen ik dat ergens vorige week toch deed.

Sedertdien kijkt ze elke avond, voor ze haar kamerdeur opent, of ik er al in lig. Gisteren was dat niet het geval en toen zei ze: “Sloef, zou je niet maken dat je in je bed ligt jong, het is al laat”.

Hooligan Houdini

We hebben het hier al over de deur van het bureau gehad, een deur die je echt wel in het oog moet houden of het kleinste kind krijgt die open. Dus ook ikke, Sloef, de kat. Nu letten Slow en mske meestal wel op dat die deur wel degelijk dicht schiet maar soms, heel soms zijn ze gehaast of zo en dan volstaat …

Vanmorgen was ze dicht. En ineens knotste ik daar met mijn hoofd tegen die deur om binnen te kunnen, zo erg dat mske zich een aap schrok en Slow zei: “Hooligan!”

mske deed de deur open maar ik was al weg en zat haar van boven aan de trap te bekijken. “Kom je of kom je niet?” vroeg ze. Ik gaf geen krimp. “Het is nu of niet” zei ze. Ik bleef zitten. “Goed” zei ze “als jij denkt van met mijn voeten te spelen …” en ze sloot de deur waarbij ze heel nadrukkelijk de schieter in het schietgat liet springen.

Denk je dat ze dat vergat? Neen hoor, de ganse dag heeft ze telkens als ze het buro binnen of buiten ging heel goed op die deur gelet maar ook op haar benen, zodat ik niet snel, roefel, daartussen door naar binnen zou schieten.

Daarnet zaten ze aan de tafel toen ik doodgemoedereerd de keukendeur opentrok. “Ah!” zei mske “Houdini is ook daar”.

Hoe zou het nog met Sloef wezen?

Het is al lang geleden maar ik ga nog eens iets over mijzelf vertellen. Dat ik niet echt kan miauwen zoals andere katten en dat mske zegt dat ik een flutstemmeke heb, dat heb ik al meer verteld.

Maar laat nu toch vorige week Amke en Ella, toen ze hier waren aan mske vragen wat dat gekrijs was. “Sloef?” opperde mske. Wat later zei Amke: “ik hoor het weer”. “Sloef!” zei mske, al zou zij dat geen gekrijs noemen gezien mijn aantal decibels aanzienlijk lager ligt dan dat van welke kat dan ook. Wat stem betreft dan wel, want als ik begin te roefelen lijkt het of de hel is losgebarsten.

Gekrijs astemblieft! Nog een geluk dat ik aaikes krijg van Amke en Ella, als ze me vinden tenminste, want ik stop me wel weg als het er hier luidruchtig aan toe gaat.

Nu ben ik deze week toch begonnen met ’s ochtends iets voor zeven te gaan miauwen voor de slaapkamerdeur. En als mske soms hoopt dat Slow langer zou slapen dan mag ze dat nu toch vergeten. Vrijdagavond zei ze: “morgenvroeg wil ik hier niks horen”, maar ik heb gedaan of ik dat niet gehoord had en ja, Slow is om zeven uur opgestaan en mske al zuchtend dan maar om halfacht.

Vanmorgen om zeven uur ben ik weer voor de slaapkamerdeur gaan zingen, maar ’t heeft niet gepakt. Ze waren stokkedoof en zijn blijven liggen.

mske zegt dat ik dat doe omdat ik nu alleen ben. Als kat wel te verstaan.

Doe da ding weg!

Ik snap mske soms toch niet. Vele jaren geleden, nog in het wat-washuis, kwam ze eens af met zo een ding met koorden bespannen. Ik snapte de bedoeling niet, ze zei dat dat een krabpaal was, maar wie had er een krabpaal nodig als er boven op de overloop zo een leuk ruw gevlochten tapijt lag. Ikke nie!

Toen ik hier in de keuken sliep hing ze krabgeval daar op, dus ging ik maar elders slapen. Sedert ik in 2006 ziek werd en in het buro eens in de kasten heb gekrabd, sluit ze me in de gang ’s nachts. Daar heeft ze al een paar keer serieus van haar sikkedeizen gemaakt omdat ik aan de fruitbakske gekrabd had. Dus doe ik dat niet meer.

Nu onlangs merkte ze klauwsporen in de tegenlat van de badkamerdeur. Ze heeft niks gezegd, maar ze heeft dat rotding aan de klink gehangen.

Nu zegt ze dat dat voor dient en ze zei ook dat ze geen deftige krabpaal gaat kopen vóór ze weet of ik dat zou gebruiken of niet. Maar ik moet dat niet hebben, Dat ding rammelt als je daar aan komt en ik zou liever hebben dat ze terug zo een stuk tapijt legt. Dat rammelen is om te spelen, zegt ze, maar ik ben een serieuze kater en geen flosjige speelkat. Weet je, toen ze sprak over een deftige krabpaal zei ze daarbij dat die ook een slaapvertrekske hebben. Wel, ik ben van de slag de witte kattenkop gaan gebruiken die hier ondertussen ook al drie jaar nutteloos op die palier staat.

Het was zondag en ’t was nog vroeg

Het was zondagochtend en mske draaide zich nog een keer toen Slow opstond. Ze soezelde weg toen ze een gekraak hoorde dat haar onmiddellijk aan dit voorval deed denken, maar ze was al wat te ver weg om zich te realiseren dat … ineens schokte er wat. Het leek of het bed geprobeerd had mske er uit te joepen. Nu was ze wel wakker. Ze dacht aan Kulleprul en ze dacht héél even “Sloef” … maar neen dat kon niet. Ze sprong uit bed, keek er onder maar zag niks. Ze deed de deur open en riep: “Slo-ow! Ons bed is levend geworden!” “Dat is Sloef” riep Slow terug. Hij had me gemist bij mijn ochtendeten.

En toen begonnen ze in hun floerevaan naar mij te zoeken. Ik ben maar vanonder dat bed uitgekomen. De pret was er toch al af toen mske foeterde: “nu is ’t zondag en nu zijn we nog om 7u wakker.

Maar ze was niet echt kwaad hoor want toen ze opstond, ze is daarna namelijk terug onder haar donsdeken gekropen, zei ze dat ik in ’t vervolg in ’t bed moet gaan liggen. Van mske mag dat, Slow heeft liever van niet omdat hij al zo een slechte slaper is.

Ik ga het toch niet zeggen

Een tweetal weken terug vond mske een dode spin op de derde trede van de trap. Enkele dagen later vond ze een dode spin op mijn plaatske op de palier en ze keek wat verbaasd. “Sloef zit niet achter spinnen” zei ze tegen Slow.

Toen ze deze week de derde dode spin vond, ditmaal zowat tussenin op de achtste trede bekeek ze me eens doordringend en ze schudde met haar hoofd en dacht: “maar neen”.

Gisteravond zaten ze samen in de zetel naar “Stir of echoes” te kijken, opgenomen dan wel want ze hadden eerst naar dat spookverhaal van die klopgeest in Enfield gekeken, toen Slow mske wat in haar zij porde en teken deed dat ze naar mij moest kijken. Ik zat op de armleuning van de andere zetel en bestudeerde de muur ter hoogte van dat lint waar ze de draperies mee uit de weg houden. “Wat is ’t?” vroeg mske. “Een beestje” zei Slow. Toen zag mske het ook, een spin.

Maar aangezien ik geen aanstalting maakte om dat beest te petsen verflauwde hun aandacht en keken ze maar voort naar hun film, tot mske er ineens terug aan dacht. “Heeft hij nu …?” vroeg ze, maar Slow wist het ook niet. Nu denken ze dat ik op spinnen jaag omdat ik me verveel zo op mijn eentje.

Page 3 of 22

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén