Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Sunparks (Page 5 of 8)

Om af te ronden

En naar goede gewoonte -toch sedert Luc zijn filmcamera(s) heeft- komt hier ook nog een filmpje.

Veel is er niet meer over te vertellen, alleen dat de volgende boeking al een feit is. Het smaakt steeds naar meer.

De wandelingen

Toen we in vorige september hier in Vielsalm wilden gaan wandelen kochten we ons een wandelkaart. Daar staan elf wandelingen in de streek op, waarvan vier in Vielsalm zelf. We deden er toen twee.

Toen we het buro begonnen op te ruimen -opruiming die nu stil ligt dankzij die rechter schouder- vond ik tussen de wandelkaartjes toch een kaartje van Vielsalm. Daar staan elf wandelingen in de streek op, waarvan vier in Vielsalm zelf. Ja inderdaad! Dezelfde wandelingen, maar niet dezelfde kaart, want de oudste is op 1:50.000, de nieuwere op 1:25.000.

En ja, die kwam van die ene wandeling in 2011. Blijkbaar hadden we ons toen ook een kaart aangeschaft. Dat kon ik lezen in dat postje, want weten deed ik dat niet meer.

We hebben wel nog enkele wandelingen voor de boeg daar in Vielsalm, zeker dat we ze wel eens allemaal willen doen en die van 2011, die willen we herdoen, want die was echt wel schitterend.

Hij is er en wij hebben het geweten

Nadat we al vast kwamen te zitten in de diepe sneeuw van het park zelf besloten we maar eens af te wachten wat de wegen te bieden hadden.

Zelfs de hoge sparren die daar stonden, konden de hoeveelheid sneeuw niet aan. Terwijl we op de ruimer wachtten zijn er twee bezweken waar we bij stonden. Blijkbaar waren er meer.

Dat het op de weg gene vette zou zijn, hadden we ook al begrepen toen we op de TV ginder nog hoorden dat ZE de mensen van Oost-Brabant opriepen om thuis te blijven. Oost-Brabant? Zoals Landen? We zijn tegen 20km per uur naar de autosnelweg gereden, met het idee dat het daar wel beter zou zijn.

Beter? Het zou wat. We waren zo goed als alleen en slalomden hier en daar tussen de stilstaande mastodonten.

Luc opperde al om misschien beter over Tienen te rijden tot we hoorden dat de driehoek Aarschot-Tienen-Leuven er zo slecht bij. Ja lap! Niks te Tienen dus. Ook hoorden we dat er file was tussen Luik en Tienen. En bovendien werd aan de vrachtwagenchauffeurs gevraagd de N80 in Gingelom te mijden en ook het afrittencomplex van Walshoutem. Ja nog lapper! Want die N80 in Gingelom is te bereiken via dat afrittencomplex. En Walshoutem? Dat is Landen.

Nu ja, wij reden aan een gezapig tempo op de E25. Aan de andere zijde zagen we hen ook staan. (Bron: De Redactie.) Ook de sneeuwmannen zagen we, maar onze ruitenwisser was een spelbreker. Veel van de genomen foto’s zijn onbruikbaar omdat die wisser net in het zicht zwiepte. En die even afzetten was echt geen optie.

Hoe korter bij Luik, hoe beter het ging. En voorbij Luik ging het zelfs vlot. En die file tussen Luik en Tienen dan? Je mag je nooit te snel verheugen. We kwamen, iets voorbij Waremme, op iets terecht dat geen naam heeft. Wat het was? Ik weet het niet. Alles stond daar aan te schuiven over een ondergrond die iets van een maanlandschap had. En ja, dan kregen we die afrit voor Landen. Die stond vol, de weg richting Landen en Gingelom stond vol.

En aan de splitsing -rechts Gingelom, links Landen- ging alles naar links, want rechts stond alles blokvast. Met grote tractoren trachtte men de gestrande vrachtwagens weg te halen.

En dan staan daar de politiemensen toch in die moeilijke omstandigheden te zorgen dat alles een beetje opgelost geraakt. En dan vraag ik me af waarom er zijn die klagen dat ze alles via de radio moesten vernemen. Dat deden wij toch ook. Daar is die radio toch voor. De politie heeft bij zulke omstandigheden wel andere katten te geselen dat automobilisten persoonlijk te gaan verwittigen van wat ze met hun eigen ogen kunnen zien.

We zijn thuis geraakt. We hebben pakweg iets meer dan drie uur gedaan over een traject dat ons normaal iets minder dan anderhalf uur zou nemen.

Hieronder een impressie van drie uren winterplezier. Ik weet dat de foto van de sneeuwman niets voorstelt, maar hij werd al rijdend genomen en is bovendien uitgelicht. De sneeuwmannen stonden daar trouwens als wachters op een rij.

Le Grand Pont

De weermannen en -vrouwen hadden het er al de hele week over. Gisterenmorgen was het zover. Het sneeuwde! Maar ow ow stop! Niet allemaal tegelijk de auto in en deze richting uit hoor! Het zou kunnen tegenvallen. Ik heb meer de indruk dat de sneeuw hier een equivalent is voor de zon aan de kust in de zomer. Een lokmiddel dus. Je kan hier niet skiën, niet langlaufen, wel lang laufen.

Maar dat deden we ook niet. Luc voelde wat in zijn heup en dan moet je niets forceren natuurlijk. Dan maar wat anders gedaan.

Ik had vorige keer ook al de kader zien hangen want in die huisjes van Sunparks hangen overal de zelfde kaders. In dit geval, den dezen:

Ik had me toen trouwens ook al afgevraagd … Nu deze keer had ik het wel al opgezocht. Want helemaal naar Yorkshire rijden om een viaduct te zien en eentje dat hier staat negeren, ten zou dwaas zijn.

Jammer maar helaas. Het viaduct dat hier stond, is niet meer. Het is gesneuveld in en na de oorlog. Maar wij, wij zouden die restanten eens gaan zoeken, sé.

We vonden ze, maar weer jammer maar helaas, konden we er niet bij. Het had gekund, maar dat avontuur houd ik liever voor zomerse dagen. Nu met dit weer was alles er zo drassig en modderig. En dan kan je wel denken dat je er iets moet voor overhebben. Dat had ik, ik ben tot haast aan mijn knie in de drab gezakt.

Eens terug, ik moest die natte spullen uit, begon het harder te sneeuwen. Foto voor en na, met een uur tussen.

In elk geval, zoals een slimme Schot eens tegen Broer zei, moet je altijd nog iets over houden zodat je een volgende keer zou terugkeren. In ons geval staan die restanten van het viaduct op de agenda. We weten nu waar ze zich bevinden.

En wat een slimme Schot niet zei, maar wat ik zelf heb bedacht is dat ik in het vervolg beter mijn tweede paar stapschoenen kan meebrengen. Hoe kan het nu dat ik die niet bij had? Gewoon niet aan gedacht!

Opnieuw gestart

Het ging goed – verrassend genoeg gezien de lange periode van inactiviteit. Sedert de laatste keer hier in Vielsalm hadden we niet veel meer gepresteerd op wandelgebied.

Alleen hadden we gekozen voor een wandeling van 8 km en was die, volgens Runtastic, er bijna elf lang. Querida beweert dan wel dat Runtastic er bij haar naast zit, bij mij gaf die altijd het exacte aantal kilometers. Oftewel is de info verkeerd oftewel heeft Runtastic er met de laatste update een stukske bijgedaan. Dat zullen we morgen weten.

Waarom ik twijfel? Omdat ons gemiddelde ineens een stuk hoger ligt dan ooit. Nog niet zo snel als stevige stappers kunnen, maar het komt aardig in de buurt.

En de schouder? Die heb je niet nodig bij het wandelen. En de rugzak hinderde ook niet.

Aan de start! Of bij de aankomst… naar keuze.

Lac des Doyards

Lang geleden dat we nog gaan stappen waren en gezien de ongemakken van de laatste weken, hebben we het ons gemakkelijk gemaakt. We deden een rondje Lac des Doyards, 2km lang, maar omdat dat toch iets of wat te weinig was, hebben we het station en omgeving er ook maar bijgenomen.

Na die eerste keer, jaren geleden, hadden we op internet al eens gekeken naar een verblijf bij Les Doyards, kwestie van hier ook eens een pozeke te verwijlen, maar die waren ons iets te duur. Wisten wij toen veel dat hier een Sunparks was.

Sedertdien waren we hier al eens meer om te wandelen.

Het meer zelf, is dat nu iets speciaals? Niet echt, maar het roept dus herinneringen op aan die eerste keer in de sneeuw.

En het station? Wel de voetgangerstunnel onder de sporen is vernieuwd.

En morgen gaan we een eindeke verder, met of zonder sneeuw.

Rusten kan ook elders

Ondanks alles wat niet meezit, zijn we in gisteren maar weer zuidwaarts getrokken. We hadden dat al vastgelegd net nadat we vorige keer hier in Vielsalm waren.

We waren eerst even langs Decathlon in Luik gepasseerd. Luc wou een wandelmuts, zijn petten bedekken zijn oren niet en die dikke die wel zijn oren bedekt is te warm om te wandelen. Hij wil er eentje zoals mijn koddig mutske. Ware het niet dat hij een dikker hoofd heeft dan ik, hij mocht het hebben. Ik houd helemaal niet van mutsen, ik krijg er jeuk van.

In elk geval heeft hij niet gevonden wat hij zocht. Ik dacht dat het model misschien verouderd was, maar neen, op internet zijn ze nog steeds te vinden.

Vielsalm in de regen dan maar want het regende de hele dag. We hebben er maar even proviand ingedaan en hebben ons geïnstalleerd.

Wat we vandaag gaan doen zal wat van het weer afhangen. Of Luc al terug zover kan gaan wandelen na die toch -hardnekkige- diarree van vorige week zullen we moeten afwachten.

En zwemmen? Ik mag niet zwemmen, dus ga ik maar bubbelbaden.

Maar wat zag ik gisterenavond, toen het eigenlijk al te donker was om er een foto van te nemen? Een hazelaar met katjes. Jawel! En nu het over is en het zonneke er door komt, heb ik die maar even op de foto gezet. Katjes, maar geen blaadjes.

Medezwemmers

De redder zwaaide met een schepnet. Hij stond op de oever van het buitenbad en niet op de oversteek.

Hij pookte wat in de hoek van de nis en iets lukte niet goed. Net toen wij die kant bereikten zagen we de muis. Hij beweerde dat ze uit het omringende groen kwam. Mogelijk. Maar onwaarschijnlijk, want om daar te geraken had die muis toch in het bad de, kleine maar toch bestaande, afstand zwemmend moeten afleggen.

De redder maakte een beweging als gooide hij de muis terug het omringende groen in. Maar even later zagen we hem, inclusief net en muis, zijn vangst aan een collega tonende.

Wat moet je daar nu van denken? Ik zwem liefst in het buitenbad, regen of geen regen, en liefst alleen. Dat dat niet altijd kan, weet ik ook wel, al helpt regen daar wel bij. Dat er bladeren en andere herfstige zaken in dat water kunnen vallen is dus geen punt.

Maar …

Moest ik me niet afvragen of het beestje geen ziektes meezeulde? Muizen op zich doen me namelijk niets ook niet als ze kunnen zwemmen.

Moest ik me niet afvragen wat die kleine komedie als zou hij de muis in de natuur zette betekende? Misschien heb ik me wel vergist.

Ik heb er in elk geval niet zwaar aan getild en heb me verder ondergedompeld in de geneugten van het dagelijkse zwemmen, maar als ik dan achteraf lees over leptospirose na de Titan Run in Nijlen …

Beter niet aan denken.

Veilig? Dat wel!

De redder kwam naar buiten, liep over de oversteek aan de kopse kant van het buitenbad, bukte zich en keek onder de oversteek, rechtte zich en liep over de oversteek terug naar binnen.

Niets mis mee, daar zijn redders voor. Maar toen datzelfde fenomeen zich zo -ruw geschat- om de 25 seconden voordeed, begon dat toch wat eigenaardig te lijken. Bij de andere parken komen ze ook wel af en toe eens een kijkje nemen maar niet zo strak.

Dat was de eerste dag. De volgende dag?

De redder kwam naar buiten, liep over de oversteek aan de kopse kant van het buitenbad, bukte zich en keek onder de oversteek, rechtte zich en liep over de oversteek terug naar binnen.

Het enige verschil was dat deze de oversteek helemaal ten einde liep alvorens zich te bukken.

Het begon enerzijds wat op mijn lachspieren en anderzijds wat op mijn zenuwen te werken. Eigenlijk deden ze me het meeste denken aan het mannetje met een hamer dat ik ooit ergens op een klokkentoren zag. Hij kwam een deurtje uit, schoof naar de andere zijde en klopte met zijn hamertje het aantal uren op een aambeeld of een gong of wat dan ook om daarna terug richting deurtje te schuifelen.

“Niet op letten” dacht ik en probeerde niet meer naar de oversteek te kijken. Stel je voor dat ik de slappe lach kreeg in een zwembad.

In het bubbelbad gebeurde precies hetzelfde. Even, heel even heb ik gedacht om te vragen hoeveel kilometers ze zo per dag deden, zo van de oversteek van het buitenbad naar het bubbelbad en terug. Maar ik heb het maar niet gedaan.

Zompig

Regen of geen regen, -het waren trouwens maar twee dagen- we gingen op tocht. Onderweg haalden we een groepje in dat meer leek te kruipen dan te stappen. Dat was te wijten aan hun schoeisel. Twee van de vier waren voorzien van rubber laarzen – in de normale spreektaal katsjoe botten genoemd. Ik heb een hekel aan katsjoe botten, ik heb er zelfs geen. Ik vind dat je daar koude voeten in krijgt en dat ze enkel goed zijn om door water te waden. Goed, dat is mijn gedacht.

Nu heb ik geen weet wat de derde -enige man in het gezelschap- aan zijn voeten had, maar de vierde … Die droeg linnen basketsloefen.

Ze werd ondersteund door één van de rubberlaarzendraagsters, want anders zou ze languit -en breeduit ook- in de gladde modder beland zijn.

Bij een stuk waar het toch wel extreem was, er was namelijk een tractor gepasseerd, liet zij met de rubber laarzen de andere los en schoof moeizaam door de zuigende modder, waarop de basketsloefkes jengelden: “moet ik dat hier alleen doen?”

Meestal houd ik er rekening mee dat mensen hier kunnen lezen. Nu ook.

Meestal houd ik me een beetje op de vlakte. Nu niet.

Basketsloefen zijn niet de geschikte uitrusting voor een boswandeling in de Ardennen in de herfst en in de regen. Nah!

Page 5 of 8

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén