Na ons bezoek aan het museum gingen we, als naar gewoonte, iets drinken.

We bestellen een koffie en iets fris, waarna de uitbaatster vraagt: “Vous voulez des cacahuettes?”

Ik zie Lucs beteuterde gezicht en bedenk dat hij wel degelijk Frans spreekt maar dat “cacahuettes” nu niet bepaald veel gebruikt wordt in normale gesprekken.

Ik zeg, in de spreektaal die wij normaal tussen ons gebruiken: “Notjes”.

En de uitbaatster haakt daarop in met: “Oui, notjes”.

Ik heb maar snel mezelf verbeterd en “nootjes” gezegd.

Je moet de mensen van goede wil ook geen foute uitspraak leren, waarop Luc : “Non, merci” heeft geantwoord.

pske van mske:

    Ik weet wel dat het pinda’s zijn, bij ons meestal zoute nootjes geheten. Soms krijg je bij je drankje ook wel kleine gezouten koekjes of zo. Maar gemakkelijkheidshalve noemen wij dat allemaal “nootjes” oftewel “notjes”.