Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Clipeez

Een zaak van groot belang

Ben ik toch iets zéér waardevol verloren/vergeten zeker! Mijn hart bloedt al twee dagen aan één stuk omwille van een stommiteit mijnentwege. Hoe dom!

Wat is er gebeurd? Voorbije donderdag wil ik uitstappen op de parking van de Colruyt, wil mijn clipeez nemen, het vak is leeg. Dat wil zeggen dat ik die bij mijn vorig Colruytbezoek op de winkelkar heb laten zitten.

En ja, dat zou kunnen. Als ik mijn geheugen raadpleeg regende het die dag en stond Luc al, met auto en al, aan die stelplaats voor de winkelkarren klaar om me te laten instappen. In mijn haast … Arme clipeez en dat na vier jaar trouwe dienst. Want ja, ik ben die blijven gebruiken.

Luc bedacht dat die van hem mogelijk nog in het vak van de deur zaten en hij toverde er één clipee uit. Maar dan liever geen dan één. En ik liep zonder clipeez om een winkelkar.

Eerst heb ik in alle overkappingen alle winkelkarren -hun handgrepen dan toch- op clipeez gecontroleerd. Ik heb wel met een hoogst ongemakkelijk gevoel die winkelkar richting ingang van de Colruyt gereden. Daar neemt Luc meestal over.

Ik heb in de Colruyt zélf niet gevraagd of ze binnengebracht waren, zo gek ben ík zelfs nog niet.

Eens thuis bedacht ik dat ik dit uitermate groot verlies toch aan de wereld kond moest maken. Maar dan moest ik ze wel op de foto krijgen.

En toen bedacht ik dat we ooit wel vier paar van die clipeez hadden gehad. Zou het? Het zou, al vergde het wel wat zoekwerk dat ik gemakshalve aan Luc heb overgelaten want -zeg nu zelf- ik moest dit literaire hoofdstuk toch zo snel mogelijk op schrift zetten.

En Luc vond drie en een half paar clipeez, wat betekent dat we ooit vijf paar hebben gehad. Drie paar werden terug opgeborgen voor wie-weet-wanneer, die halve gaat mee naar de auto voor verder gebruik.

En dan te weten dat ze in meerdere Colruytwinkels al winkelkarren hebben met een ander -breder en dikker- handvat, waar die clipeez niet meer zullen op passen.

Ik maak me zorgen, want werkelijk, die Coronapandemie heeft er voor gezorgd dat ik niet onbevangen nog zo een winkelkar kan vastnemen. Ik zal een oplossing moeten zoeken.

Misschien kan de Colruyt speciale handschoenen voorzien?

Verkeersagressie

Dan gaan we op een mooie maandag, goedgemutst, naar de Colruyt, parkeren onze auto op ons favoriete plaatsje, ik neem mijn clipeez die ik nog steeds gebruik, steek de parking over, loop tegen de gevel aan, richting winkelkarren, als ik plots een irritant gevoel krijg als ware ik bespied van vanachter.

Ik draai me met een ruk om. Daar is er toch zeker ene die, mét auto, op een goeie meter achter mij, links voor hem op dat stuk doorgang, naast die gevel rijdt. In een fractie van seconden zie ik mij halt houden of richting winkelkarren lopen en bedenk wat er zou gebeuren als die niet op tijd kan stoppen.

Ik heb die daar een killerblik toegeworpen, maar een killerblik die heel de Colruyt kon doen verstarren.

Ten overvloede steekt die achter mij, bijna op mijn hielen, met auto en al, ook over om zich in het vak naast de winkelkarren te parkeren. Hij heeft er nog eens een tweede killerblik op de koop toe bij gekregen.




Op die eigenste mooie maandag, maar nu met killerblikken op scherp, komen we uit de Colruyt en zien de auto die de doorgang naar het tweede stuk parking verspert. Blijkbaar wil die onze plaats. Dat begrijp ik niet goed. De parking is meer dan voor drie vierde leeg. Waarschijnlijk is onze favoriete plaats ook diens favoriete plaats.

Ten overvloede zeg ik tegen Luc: “Je gaat je niet haasten om in te pakken zenne”, maar dat was eigenlijk niet nodig omdat Luc toch altijd wacht tot ik de kar heb weggebracht.

Ik vertrek met die kar, die auto zucht, rijdt achteruit en blokkeert de doorgang naar de standplaats van de winkelkarren. Gelukkig maakt die een handgebaar dat ik eerst mag oversteken. Ik heb mijn killerblik nog op tijd opgeborgen.




Nog op die eigenste mooie maandag, alle killerblikken terug opgeborgen, rijden we richting bakker en komen aan het zebrapad. En net op het ogenblik dat we aan dat zebrapad komen, springt er daar ene van achter een boom mét hond en zet zijn voet al op het zebrapad waar wij net over rijden.

Blijkbaar heeft die kerel dan een geste gemaakt, niet met de middelvinger maar nogal smalend met zijn duim.

Luc, meestal de kalmte zelf, kijkt in de achteruitkijkspiegel en roept kwaad uit: “Verstopt u dan niet achter nen boom hé holbewoner!”




Waarna we op die eigenste mooie maandag, uitermate voorzichtig naar huis zijn gereden terwijl Luc me in geuren en kleuren vertelde dat hij altijd de eerste is om te stoppen, dat hij geen voorrang neemt waar hij er geen heeft en dat hij soms moet stoppen voor anderen die wel voorrang nemen waar ze er geen hebben en dat …

Ik heb me in gedachten gehuld, want dat wist ik allemaal al.

Rap iets tussendoor

Op een dag dat ik meer tijd had dan gisteren las ik:

Nu achtste coronagolf voor de deur staat: deze vreemde situaties vonden we ooit ‘normaal’1

En dan hebben ze het over coronamaatregelen die ooit werden ingevoerd en die later verdwenen.

Wat mij daarin verwondert is dat ze het ook over de clipeez van Colruyt hebben.

Vreemde maatregelen? Ik heb die clipeez van Colruyt nooit afgevoerd. Ik gebruik die nog.

En om deuren en vrieskasten te openen dan? Daarvoor heb ik nog altijd een mouw … en een elleboog … om die flappen, die ze nu opnieuw aan de koeling zijn gaan hangen, uit de weg te werken2.

Op een dag dat ik meer tijd heb dan gisteren zal ik misschien iets interessanter vertellen.

____________________
1 Het Nieuwsblad
2 Het Nieuwsblad

Simpel als bonjour

Ik pakte de laatste zak appelen en zuchtte. Dat wou zeggen dat we deze week nog eens richting Colruyt kunnen. En ik zuchtte nog eens diep alvorens de richting groenten in te slaan.

Ze stond wat te draaien en te raar te kijken, trok blijkbaar wat ademsnakken haar mondmasker af, draaide zich nog eens rond en besloot dat ik er niet levensgevaarlijk uitzag. Ze vroeg iets, mijn oren zegden: “pardon?” Ze herhaalde. Mijn oren … heb ik de mond gesnoerd, want het woord “haricots” vertelde me al dat ze Frans sprak.

Ik toonde haar de bakken met bonen, nam mijn herbruikbare zakje en vulde het met tomaten … die ik mijn winkelkar wou leggen maar … de vrouw schrok, loste, excuseerde zich en nam haar eigen winkelwagen.

Omdat ze er zo echt verloren, wat meelijwekkend hulpeloos, uitzag wou ik haar nog aanraden om aan de kassa haar gratis clipeez te vragen, maar ik bedacht dat de kassa haar dat zelf ook kon zeggen.

Ik heb wel thuis mijn clipeez in de afwasmachine gestopt … of beter: Luc heeft dat gedaan.

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén