Blijkbaar voel ik me niet zo slecht in het varkenshok, ik blijf er namelijk mee bezig. Toen ik met die varkensrijmelarij doende was en zuchtte: “Poeh! Welke uitgelichte afbeelding ga ik daar nu weer bij zetten” antwoordde Luc, ondanks dat het niet vragend bedoeld was, met: “Moet je nog varkensfoto’s hebben?” en dat deed een belletje rinkelen.

Plots herinnerde ik mij ons bezoek aan Bokrijk van lang geleden, waar de varkens zich in volle buitenlucht te goed hadden gedaan aan modderbaden. Na enig opzoeken vond ik dat dat 24 september 2017 was geweest en ik herinnerde me ook dat ik nooit iets met die foto’s had gedaan.

Dat deed ik dan maar bij de update over de verloren en teruggevonden villanelle. Een paar van de andere foto’s gingen oudere logs opsieren, maar er waren er een paar waarvan ik het sunne vond om ze in de vergeten verleden tijd te gaan plaatsen, zeker die ene die me deed denken aan de uitdrukking: “Zo dom als het achterste van een varken”.

Eigenlijk ken ik het als: “Zo dom als het gat van een varken” en Luc als: “Zo lomp als het achterste van een varken”.

(Lees verder onder de foto)

Het verschil in dialecten is soms verwonderlijk, want in Lucs dialect betekent lomp ook wel dom.

Verder is er de evolutie in de taal. Waar wij oorspronkelijk “gat” gebruikten, mocht dat later niet meer. Het werd achtereenvolgens zitvlak, achterwerk en achterste. Billen gebruiken wij sowieso niet in die betekenis, denk ik.

Toen mijn dochter de eerste keer het woord “kont” gebruikte in mijn nabijheid was ik waarlijk in choc, want dat was maar pas een lelijk woord. Later merkte ik op dat het bij Nederlandse collega’s wel degelijk ingeburgerd was.

Het is dus normaal, er is niks verkeerd mee, maar toch krijg ik het niet gezegd … gelukkig wel geschreven.