Luc is soms wel een beetje een lepe. Dan komt hij op zijn kousevoeten aan en zegt: “Kijk, die foto die je gemist hebt, zou je kunnen hernemen als we woensdag nu eens naar de Scheldeprijs zouden gaan kijken en dan konden we intussen ook dat spul waar je vanaf wil naar de Kringwinkel in *** brengen”. “Maar” voegt hij er een beetje achterafkes aan toe “het gaat wel de hele dag regenen”.

“Goed idee” zeg ik. Ik vind dat ook een toffe uitstap zo af en toe, de andere dingen zijn mooi meegenomen en tegen de regen kunnen we ons kleden, zolang we maar geen boeken mee hebben en we er niet de ganse dag -verplicht- in staan.

“Ik heb een goed plaatske gevonden” zegt hij. Dat had hij -natuurlijk- al uitgezocht “tussen de vrouwen en de mannen zit er anderhalf uur en dan kunnen we daar ook een wandelingske maken in het natuurgebied”. Slim gezien.

Heeft het geregend? Ah bah neen. Enkel toen we na het wandelen bijna terug aan de auto waren heeft het gedruppeld. De buitenkant van mijn regenfrakske was wel nat maar het stopte al snel en tegen dat de mannen hun eerste passage maakten was het al weer droog.

Ge zoudt er maar voor thuisblijven …

Wat was er wel? Na dat kleine buitje? Wind! Veel wind! Zo’n straffe wind dat de auto waggelde op zijn vier wielen en ik bijna wegwoei daar aan dat kanaal en dat Luc, die altijd een beetje alomtegenwoordig is op zo’n koers, moeite moest doen om terug aan de auto te geraken.

Het resultaat daarvan zagen we achteraf op de terugweg. We hadden alle twee een gezicht zo rood als een pioen.

pske van mske:

    Mijn gedacht over de tussen-n in bepaalde woorden kan je op deze pagina vinden.

    Spullen binnenbrengen bij de Kringwinkel doen we altijd ver van hier. Ik wil de spullen achteraf niet te koop zien staan. Het volstaat dat ik spullen, die van mijn moeder waren, in de rekken terugzag.

    Wie meer foto’s wil zien, kan ze nu op “In Beeld” bekijken.