“Mag ik U de Zuiderse omelet met geitenkaas aanbevelen?” vroeg de ober. Ze zei “ja”. Wat moest ze anders?
Hij had haar de dagen voordien al een omelet garnaal met spinazie, een omelet met feta en rode ui, een omelet zus en een omelet zo aanbevolen.
En toen ze hem had gevraagd waarom altijd een omelet had hij geantwoord dat zij verlekkerd was op omelet. Wist zij veel.
Ze was haar geheugen verloren, ze wist niet meer hoe, ze wist niet meer waar. Ze hadden haar naar een huis gebracht -thuis- waar een man haar vroeg of ze hem niet herkende, waar mensen kwamen en haar dingen vertelden waar ze niks van afwist. Ze was gevlucht.
Nu was ze liever in dit anonieme hotel, waar ze geen zogenaamd bekenden zou tegenkomen, waar niemand haar scheef bekeek als ze met een gewoon vriendelijk knikje voorbij liep.
Tot op de dag dat de ober haar vroeg of een omelet met spek iets voor haar zou zijn. “Een omelet met spek” dacht ze en hoorde zo lichtjes een belletje rinkelen in haar hoofd. “Een omelet met spek” zei ze nogmaals en fronste haar voorhoofd.
Ineens keek ze de ober verrukt aan en zei: “Eieren met spek! Dat maakte hij ook”.
Ze checkte uit en ging naar huis.
Uitgelichte afbeelding:Gegenereerd met Artificiële Intelligentie – Image Creator in Bing (aangepast voor uitgelichte afbeeldingen).