Ooit, toen ik 14 was, zei de enige dokter die ik ooit aan mijn kant heb weten staan, dat ik beter een pilsje dronk bij mijn eten in plaats van de -gesuikerde- limonade die bij ons thuis het enige was dat we mochten drinken buiten water en koude koffie. Ik vond het niet lekker, maar het leste de dorst.
Toen ik uitging zou ik ook eerder een pils genomen hebben dan frisdrank, ik hield niet echt van gesuikerd. Eens getrouwd dronk ik liever donker bier, maar dan wel ’s avonds voor de TV, of als we ergens iets gingen drinken natuurlijk.
Maar er was wel een ander eigenaardig iets. In het begin van de lente, bij de eerste warmte, kon ik in de late namiddag, na verrichte arbeid wel een pils verdragen, meer nog, ik had er zin in. Dat duurde dan geen hele maand want dan kwam de tegenzin.
En dat herhaalde zich jaar na jaar. Vorig jaar zag ik de Jupiler 0,0% en ik probeerde. Vroeger was die niet te drinken -echt bweuk- maar vorig jaar viel die mee. Wat ik vorige lente niet uitdronk, zou wel wachten op deze lente.
En toen kwam die dag in de jeugdherberg, waar ik plots een Leffe 0,0% uit de drankautomaat toverde en die echt best lekker vond, al had ik dan altijd liever Grimbergen gehad.
Sedertdien is er altijd donkere Leffe 0,0% in huis en vraag ik telkens als we iets gaan drinken ook naar alcoholvrij bier. Dat kan. Soms kan het niet.
En ik vind het vervelend dat we in de hamburgerketens, waar we af en toe eens stoppen, enkel de keuze hebben tussen bier mét ofwel frisdrank, waarbij ik bier een gezondere keuze zou vinden, maar dan liever niks drink dan iets alcoholisch waar ik slaperig van word. Er is natuurlijk altijd een mouw aan te passen.
En nu lees ik dat alcoholvrij bier in België in de lift zit. Er is een toename van zo een 25 procent op twee jaar1.
Ik kan me ook niks riskeren hé. Ze hebben me altijd in het snotje!
____________________1 Het Nieuwsblad