Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Zwemmen (Page 7 of 23)

Hemeltergend

Jaren geleden, toen we dagelijks gingen zwemmen,

  • kreeg Luc wat in zijn schouder;
  • stopten we met zwemmen tot het genezen was;
  • namen we de draad van het zwemmen weer op en Luc kreeg wat in zijn andere schouder;
  • ging ik alleen zwemmen;
  • pikten we de draad weer op en deze keer ging er bij mij wat fout.

Zo ging het steeds opnieuw. Telkens opnieuw begonnen we van vooraf aan en bouwden stilaan op. Nooit had één van deze tijdelijke kwalen iets met het zwemmen zelf te maken, maar toch moesten we het staken. Dat was het ergerlijke.

Is het dan verwonderlijk dat we er op zeker ogenblik blijkbaar de brui hebben aan gegeven. Niet alleen omwille daarvan, maar ook omwille van de uren dat wij mogen gaan zwemmen, zo na de schooluren, die verduvelde badmuts niet te vergeten en de oplossing om naar het zwembad van Sint-Truiden te gaan ook niet al te aangenaam was. Dat water is daar ijskoud. En geloof me, ik overdrijf niet, ijskoud. Het is zo erg dat ik telkens vrees ter plekken dood te gaan als ik in dat bad ga omdat ik enkele tellen geen adem krijg en mijn tikker enkele tikken overslaat. En ik ben niet alleen, Luc heeft het ook. Maar eens door die zure appel gebeten lukt het wel, natuurlijk.

We gaan herbeginnen met zwemmen. We gaan die idiote badmuts maar weer bovenhalen. Ik hoop maar dat ze niet verduurd is. In dat geval koop ik er me eentje met een krollekespermanant of zo een retromodel met bloemekes.

Dat is verleden tijd en is nu niet meer hemeltergend. Wat dan wél?

Wij gaan graag wandelen. Dat wandelen zijn dan wel meestal lussen van een 12-tal km.

  • Zo ergens bij de laatste evenementen kloeg Luc over zijn hiel.
  • Dat ging weg.
  • Na Arran kloeg Luc over zijn hiel.
  • Dat ging weg.
  • Na de herfstvakantie kloeg Luc over zijn hiel.
  • Hij voelde niets meer tot die wandeling van vorige woensdag.

Hij zocht en vond Hielspoor (Fasciitis-Plantaris) op internet. Hij gebruikt nu ijs en pijnstillers zoals het artikel vermeldt, in afwachting dat hij naar de dokter kan gaan.

Want stoppen met wandelen is geen optie. Alleen gaan wandelen ook niet.

Voorgenomen

Telkens we op vakantie zijn, nemen we ons voor de routine van op vakantie zoveel mogelijk thuis ook in te voeren. Maar dat lukt niet.

Het weer zit niet mee, of er valt weer een stuk administratie in de bus dat voorrang vergt. Het huis vraagt ook meer dan dat piepkleine huisje ergens in een bos.

Zoals nu ook weer, al van voor de vakantie staat er een wandeling op het programma. Het komt er gewoon niet van.

Zwemmen is nog zoiets. Telkens beslissen we: we gaan toch minstens ééns per week gaan zwemmen. Maar het water in Sint-Truiden is te koud, in Landen moet je een badmuts aan … het komt er gewoon niet van.

Voor je het weet zit je weer in het ritme van altijd … en kijk je uit naar de volgende vakantie.

Overal water

Er is nooit zoveel water gedronken als de laatste jaren. Water is gezond.

Maar water is ook een hype, een modeverschijnsel.

Werken lukt niet meer zonder een fles water op het bureau. Sporten zonder water is om ellende vragen.

Wat is daar nu het gevolg van? Overal vind je flessen water. En neen, ik bedoel niet de lege flessen of flesjes die in de natuur gedumpt worden. Ik bedoel wel degelijk niet lege, halfvolle en zelfs volle flessen en flesjes water die overal achtergelaten of vergeten worden.

Bij de evenementen vroeg Luc zich telkens af of de meisjes van de kassa hun pakjes zakdoeken en waterflesjes en flesjes water niet mee konden nemen en waarom ze dat maar telkens lieten staan om door een ander opgeruimd te worden.

Dat alles achter je laten en denken dat een ander er enkel is om je rommel op te ruimen is ook een hype maar dan een ander verhaal.

Laatst nam ik het laatste kleedkastje mét sleutel, opende het en wilde mijn spullen er in stoppen. Er stond een fles water in. Gelukkig ben ik soms -in al mijn onhandigheid- nogal handig en moest ik mijn eigendommen niet op die natte vloer gaan leggen om het ding er uit te halen.

Toen ik na het zwemmen een kleedhokje vond -er zaten namelijk drie klassen in dat zwembad- lag er daarin ook nog een fles met water op de grond. Ik heb die fles daar een trok gegeven dat ze onder de deur door, de gang in rolde.

Toen ik daarna, aangekleed en wel de gang in stapte en de fles wilde meenemen, was die weg. Ik weet niet wie ze weg deed en het was ook niet echt de bedoeling van de hete patat door te schuiven, maar ik was het even beu om telkens opnieuw met een ander zijn rommel geambeteerd te zijn.


Meer foto’s:

Lichtvoetig

Zalig om te zwemmen, die subtropische zwembaden. Een weldaad voor lichaam en geest.

Ze hebben maar één nadeel.

Als je er uit komt voel je ineens de aantrekkingskracht van de aarde veel harder dan voor je er in ging.

Slechte begrijper

Ik begrijp niet wat moeilijk te begrijpen is aan “Code Rood” in welke situatie dan ook. Rood verwijst meestal naar gevaar.

Ik begrijp dus niet waarom jongeren hun schoolboeken willen verbranden bij Code Rood wegens brandgevaar.

Ik begrijp al helemaal niet waarom ze überhaupt die schoolboeken willen verbranden. Een leerboek kan je later nog te pas komen als je één of ander nog even wil opfrissen.

Ik begrijp niet wat moeilijk te begrijpen is aan: “verboden te … “, in welke situatie dan ook. Verboden wil zeggen: het mag niet.

Ik begrijp dan ook niet waarom een chirogroep, met begeleiding, gaat zwemmen in een zone waar zwemmen niet toegelaten is.

Ik begrijp nog minder waarom men het een brug te ver vindt als een gouverneur oppert dat de gemaakte kosten aan de betreffende jeugdbeweging moeten aangerekend worden. Bron: VRT NWS.

Nóg minder begrijp ik dat de jeugdbeweging in kwestie zélf nog maar durft te zeggen dat de onkosten aan hen doorrekenen te kort door de bocht is.

Als gevolg begrijp ik dan ook niet waarom anderen voor datzelfde vergrijp wél een boete gaan krijgen.

Ik begrijp dus ook niet dat het woord “kordaat” blijkbaar niet meer in zwang is.

Zodoende begrijp ik ook niet dat men niet begrijpt dat kordaat ingrijpen de enige manier is om iets in domme hoofden te krijgen.

Ik begrijp dan ook niet waarom ik nu denk dat ik het ben die niet begrijp.

Weer het weer

Naar goede gewoonte is het weer zover.

Telkens wij een bepaalde routine hebben, wordt dat gesaboteerd. Ooit was dat zo met het zwemmen. We gingen haast dagelijks en het begon met allerlei stommiteiten waardoor wij niet konden/wilden gaan zwemmen.

Ondertussen is dat zwemmen beperkt tot Sunparks. Het waarom is simpel uitgelegd. Wij hebben geen zin meer in zwemmen als we pas om half vier ’s avonds mogen gaan. Dan is het tijd voor andere zaken.

Het zwembad van Sint-Truiden zou een oplossing zijn, maar dat water is zó koud dat mijn hart drie tellen overslaat met tikken en dat ik mezelf moet aanporren om terug te ademen.

Nu is het weer wat anders. We hebben een zekere regelmaat in het wandelen, wat niet wil zeggen dat we echt alle dagen gaan, maar toch zo goed als.

Dat wordt nu gesaboteerd door de zomer en dat terwijl wij in de winter de neiging hebben om stil te vallen.

Voor zover we het nu kunnen bekijken wordt dit een weekje binnen blijven -met uitzondering van woensdag en vrijdag misschien- om er dan in het weekend maar eens tegenaan te gaan. Als ze ondertussen het weerbericht maar niet weer aanpassen.

Bovendien heb ik in het begin van de hitteperiode een paar dagen te lang het weerbericht geloofd toen dat beloofde dat het ging regenen, met als gevolg …

Ikke weze blij …

De laatste tijd merk ik dat ik bij sommige blogs wat rond de pot draai bij het reageren. Dat komt dan niet, mijn beste mensen, omdat het vertelde me niet interesseert. Dat komt dan precies omdat het me raakt.

Ik heb reeds gezegd dat ik door het leven huppel als een -wat zwaar uitgevallen- hinde, maar dat is dan net de manier waarop ik de zaken verwerk.

Om het nu even klaar en duidelijk te stellen, even opsommen waarom bepaalde onderwerpen wat gevoelig liggen:

Ooit, lang geleden had ik een miskraam. De reacties? “Wees blij dat het sterft voor het geboren is, er zou toch iets aan gescheeld hebben” was toen één van de vriendelijkste. De vraag of het een meisje of een jongen was klonk verwijtend omdat ik dàt -ondanks de meer dan lugubere waarheid- niet wist.

Dan is er ook het feit dat mijn zoon hier wel komt. Of dat goed maakt/goed moet maken dat mijn dochter dat niet doet –zoals reeds gezegd– is maar zeer de vraag.

Doordat mijn moeder was wie ze was, besloot ik het anders aan te pakken met mijn kinderen. Dat deed ik. Ik ging voor de positieve aanpak maar realiseerde me niet dat de eigenheid van kinderen een andere uitkomst kon geven. Weer -half- mislukt!

Soms speelt het op, meestal kan ik wel accepteren dat iemand zonder mij gelukkig wordt/is. Al zei een vroegere vriendin me ooit dat een goede moeder daar wél moet mee inzitten. Daarmee wist ik ook ineens wat voor moeder ik was/ben.

Het is dan ook een leugen als ik zeg dat ik twee kleinkinderen heb, maar als ik zeg dat ik er vier heb, is dat de waarheid niet.

Luc heeft ook een dochter … die jaren geleden besloot dat ze hem niet wou zien met een andere vrouw.

Meatloaf zingt: “two out of tree ain’t bad”. In ons geval is dat één op drie maar een magere troost.

Financieel kunnen we niet echt klagen maar zit alles wat kàn tegenzitten ons al vijftien jaar tegen. Wij zien ons geld niet op tijd, maar moeten wel zorgen dat wij binnen de termijn betalen. Doen we dat niet, dan zal de boete wel voor ons zijn. Ik heb het er niet over, ik krijg toch als antwoord: “wees blij, het is maar geld”, waarbij ze verwijzen naar de kwaadaardige ziekte die velen onder ons teistert.

Wat ze niet weten? Die ziekte verziekte mijn kinder- en jeugdjaren en sedert 2006 greep de ziekte ons al driemaal bij de keel, twee keer met goede afloop, de derde nog af te wachten. Moet ik dat uitbuiten? Zoals het overal -tot in de kranten toe- uitgebuit wordt? Zijn diegenen die ik hoog acht niet meer waard dan aandachtzoekerij? Of moet ik denken: “wees blij, ze zijn niet dood”?

De evenementen? Ooit mijn passie. Gereduceerd tot weer een bijkomende zorg. Het antwoord is simpel: “een andere bezigheid zoeken” maar aangezien Luc en ik iets samen willen doen en ook aangezien we op pensioen zijn en ook nog aangezien we hier wonen -jawel- is dat in praktijk helemaal zo simpel niet.

Het feit dat mijn moeder mij niet moest? Och, het blog staat vol van de verhalen over haar. Daar hoef ik nu niets meer aan toe te voegen. Ik ben ondertussen de leeftijd al lang voorbij dat ik nood had aan een moeder. Voor diegenen die het misschien harteloos vonden dat ik haar met moederdag niet opzocht, ze is er niet meer.

Het eeuwig terugkerende: “wees blij dat …” komt me uiteindelijk de strot uit. Bij de vergiftiging van twee honden moest ik blij zijn dat het mijn kinderen niet waren.

Ik ben dus blij met wat ik wel heb en houd de rest voor mezelf, want bij anderen is het toch altijd erger, ook bij jongere mensen.

Toen ik het blog begon als uitlaatklep, omdat ik verbaal mijn ei niet kwijt kon, werd dat getorpedeerd omwille van de views. Ik ben niet haatdragend. Ik ga niet reageren met: “wees blij dat …” noch ga ik zeggen: “ik ook”. Iemand die iets vertelt heeft geen nood aan het aanhoren dat het bij anderen nog veel erger is.

Natuurlijk kan ik dan weer mijn rugzak afgespen en me bekommeren om die van een ander, waarbij ik me weer kan stoten aan één of andere steen, of ik kan er gewoon overheen stappen zodat mijn weegschaal in balans blijft.

Ik hoop hiermee een antwoord te geven op de -niet gestelde- vraag waarom ik op bepaalde dieper gaande levenszaken niet of oppervlakkig reageer. Ik wil die dingen niet wakker maken. Ik wil niet weer terechtkomen in die neerwaartse spiraal en dagen nodig hebben om weer uit het dal te klauteren.

Ik wil die hinde blijven, wat zwaar uitgevallen of niet, die relativeert en nog relativeert en blijft relativeren en probeert -gelukkig veelal met succes- tevreden te zijn met wat ze wel heeft.

Ik overwoog de reacties hierop af te sluiten, maar besloot uiteindelijk om het niet te doen. Ik weet dat ik een moeilijk mens ben. Ik weet dat ik geen “wees blij dat …” reacties meer verdraag, ik weet dat ik geen behoefte heb aan knuffeltjes en ik weet ook dat ik geen leidraad nodig heb om me de weg te tonen. Ik weet dat ik een sterke vrouw ben, dat kreeg ik vroeger ook al als antwoord. Ik denk dan: sterke vrouwen mogen dan alles op hun bord krijgen. Wat kan er dan nog meer gezegd worden? Ik weet het niet.

Fit en fitter

Ik ben niet fit voor mijn leeftijd, ondanks dat ik meerdere keren per week tussen de acht en twaalf kilometer ga stappen. In de winter valt dat stil, ondanks alle voornemens om dat niet te doen.

Ik ben niet fit voor mijn leeftijd, ondanks dat ik -ook- meerdere keren per week- een half uur aerobic kan doen zonder buiten adem te geraken. Soms valt dat stil, omdat het me soms gaat vervelen, zo op mijn eentje en altijd dezelfde filmpjes. Misschien moet ik eens een nieuwe online mentor gaan zoeken.

Ik ben niet fit, ondanks ik tot vorig jaar zestig lengtes (25m-bad) kon zwemmen en dat genoeg vond omdat zwemmen geen sociale sport is en het me ook te lang ging duren. Ik doe daar wel langer over dan de speedboten die het bad soms onveilig maken. Ik ging een jaar niet, dankzij een kinesist/fysio die me zei niet te zwemmen met die schouder, uitleg die -volgens mij- achteraf gezien compleet fout blijkt te zijn.

Ik ben niet fit voor mijn leeftijd, want één of andere heeft een “checklist” opgesteld waaruit blijkt of je wel of niet fit genoeg bent.

Ik niet dus aangezien ik, omwille van voorgaande, volgende oefeningen niet aandurf:

  • Burpees na elkaar doen
  • Een plank kunnen volhouden voor een volledige minuut
  • Push-ups doen zonder te stoppen
  • Je vingertoppen elkaar laten raken met één hand over je schouder en één achter je rug

En weet je wat? Het kan me niet schelen. Ik zal die schouder wel terug in orde krijgen, langzaamaan, zonder bruskeren, maar dan niet met van die geforceerde oefeningen, maar met het plaatsen van het plafond van de badkamer.

Maar, alles in acht genomen, als ik dat zou kunnen, ben ik nog altijd niet fit.

Het zal uwe père maar zijn hé

Zaterdag, Amke en Ella, Sunparks zwemmen. Veel valt daar niet over te vertellen. Dat is gewoon twee uur plezant.

Tot op het ogenblik dat er geopperd wordt om het water uit te gaan. Dan willen ze nog eens op die schuifaf².

Dat komt goed uit. Ik heb langer werk om mijn haar te wassen dan zij -met zo een coupe– en ik ben ook al zo snel niet aangekleed dan zij. Ik ging dus al maar douchen.

En aan die douche, daar stond er toch ene in zijn zwembroek te telefoneren zeker. Hij liep wat heen en weer, keek af en toe mijn richting uit om te zien of ik wel zag hoe belangrijk hij daar liep te wezen.

Ik zag hem wel, voor zover ik geen shampoo in mijn ogen had, maar ik vond hem niet belangrijk, eerder een zielig manneke die onmisbaarheid moest voorwenden.

Waar ik aan dacht, was aan de mogelijke vrouw die in het water zat te ploeteren met een uk of twee, die zich afvroegen waar hunne papa wel bleef.

Ingebeeld hoor, ik kende die man niet, maar ik herken wel het type. Alles moet wijken als ze een oproep krijgen. Misschien had hij wel zelf gebeld.

Dan mag hij nog honderd keer kijken alsof de evenaar door zijn navel loopt, hij imponeert mij niet.

Echt belangrijk ben je niet als je nog niet ongestoord een uurtje kan gaan zwemmen.

Multigebruik

Het zal nu ongeveer drie jaar zijn zeker, dat Luc en ik beiden een bril dragen. Een bril om altijd te dragen, bedoel ik, want vóór die drie jaar hadden we wel al een leesbril, maar dat is een ander verhaal.

Sedert geruime tijd echter merkten we dat we problemen kregen bij het zwemmen. Niet echt tijdens het zwemmen maar met de kastjes om je spullen in op te bergen. Die zijn voorzien van een slot en afhankelijk van het zwembad heb je dan een geweven bandje met een cijfer er op, een rubberen bandje met een cijfer er op, tot zelfs een cijferslot.

Wat is het probleem? Wel de bril moet IN het kastje. Op zich is dat geen probleem. Je bekijkt het nummer vóór je afsluit en je visualiseert de locatie van het kastje. Bij ons in Landen is dat gemakkelijk. Bij Sunparks iets minder, er zijn meer kastjes.

Die keer in Oostappen moesten we aan Amke vragen om de -minuscule- toetsjes van het cijferslot in te drukken.

Al bij al, het ging. En in Oostappen zouden we sowieso niet weer gaan zwemmen.

Maar er kwam geleidelijk aan wat meer bij kijken. Zo een bril verscherpt je zicht, dat is duidelijk. Maar ik begon mezelf een beetje een oud besje te voelen toen ik de reling moest gebruiken omdat in me onzeker voelde als ik een trapje af moest. Wat was er loos? Dieptezicht?

Luc begon er over, daar ergens tussen al het voorgaande in. Hij wou een zwembril met versterkte glazen. In het begin heb ik het weggelachen. Maar toen ik me vorige keer in Sunparks vasthield om in het ontsmettingsbadje voor de voeten te stappen, heb ik toch ook even gedacht: “mens wat word ik oud!” Natuurlijk is dat niet zo!

Zodoende hebben we nu zwembrillen met versterkte glazen. Ze zijn niet verkrijgbaar met een optometrische afwijking van een half na de komma en zijn niet multifocaal.

Dat geeft niet. We zijn niet zinnens om aan onderwaterlezen te gaan doen.

Page 7 of 23

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén