Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: april 2011 (Page 3 of 4)

Van voor de regen

Ze gaven regen voor vandaag. En regen en bloesems dat gaat niet goed samen. Dus besloten Slow en mske gisteren hun fiets te pakken en een toertje langs de bloesems te maken.

Slow filmde. Het is jammer, maar het filmke verliest te veel aan kwaliteit bij het lichter maken om het hier te zetten.

Zodoende zullen allen die niet afgezakt zijn richting bloemende boomkes het met de volgende foto’s moeten doen.

Er staat wel een kapelleke

De bomen botten alle jaren, de bloesems komen al eeuwen lang, maar nu heeft gans Vlaanderen dat precies in het snotje gekregen en zakken de bloesemtoeristen af. De kriekelaars en perelaars staan in volle pracht en de appels zullen dat binnen twee weken ook doen.

We wonen op de rand van het gebied, eigenlijk is het hier nog maar de grens. Sommigen noemen het hier Haspengouw terwijl anderen ons nog onder het Hageland rekenen. Veel toerisme is er dus niet.

Alleen, die ene. Die verhuurt Vespa’s en dus snorren die hier soms in groepkes voorbij … neen, niet voorbij. Iedere keer rijden die onze straat in om een dikke minuut later er terug uit komen en de berg op te tuffen. In onze straat is niets te zien.

Slow zou nu toch eens willen weten waar ze naar gaan kijken of dat het soms een zaak is van een verkeerd ingestelde gps.

De korte keten

Soms zit je met je hoofd ergens in de wolken, maar zou je iets over patatten schrijven omdat anderen met die wolken niets te maken hebben.

Soms zit je krom van de zorgen en woelingen in je hoofd, maar schrijf je gekke anecdotes omdat anderen die zorgen toch niet kunnen oplossen.

Soms zit je zo verzopen in het werk dat je ’s morgens kan opstaan en de ganse dag doorgaan, de 24 uren lang en dat zeven dagen aan een stuk. Maar je weet dat een mens dat niet volhoudt, dus las je van tijd tot tijd een rustmomentje in.

Maar toch ergert de wereld je niet als ze zeggen dat jij toch geen zorgen hebt en dat zij het toch zo druk druk druk hebben, want er zijn nog altijd de wolken, maar kunnen we het dan nu eens over patatten hebben?

In het begin kochten Slow en mske de patatten in de Colruyt, maar die kregen toch zo rap uitschieters. Ze vonden de boer in één van de dorpkes van groot Landen en haalden daar hun patatten.

Maar de spoorwegen gingen spaken in de wielen steken, ze braken de brug af, waardoor het dorpke van groot Landen niet meer bereikbaar was door het veld en ze om moesten rijden. En dan reden ze aan een andere patattenboer voorbij. Een beetje zot niewaar.

Zodoende kwamen hier patatten van Landen zelf.

Twee weken geleden zowat stapte Slow naar de belbus en mske die hem uitzwaaide zag hem ineens kort stoppen voor het venster van de boer over de beek. Hij belde op zeggende: “weet je wat? De boer over de beek verkoopt patatten”.

Vorige week stapte Slow met zijn kabas richting boer over de beek. Blijkbaar zullen ze daar niet altijd terecht kunnen want die mensen doen niet altijd in patatten. Alleen hebben zij er dit jaar te veel.  “3€ voor 10 kilo meneer, merci!”

Nu zijn hier patatten die ze, bij manier van spreken, nog horen groeien hebben.

Kiekebilski, ja dat smaakski

Maar de kiekebilski waren opski, dus namen Slowski en mski de buski en reden naar de markski.

Waarom dat ik dat nu zo schrijf? Ik mag toch ook eens onnozel doen? Ja toch?

Dus daarmee weet de ganse wereld wat er hier straks op het menu staat.

Gelieve niet aan te dringen, ik zou dat ook wel willen en ik krijg er ook geen.

Het mysterie van de verdwenen meeuwen

Het is jammer, maar het bewijs hebben we niet op film gekregen. Erg jammer want anders had dit verhaalke hier al twee weken geleden kunnen staan.

Toen waren Slow en mske eens een stappeke gaan zetten en kwamen via het waterzuiveringsstation terug. Ik ga dat gedoe met die eigenaardige weggetjes en paadjes niet meer uit de doeken doen, maar in elk geval, daar waar ze de gebetonneerde veldweg afgingen in het aarden paadje lag wat. Allemaal witachtige donzige dingen. “Oei” dacht mske “hier heeft zich precies een drama afgespeeld. Wat verder in het aarden weggetje lag een leeg omhulsel van wat ooit eens een dier moet zijn geweest. Het was plat. “Een echte massacre” dacht mske.

En toen kwamen ze aan de afspanning van het waterzuiveringsstation en mske verstarde en stond stokstijf en siste tussen haar tanden tegen Slow die twee passen achter haar kwam: “een vos!”

Slow begon zijn paternoster te lezen, wat wil zeggen dat hij op zulke momenten in zichzelf begint te mompelen, zoals: “allee, en ik heb de camera net in de tas gestoken en nu moet ik die nog pakken en lap, nu zit mijn portefeuille nog vanboven”. Je kent dat wel, zo een beetje in zichzelf maar toch luidop staan denken.

mske had al een stap achteruit gedaan, de wind kwam uit de goeie richting. De vos stak zijn neus in de lucht. Snoof hij? Keek hij? En Slow snorde verder. mske maakte een beweging met haar hand dat hij moest zwijgen.

Wat het beest heeft afgeschrikt? Ze weten het niet. Was het toch de geur? Was het mskes handbeweging? Was het Slow’s gepaternoster? Wie zal het zeggen. Want net toen Slow met de camera in aanslag stond en mske terug richting vos keek, was er geen vos meer.

Er was wel een gat in het gebladerte van de struikjes binnen de omheiding. Er was ook een gat in het paadje zelf, recht naar beneden en wat verder was er nog een gat onder de omheining door.

Wat opviel? Er waren geen meeuwen. Die zijn daar nochtans meestal in grote getale aanwezig maar toen geen enkele. Nochtans, het was geen meeuw die Slow en mske daar zo op het paadje hadden zien liggen. Hebben die nu de schrik van hun leven gepakt en zijn ze er van onder gemuisd? mske denkt in ieder geval van wel.

De volgende dag reden Slow en mske op naar de veertien weken. En op een andere plaats lag weer wittig dons en ook weer een leeg overblijfsel. mske denkt dat het katten zijn. Veldkonijntjes zijn niet zwart en wit gevlekt. mske denkt dat de boerderij daar wat verder zich ondertussen wel zou kunnen afvragen wie of wat hun kattenbestand zo uitdunt.

Ik wou dat op het blog zetten, maar mske zei dat ze eerst gingen proberen die vos toch nog op film te krijgen. Weet je wat? Ze hebben het niet eens meer geprobeerd. Gisteren wilden ze nog eens langs daar passeren, maar ze zijn uiteindelijk naar een bron gaan zoeken die hier blijkbaar ergens is.

Jaaaaaa! Dan zullen ze zeker geen vos meer tegen komen.

De strijdkreet

“Dat wordt niks” had mske al meerdere keren gezegd als ze zich over het zaaisel boog.  Ze had ook al gezucht.

Maar toen, net de dag na het groot huisvuil, vond mske toch dat haar stoel veel te ver overhelde om nog gezond te zijn. Met een zwier zette Slow die stoel op zijn kop, dat kan hij goed, en hij zag dat het helemaal niet goed was. Eén van die vijf armen was gebarsten en stond op breken.

“Daar riskeer ik mijn leven niet meer op” zei mske, duwde de stoel uit de weg en zette zich op het taboeretje.

Twee dagen zat ze daar nu al op toen ze gisterenmorgen bedacht dat ze eigenlijk daardoor vergeten had van het zaaisel te bekijken, gewoon omdat die stoel daar voor stond.

“Daar zijn ze!” kreet ze ten gehore van gans ons dorpke. Slow stak tegen het plafond van ’t schrikken. “Wie?” “wat?” “waar?” vroeg hij verbijsterd terwijl hij door ’t venster keek. “De plantjes!” zei mske hoofdschuddend, vol bewondering naar het zaaisel kijkend.

Zo begeesterd dat mske was over zo twee bakskes vol groene stekelkes.

Het bezoek van ’s morgens vroeg

Een blog bijhouden is zo een beetje wachten op sinterklaas, maar dan alle dagen.

Zo wil mske dat het log ’s avonds geschreven wordt zodat ze ’s morgens met volle moed kan aan het werk gaan, maar laat nu net de inspiratie heel vroeg op de morgen op bezoek komen.

Kun je denken hoeveel avonden ik mijn hoofd hier al heb gebroken om mske te plezieren? En als er niets komt, hoeveel avonden ik al ongerust ging slapen met de vrees dat de inspiratie ’s morgens niets verder zou staan dan de avond ervoor?

Maar iedere morgen bij het ontwaken, in sluimertoestand, tussen slapen en wakker zijn, poppen de ideetjes ineens omhoog. En dan is het slechts een kwestie van er eentje uit te kiezen en dat uit te werken.

Dit? Dit is gisteravond geschreven. mske wou niet dat ik wachtte tot de inspiratie kwam.

De geslachtslozen

De dag dat Slow en mske naar “Het Boekenfestijn” reden, zat er een meisje op de bus naar Leuven. mske had die gezien bij ’t opstappen. Enkele haltes verder stapte er nog een meisje op en Slow zei: “die zijn een koppel want ze zitten mekaar af te lekken”. mske, die wel een kus hier of daar kan verdragen, heeft het zo niet begrepen op dat zuignappig gedoe en draaide haar hoofd niet om.

Het toeval wil dat ze, bij ’t vertrekken bij “Het Boekenfestijn”, dat zelfde koppel, aan mekaar geplakt aan de bushalte zien staan, waarop mske bedenkt dat dat ene meisje wel eens een jongen zou kunnen zijn. Na vijf minuten wist Slow te vertellen: “ik denk dat die ene eigenlijk een jongen is”.

Vorige zaterdag, wat doet een mens op een mooie dag met 35 minuten tussen trein en bus op een uur dat er nog niets open is? Ze gingen in het zonnetje op een bankje van het busperron zitten.

mske let gewoonlijk niet wat mensen doen, maar dan moeten ze nu ook niet recht in haar zicht gaan staan om te doen.

Vorige zaterdag liep er een koppeltje over de busperrons en ging recht voor mske op het tegenoverliggende perron staan. Al snel dacht mske dat de jongen eigenlijk een meisje was. Na enkele minuten zei Slow dat ook. Slow en mske denken namelijk gewoonlijk hetzelfde en dan nog op hetzelfde ogenblik.

35 minuten is lang en al snel bleek dat diegene met de broek het meest verliefd was, ze plakten niet maar het bleek uit haar ogen. Ze was niet lelijk, ook als jongen zou ze niet lelijk zijn geweest. Maar de andere! Lang, opgeschoten en slungelig, met het haar kort geknipt met een langere bles vooraan, zonder vrouwelijke attributen op de juiste plaats. Een lange rode Spaanse rok boven zwarte sportpantoefels.

Die liet ook altijd de andere aan het woord maar zei zelf niks en toen mske een onbestemd gebrom dacht te horen, dacht ze dat die twee … jawel, ze dacht dat die met zijn lange rok een jongen was. Waarop Slow enkele minuutjes later … “Ik moet het weten” zei hij. Een mens moet zich natuurlijk ook bezig houden gedurende die 35 minuten.

Hij stak de bushalte over en ging achter het koppel het uurrooster staan lezen, maar de brommer zei niks meer.

Natuurlijk hebben Slow en mske daar niets mee te zien, natuurlijk doen die mensen wat ze willen. Maar hoe spreek je die aan? Vooropgesteld dat je ze aan moet spreken. Dinges? mske wil een voorstel indienen. Er moet dringend een aanspreektitel bijkomen. Memèns bevoorbeeld.

De man op de trein

Er zat al heel wat volk op de trein van 8.34 naar Blankenberge. Het mooie weer lokte waarschijnlijk veel mensen naar de kust.

Slow en mske vonden toch nog een plaatske naast mekaar.

In Tienen stapte een man alleen op, zette zich rechtover hen begon in zijn plastic zak te rommelen. Hij haalde er een verfomfaaide treinkaart uit en hij rommelde verder om uiteindelijk nog een stilo op te diepen ook. Maar hij schreef niets.

Zo gewapend met treinkaart en stilo tussen de vingers van zijn ene hand geklemd zat hij rechtuit voor zich uit te staren.

In Leuven stapte hij samen met Slow en mske af. “Zo moet je dat doen” zei Slow.

Wat te doen met zieke kindjes

Vrijdagavond ging de telefoon. Bollie vroeg of Slow en mske op zaterdag konden gaan babysitten, want Amke was ziek. Ze had hoge koorts ze gaf over.

Zaterdag morgen zag Amke er echt niet goed uit, haar oogskes stond niet goed en ze lag wat ellendig in de zetel. Ella vertrok met Bollie maar zou in de namiddag ook thuis blijven.

mske zette Bollie’s laptop op en keek naar het blog. Amke zette zich recht. Ze keek mee. mske kreeg een idee en toonde Amke hoe ze Quest for the Rest moest spelen. Quest for the Rest? Wat? In de kolom hiernaast bij de spellekes. Amke vond het leuk. Dus ging mske maar verder met Samorost en Amke vond het jammer dat Samorost 2 maar voor de helft speelbaar was. Toen mske aan Machinarium begon, voelde ze even aan Amke’s hoofdje. De koorts was weg. Maar honger had Amke nog niet.

Na de middag toonde Amke de spellekes aan Ella en daarna zijn ze begonnen met een gravatar te zoeken en aan te maken.

Tegen vijf uur kreeg ze honger en toen Slow en mske vertrokken, kwebbelde Amke er lustig op los en mske zei: “ons Amke is er door”. “Zo te horen wel” zei Bollie.

Blijkbaar is dat weer zo een overgang. Meerdere kindjes in Amke’s klas hadden hetzelfde gehad. En nu maar hopen dat Slow en mske dat niet mee naar huis brachten.

Page 3 of 4

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén