Ella speelde op de groene plastieken blokfluit en het klonk als het nachtelijk oehoe van een uil. En toen mske dat luidop zei, veranderde de fluit van toon en werd het geluid van een stoomtreinfluit. En ze liepen in trein van de keuken naar de living met locomotief Ella op kop.
Amke, die deze week de flinke verkoudheid overgenomen had, waar Ella vorige week mee geplaagd zat, hoestte alsof ze zichzelf binnenstebuiten wou keren en mske ging op de zetel zitten en zei: “kom nu eens rustig zitten, die hoest kan niet stoppen als jij jezelf zo oppiert”.
En zo zat mske met haar arm rond Amke op de zetel en stond Ella, met de groene plastieken fluit, vóór de zetel. En ineens dacht mske aan … “Kennen jullie het verhaal van de rattenvanger van Hameln?” vroeg mske.
En ze vertelde en onder het vertellen bedacht ze dat dat toch geen aangenaam verhaalke was voor zo twee kleine meisjes, maar die twee kleine meisjes luisterden met open mond.
En mske vertelde over kleine ratten, dikke ratten, grote ratten, boze ratten en waterratten. En ze vertelde dat die rattenvanger aankwam en met zijn fluit alle ratten lokte en ze deed teken aan Ella dat het ogenblik aangebroken was om efkes een fluitdemonstratie te geven.
Toen die kerel al die ratten samen had gekregen wist mske toch niet meer wat hij daarmee gedaan had. Maar in de grootste nood is de rand van de zetel nabij en ze vertelde dat hij alle ratten in de ravijn had laten storten.
En toen ze op het punt aangekomen was, waarop de man alle kinderen samenfloot, moest ze niets meer zeggen tegen Ella, die floot zo wel al op de rattenvangersfluit en dat deed ze even goed nog maar eens over toen de rattenvanger alle kinderen ging terughalen.
Na het verhaal legde Ella de fluit op tafel en stond met gefronst voorhoofd te denken. Amke sprong uit de zetel en nam de fluit, waarop Ella onmiddellijk haar plaats onder mskes arm innam en fluisterde: “oma, vertel nóg eens over de rattenvanger”. “Volgende week?” vroeg mske, maar Ella bleef zitten en keek, ja … Ella-achtig en mske herbegon nog maar eens te vertellen en Amke kwam met de fluit voor de zetel staan om bij deze editie de rol van fluitspelende rattenvanger te vertolken.
En mske vertelde over kleine ratten, dikke ratten, grote ratten, boze ratten. En ze vert … “En waterratten” zei Amke. “Dat wordt lachen” dacht mske want zijzelf wist natuurlijk niet meer woordelijk wat ze ervoor had gezegd, maar Amke blijkbaar wel nog. En toen die ratten de afgrond dixit de zetel in/aftuimelden, vroeg ze: “waren die dan dood?” “Daar heb je het” dacht mske “het wil lukken”. Net het stuk waarvan ze niet meer goed wist hoe het ineen zat, daar ging Amke over nadenken en wou er het fijne van weten. “Ja zeg” zei mske “ze geraakten niet uit die afgrond en of ze dood waren of niet, dat kan je niet zien” en ze boog voorover om aan te tonen dat ze met Ella in haar arm niet over de rand van de zetel kon kijken.
Feit is dat mske beloofd heeft volgende week haar groot sprookjesboek mee te nemen en ze dacht aan verhaalkes en sprookjes die ze kon vertellen.
Daarnet zocht ze een beeleke van die rattenvanger maar er was niks dat haar aanstond en dus is ze aanstonds het groot sprookjesboek gaan zoeken en heeft de rattenvanger ingescand.
Ondertussen heeft ze dan ook gelezen dat hij die ratten in de Wezer gelokt heeft, waar ze verdronken. En blijkbaar zit er een grond van waarheid in het verhaalke en wie die wil kennen moet deze informatie op Wikipedia maar eens gaan bekijken.
“In elk geval” zegt mske “vertel ik hen volgende week over de gelaarsde kat”.