Het is al lang geleden dat men me zei dat ik echt wel eens de Da Vinci code moest lezen, echt wel, want daarin zou bewezen worden dat God niet bestond/bestaat. Nu heb ik geen nood aan welk bewijs dan ook van iets dat toch altijd weerlegd kan worden en dat uitdraait op een welles/nietes. Ik las het niet.
Toen we die boeken in die stoppende bibliotheek gingen halen, stond de Da Vinci Code er ook. Ik heb het meegebracht en heb getracht het te lezen. Het stak me tegen. Het gaat weer hetzelfde straatje in dat Grisham en Baldacci momenteel ook bewandelen. Ik heb niet verder gelezen.
“Ze geven de Da Vinci Code op TV” zei Luc laatst. “Zal ik het opnemen?” Dat deed hij en toen gingen we kijken. Na een poos naar een zelfkastijdende wittekop, achtervolgingen à volonté en een uiterst geheim en oud genootschap waar toch iedereen weet van bleek te hebben gekeken te hebben, vroeg Luc: “blijf je hem helemaal bekijken?” waarop ik “zet maar af” zei.
De gehele Da Vinci Code heb ik dus geklasseerd als ver gezocht en pure nonsens.