Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Categorie: Boeken en schrijvers (Page 9 of 14)

Eenzijdige stilte

Vorige week had Myriam van Villa Kakelbont over stilte in de klas tijdens het handwerken. Zij gingen dan zingen.

Hoe het er veel langer geleden aan toe ging, kan ik me echt niet herinneren, maar in mijn tweede jaar humaniora ging de lerares zitten voorlezen. Ze nam het boek: “De Waanzinnige Kluizenaar”.

Het was op zekere manier een godsdienstig boek, aangezien alle personages erg godsdienstig waren en dat ook te pas en te onpas liepen te verkondigen.

Anderzijds had het wel iets. Want toen wij, door de functie van mijn vader, in oktober van dat schooljaar moesten verhuizen, vond ik het jammer dat ik de rest van het verhaal niet kende.

Ik heb het boek gekregen bij één van de volgende geschenkgelegenheden. Ik heb het nog.

En die bedenkingen over dat godsdienstig heb ik pas achteraf gemaakt. Op mijn dertiende vond ik dat nog helemaal normaal.

Fideel de Fluwelen Ridder

Het gesprek ging zo wat over loyauteit -loyaliteit voor de Nederlanders onder ons- en hield eigenlijk halvelings een vraag in. Een beetje overdenken of je loyaal zou blijven in moeilijke tijden.

Van waar hij ineens kwam weet ik niet maar ik zei gewoon prompt: “Fideel de Fluwelen Ridder”.

Waarom zeg je nu zoiets? Het figuurtje was jaren -maar dan zeer veel jaren geleden- in Pats opgedoken en ik had de strip wel gelezen maar die was niet echt blijven hangen. Wel wist ik nog dat Fideel bloemen op zijn helm had.

Ik googelde maar eens. Zie dat ze me voor gek zouden verklaren met die uitspraak. Maar ik vond hem wel.

De striptekenaar was Gommaar Timmermans1, zoon van Felix.

Als ik zo wat rondneus op internet, zie ik dat er ook een album met Fideel is uitgekomen. Als ik dat ooit eens tegenkom op één of andere boeken- of rommelmarkt zal ik ook niet twijfelen.

____________________
1 Gommaar Timmermans

Een schaduw op papier

Ik heb het gevonden, het boek van Sophie Hannah, die van de erfgenamen van Agatha Christie toestemming kreeg om een misdaadmysterie met Hercules Poirot in de hoofdrol, te schrijven.

Toen ik het vond heb ik maar even in het logje van die dag, bij de reacties geschreven:

Hebbes! En voor 9,99 €.

Maar omdat dat daar zo onnozel stond, heb ik het nu weggehaald.

Het boek zelf? Zoals verwacht. Het hoofdpersonage heet Hercules Poirot, maar is Hercules Poirot niet. Het personage komt gewoon niet uit de verf. Het verhaal hangt met haken en ogen aan elkaar en is zo waterdicht als een verroeste zeef.

Had Sophie Hannah haar personage anders genoemd, had geen kat het boek gelezen. Hoe de zakelijke kant met de erfgenamen geregeld is, gaat me niet aan, maar volgens mij heeft ze niet voor de nagedachtenis van Hercules Poirot gedaan. Die is er echt niet beter van geworden.

9,99€ om tot de conclusie te komen dat mijn eerste opinie:

ik was een beetje uit mijn hum terwijl ik dacht: “wat is me dat nu? Enkel Agatha Christie mag over Hercules Poirot verhalen”

de juiste was.

Ik ga het boek houden. Ik ga het zelfs bij de Agatha Christies zetten, als ik ooit die boekenkast heb.

Hercules Poirot nog maar eens

Ik had het boek in mijn handen gehouden, had de titel gelezen en ik was een beetje uit mijn hum terwijl ik dacht: “wat is me dat nu? Enkel Agatha Christie mag over Hercules Poirot verhalen”.

Want dat was nu precies wat niet klopte. De schrijfster van het boek was niet Agatha Christie. Meer nog, Agatha Christie had Poirot zelfs laten sterven.

Ik zette het boek terug en dacht er niet meer aan tot ik een paar weken geleden ineens bedacht dat ik het toch had moeten kopen, al was het alleen maar om het eens te lezen vóór ik er me een oordeel over velde.

Ik begon dus een beetje uitpluiswerk.

Sophie Hannah is dus de eerste schrijfster die van de erfgenamen van Agatha Christie toestemming kreeg om een boek met Poirot in de hoofdrol te schrijven. Poirot is niet uit de doden verrezen. De schrijfster situeert het verhaal ergens in 1929.

Nu blijft er nog één ding te doen! Het boek vinden.

Dat arm boekske

MQe gooide het boekje achteloos op de grond. Ik zag de naam en zei: “hé! Dat boekje wil ik wel”. MQe wist te vertellen dat het naar de knoppen was, om zeep! Het was namelijk nat geweest en was nog steeds vochtig en de bladeren zaten aan elkaar geklit.

“Dat droogt wel” zei ik. Tja, ik ben nu eenmaal een boekenmie. Met boeken ga je om alsof ze een ziel hebben. Volgens mij hebben ze dat ook, maar ja, dat is mijn persoonlijke mening.

MQe was van oordeel dat het nooit goed zou komen, dat ik het nooit zou kunnen lezen. “Enkel goed voor de vuilnisbak” was haar mening.

Eens thuis nam ik het arme boekje -ik weet dat het niet echt normaal is om medelijden te hebben met een boek, maar soit, ik ben nu eenmaal niet normaal- en begon het bladzijde per bladzijde, heel voorzichtig los te maken.

Een zekere rioolgeur kwam tussen de bladzijden uit, maar ik zette door. De volgende dagen heb ik gewoon alle bladzijden van voor naar achter en van achter naar voor tussen mijn duim en wijsvinger laten glijden om zo een zekere verluchting te krijgen.

Ik heb het uitgelezen, zonder rioolgeur. Wat was die spannend. Dat vind ik eigenlijk tot nu toe de beste van allemaal. Ik zal het zo stellen: moest ik films maken, was dit het boek dat ik zou verfilmen. Zo!

Harlan Coben

Op het ogenblik dat ik op boekentocht ging was dat één exemplaar om te beginnen al veranderd in een stuk of drie omdat ik me anders geen juist beeld zou kunnen vormen. Het werden er meer.

Zoals gezegd, hedendaagse schrijvers hebben de neiging om een succesformule te herhalen. Doet Harlan Coben dat ook? Misschien een beetje in geringe mate, niet in elk boek en met de nodige variatie.

Ondertussen heb ik al heel wat boeken van Harlan Coben gelezen. Ja, als ik eenmaal begin te lezen …

Ik had me ook ineens maar “7 dagen” van Deon Meyer aangeschaft, zoals Olive aanried in de reacties. Dat ging goed, dat ging heel vlot tot ze begonnen met een uitleg over banksystemen en -structuren. Het was begrijpelijk maar het interesseerde me niet echt.

Uiteindelijk ben ik maar het einde gaan lezen en vermits dat einde geen verdere uitleg vergde, heb ik het boek terzijde gelegd.

Boekenbeurs voor boeken

Ik ben ooit één keer naar de Boekenbeurs in Antwerpen geweest. Dat was voldoende. Ik houd niet van teveel mensen om me heen. Ik houd er niet van om in de massa te lopen. Het dringen en duwen en wringen bezorgen me een stekelig gevoel. Die ene keer op de Boekenbeurs had ik dan ook een gevoel van ontgoocheling.

Alle jaren voor mijn trouwen was mijn moeder er naartoe gegaan, maar ze had me nooit meegenomen. Ik had dan ook visioenen van boeken en boeken en nog meer boeken. Maar zo ging het daar helemaal niet. Het was er koud ingericht met witte schotten en vooral veel tafels waar je aan moest schuiven.

Nog veel later, toen ik merkte dat iedereen, maar dan ook iedereen die enige bekendheid genoot, een boek ging schrijven, schreef ik er een logske over: een boekenbeurs georganiseerd voor de verkoop op gezicht.

De mannen achter de gezichten hebben het nu dus ook begrepen.

En ik? Ik heb geen nood meer aan dé Boekenbeurs. Ik ga wel naar een echte boekenbeurs.

Philip Nicholson

Op één van die momenten dat ik nog eens wakker schoot en het internet afschuimde, op zoek naar boeken die ik nog zou willen, viel ik ineens op een naam. Even stond ik perplex. De schrijver achter die naam had, indertijd dat ik zijn boeken kocht, zo goed verstopt gezeten dat genen weet niemand wist hoe hij echt heette.Ik heb altijd halvelings gedacht dat hij in werkelijkheid een spion was.

En nu opeens las ik dat hij Philip Nicholson heette.

Boekbeschrijvingen en schrijvers bespreken, daar doe ik niet meer aan, dat hoorde bij een tijd dat ik moest schrijven om niet te denken, maar ik vind wel dat dit het vermelden waard is.

De beschrijvingen van de schrijvers heb ik weggehaald. Ze blijven toch nooit bijgewerkt, tenzij een schrijver overleden is.

Ik zal nog maar eens op internet gaan kijken of ik het boek kan vinden.

Het boek

Soms spreekt een boek me aan en dan breng ik het mee. Soms begin ik er in te lezen en leg ik het terzijde en denk: “foute aankoop”. Waarom zou ik niet kunnen zeggen, is het de aanzet van het verhaal, een schrijfstijl die me niet ligt of ben ik het zelf die op het ogenblik dat ik begin te lezen niet in de goede bui ben? Wie zal het zeggen.

Nu zat ik laatst toch zonder leesvoer en ik zag het boek liggen bovenop een doos waar ik alle boeken in leg die ik ooit eens op de rommelmarkt wil verkopen. Ik greep het. Ik wou lezen en als ik wil lezen dan zal ik lezen, al is het een boek dat ik ooit -ik weet zelfs niet meer wanneer- meebracht om het ongelezen weg te leggen.

Dit keer legde ik het niet terzijde, na enkele bladzijden was ik geheel verdiept in wat ik las. Ik kon het niet in één ruk uitlezen, er kwam een evenement tussen, maar de week daarop las ik het volledige boek uit.

Ik ga er me nog een boek van Harlan Coben kopen. Eén om te beginnen! Want ik heb al gemerkt dat hedendaagse schrijvers de neiging vertonen om een succesformule van een eerste boek eindeloos te herhalen in hun volgende. En dan haak ik ook af.

Jeugd

Ooit las ik ergens een zinnetje over jonge mensen en telkens ik te maken kreeg met van die jonge mensen die dachten dat zij hun jeugd hen boven een ander stelde, vroeg ik me af: “waar las ik het weer?” en “hoe ging het ook alweer?”

Laatst bij het herlezen van een boek van Ruth Rendell vond ik het terug. Het gaat als volgt:

Zij was één van die mensen die het feit dat ze jong zijn een grote verdienste vinden, alsof jeugd iets is dat ze op eigen initiatief veroverd hebben.

Uit: Heden is van ons heengegaan – Make Death Love Me

Het wordt gevolgd door: “Maar tegenover ouderen was ze heel vriendelijk, op een neerbuigende manier.” En dat klopt soms ook nog.

Zo! Op deze manier zullen we dat niet meer vergeten.

Page 9 of 14

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén