Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Tag: Overloop (Page 9 of 9)

Ontsnapping

Wablief? Awel merci! Er is 100.000 liter verdund zwavelzuur “ontsnapt”. En ze waren bang voor het dichtbij gelegen waterzuiveringsstation, maar het kon geen kwaad want het was genoeg verdund!

En meneer de burgemeester kwam vertellen dat het niet de eerste keer was dat er problemen waren bij dat bedrijf, maar dat het bedrijf al zo veel had geïnvesteerd in milieu, dat ze met Milieu eens gaan nakijken wat ze nog meer kunnen doen.

Hun ogen open doen tiens! Als er hier ene emmer water overloopt hebben dat hier twee mensen en vier katten on-mid-del-lijk in het snotje. En weet je, ik kan tellen, 100.000 liter dat zijn tienduusd emmerkes zenne! Ze kunnen er verdorie gans de stad mee schuren!

En wat te denken van de brave werknemer van het bedrijf die kwam vertellen dat er wel een veiligheidsplan bestaat maar dat nog nooit met de werknemers besproken werd?
 
En wat te denken van de brave brandweerman die kwam vertellen dat er mogelijk ontploffingsgevaar bestaat als een stekske bij een rioolputteke gehouden wordt waarin dat zwavelzuur “ontsnapt” is?

Hij vloog over het Albertkanaal

En aangezien de rijkswacht toch een grote rol gespeeld heeft in mskes leven en aangezien dat die toch niet meer bestaat gaan we nu wat geheimen vertellen.

Indertijd hadden rijkswachters af en toe planton, wat inhield dat ze de ganse rijkswachters moesten kunnen optrommelen in geval van nood. En hoe werd dat geval van nood dan medegedeeld? Wel met een zender. Die zender had een elektrische draad die veel te kort was ofwel waren de rijkswachthuizen uitgerust met te weinig stopcontacten, maar in ieder stak die stekker in het stopcontact op de overloop en was die draad te kort om op de kamer van de rijkswachter te staan. Wat inhield dat in mskes geval, de ganse familie planton had.

Op een avond echter, nog voor slapenstijd, was er een dikkop die eens mee op verkenning mocht met een helikopter. En die kerel kon zijn tetteraar niet houden en zat zich daar zo idioot belangrijk te voelen en sprak dan ook zo in die radio. Tot het moment dat die helikopter over het Albertkanaal ging. En dan kreeg je op die zender een relaas als volgt:

En we vliegen over het Albertkanaal en we zien een boot op het Albertkanaal. Er staan verschillende auto’s geparkeerd op de kaaien, want we vliegen over het Albertkanaal.”

En het was om horendul van te worden. En dat is er ene geworden, want opeens kwam de reactie op de zender: “Valt er dan met uw kloten in hé gedomme!”

En dat, dat kan niks anders geweest zijn dan een rijkswachter.

Homolodinges

Het wordt plezanter en plezanter in de gang. En nu komt Karboenkel ook meer en meer op de trap en de overloop spelen. Waren we deze middag bezig en kwam Toke achter de deur uit kijken. Ze past wel erg op want we zouden haar kunnen overlopen.

We waren daarmee toch al een poosje bezig toen Slow ineens met heel nassale stem zei: “Aandacht! Aandacht! De games zijn nog niet geopend. De atleten worden verzocht nog niet te oefenen. De tijden worden toch niet gehomologeerd.

Wij dachten dat het menens was en zijn dan maar gestopt, even maar hoor want plezant is plezant. Daarna zagen we dat mske en Slow daarom zaten te gniffelen.

Mensen!

De postbode

Als je door de voordeur naar binnen stapt is er voor je een brede gang. Tegen de linkermuur is de trap recht naar boven. Die geeft dan toegang tot die prachtige overloop, maar die zie je niet want die zit boven het plafond natuurlijk.

Aangezien die gang zo breed is staan de tegels van de, nog altijd niet geplaatste, badkamer achter de voordeur. En laat dat nu precies het geliefkoosde plaatsje van Karboenkel zijn.

Als ik in de gang lig, verkies ik de mat. Maar ik lig niet meer zo graag in de gang. Die verdoriese postbode die gooit zomaar de post binnen en mikt daarbij blijkbaar op mijn hoofd. De eerste keer schrok ik me dood en stoof naar de keuken. Toen dacht ik van: “toeval”. Maar sinds hij dat twee dagen later nog eens flikte denk ik daar heel anders over.

Nu lag Karboenkel deze middag op zijn favoriete plaatske toen die postbode voorbij kwam en Karboenkel lag nét zo zalig te slapen en die kerel gooide die post door die brievenbus, waardoor die brievenbus nijdig terugflapte. De vallende post en de knal van die brievenbus waren net iets te veel voor Karboenkel’s zaligheid, die onder het uiten van de strafste verwensingen tegen het plafond ging, terug landde en ook de keuken in stoof.

Slow, die dat kan zien van aan zijn pc, volgde de stuivende Karboenkel met zijn ogen, keek naar mske en haalde zijn schouders op.

Zou je denken dat ik hem zou kunnen overhalen om eens een klapke met de postbode te doen?

Politiestaat!

Met mensen leven is soms niet zo vanzelfsprekend. Meestal is dat natuurlijk leuk, eten op tijd, slaapje op tijd, aaike op tijd.
 
Maar nu ben ik moe. Mijn heel bioritme verstoord. En dat is ook niet mijn schuld. En uitgerekend nu …
 
Allé, kijk ons nu, we wonen in hetzelfde huis en deze morgen heeft mske nog niet anders gedaan dan gegrommeld op ons.
 
Eerst vanmorgen als ze de tafel zette, sprong Karboenkel daarop. Dat ze daarom boos wordt vind ik normaal, dat doe je niet. Toke doet dat ook niet, maar Mouche zou het ook wel durven. Dus greep ze Karboenkel bij zijn nekvel. Eigenaardig want normaal krijg je die niet vast als hij stoten uitsteekt. Ze zette hem, vrij hardhandig in het buro. Ze was boos!
 
Daarna zat ze aan haar buro en ik zat achter Mouche, die krijste als hel en in de gordijnen kroop van de schrik. Ik kreeg de uitbrander.
 
Daarna zat ik achter Toke die onder het buro door tegen mskes benen knotste, mske schrok zich rot en zei dat ik moest stoppen.
 
Ik ging mijn nagels efkes scherpen aan de bak die in de gang staat met de bloemstukjes op, ze gooide met de vliegenmepper.
 
Ik heb één bloem, één enkele bloem uit dat bloemstukske gehaald en het was dan nog een verdroogde. En toen mske op de overloop kwam en die blaadjes zag liggen … làp!
 
Daarna kwam ik de trap afgelopen achter Karboenkel, Slow schrikt zich dood en mske zegt: “gaat dat wat kalmer, jà”.
 
Tussendoor heb ik nog onder mijn sikkedeizen gekregen van Slow, omdat ik Mouche zat af te meppen die achter de microgolfoven gekropen was.
 

Wat mag hier wél nog?
Dat is hier precies een politiestaat!

Van jut naar her

mske is boos … op mske!

Wat haar lastig maakt is, dat het dit soort leven is dat zij wil en dat het allemaal schoon gepland is maar dat ze het niet in de werkelijkheid kan omzetten.

Ze wil ’s morgens werken! En lap! Ze kan beginnen met verzekeringen, Vlaamse gewesten, banken die hun werk niet doen. Daarna is het hel moeilijk om in gang te schieten.

Ze kan op dat ogenblik ook haar normale werktempo niet opstarten, want ze begint dan te dwalen. Dan overloopt ze wat er gezegd is, of ergert ze zich omdat ze gaan terugbellen en het niet doen. En dan ergert ze zich omdat ze ’s avonds moet werken om de planning af te krijgen.

En die planning houdt eigenlijk in dat ze een aantal uur per dag goed moet doorwerken en niet meer.

Dus kan mske met zichzelf in de knoop liggen omdat ze niet goed doorgewerkt heeft. Maar ze krijgt wel al die ellende die bij een ander niet voorvalt!

mske betaalt bij iedere factuur onmiddellijk haar verzekering, maar krijgt wel in twee weken tijd 6 aangetekende schrijvens van die zelfde verzekering, die nog 42 euro meer willen maar als mske hen opbelt wel zeggen dat ze al te veel betaalde!?!

De makelaar gaat dat volledig uitpluizen en vraagt om een lijst met alle betalingen. Slow zoekt dat op en bizar bizar, bij de tweede bank, staat er op de uittreksels enkel: “betaald aan Verzekering op rekeningnr. 000-1234567-89 via pc banking”. Geen vermelding!

De makelaar vraagt om eens naar die bank te bellen om dat na te zien. Het kantoor hier beweert dat zij dat kunnen zien en dat mske dus naar de helpdesk moet bellen.

mske belt de helpdesk, die zegt dat het kantoor hier ter plaatse, dat bij hen op mskes rekening moeten aanvinken want dat ze anders de standaard versie uittreksels krijgt zonder gegevens! Maar het agentschap van hier moet niet naar de klantenhelpdesk bellen maar wel naar de agentschapshelpdesk.

Altijd goedwillige mske belt naar de bank, legt dat uit en vraagt om die mededelingen op te zoeken. Die mensen zijn vriendelijk maar bellen wel later terug om te zeggen dat die agentschapshelpdesk niet weet waar ze ’t over hebben en vragen dus dat mske haar uittreksels eens gaat laten zien.

En zo blijft dat duren!

En dan krijgt mske een hekel aan zichzelf omdat ze haar werk niet af heeft en zo draait dat door!

mske denkt dat er morgen iemand niet goed gaat van zijn!

Kwiet

Ik zou toch denken dat Karboenkel zijn lesje geleerd heeft.

Gisteren heeft hij tot een uur of vier in de gang gezeten. Dat kwam omdat gistermorgen de deur niet goed dicht was en we allemaal, op Mouche na, de gang in geschoten waren. Natuurlijk om dwarsig te doen, want eigenlijk is het daar te koud.

Dus toen mske de deur openzette en riep stoof ik als een haas terug naar binnen, Toke stoof ook maar iets minder hazig en Karboenkel zat op een goei 2m van mske wat treiterachtig te doen.

En mske deed de deur dicht en zei dat ze geen tijd had voor zever. En onmiddellijk daarna zat Karboenkel heel klaaglijk te mauwen voor de deur. En mske zei dat er hier niet met voeten gespeeld werd … of zoiets!

Toen Slow thuiskwam van de winkel ging hij boven zijn jas weghangen. En toen sprong Karboenkel, met zijn volle vijf kilo, van op de overloop, achter Slow op de trap.

Slow, die niet wist dat Karboenkel daar zat, stond met één reuzesprong boven en maakte daarbij een hels kabaal. Bovendien gaf hij een échte Tarzankreet ten beste zodat de achterburen zich afvroegen of het tijd was voor het laatste oordeel en zich snel nog eens onrustig omdraaiden in hun graf. Karboenkel sloeg compleet door en werd dol; hij stoof als een wervelwind door de gang, terug naar boven, naar beneden, in één sprong op de stelling, van de stelling, weer naar boven …

Slow kwam binnen en zei ontsteld: “Karboenkel is gek geworden”.

Nadien was Karboenkel onvindbaar. Hij had zich verstopt in de kartonnen bananendoos die klaar staat voor de zolder.

Dus … ik zou toch denken dat Karboenkel zijn lesje geleerd heeft. Maar neen hoor, nu zit hij in de kast! Die kan toch kwietig doen zé …

Lift open – lift toe

Ze zijn terug! Slow moest vanmorgen vóór 9 u in de kliniek zijn voor een onderzoek. En mske ging mee want daar kwam een lichte verdoving aan te pas.
 
Eerst natuurlijk wachtzaal situaties … De associalen der aarde, de mensen dus, zaten zó dat er op een rij van drie stoelekes een koppel zat en op een rij van vier stoelekes een koppel en een madam alleen. Slow en mske zijn dan maar aan de gans andere kant van die overloop gaan zitten. Want méér dan een overloop vóór de liften was dat niet. Op zich is dat natuurlijk niet erg maar in die klinieken zijn er precies professionele over-en-weer-dragers. Mensenlief, wat een traffic en allemaal met één papierke of één klein dooske. En iedere keer zei dat ding “ping”!
 
Daar zat iemand zo bleek als nen dooie “ping”, zijn vrouw met haar polleke aan ’t wuiven in zijn gezicht “ping”, is die mens nog een pozeke op de grond gaan liggen “ping”. Toen mske daar iets over zei, zei Slow dat hij zo ook al nerveus was en begon mske over het huis, de verhuizing, de voetbal “ping”. Toen kwamen ze de vrouw van dat ander koppel halen “ping”. Toen die terugkwam zag die ook zo wit als een lijk “ping”. Toen heeft mske Slow’s aandacht maar afgeleid door te beginnen over onbenulligheden “ping” zoals lusters, kookpotten en de vraag of ze een poetsvrouw zouden nemen of niet “ping”. En blijkbaar lukte dat wel “ping” want hij had niet door dat die vrouw er óók zo belabberd uit zag “ping”. En toen was het aan hem “ping “ping” “ping”. En toen hij terugkwam moest hij daar ook nog wachten want de dokter wou hem nog even spreken “ping”.
 
Die laatste “ping” was een patiënt die een andere kwam patiënt bezoeken “ping” en die vroeg aan Slow: “Kan U zeggen waar Elias ligt?” “Ping” Waarop Slow zei dat hij daar ook voor de eerste maal was “ping”. Nadat die man weg was zei hij dat die man nu ging denken dat hij dom was want natuurlijk kon hij zeggen: “waar Elias ligt”. Na 40 minuten kwam de dokter vragen “hoe” het ging “ping”, toen Slow zei “goed” mocht hij doorgaan “ping”. Daarvoor zit je daar dan je tijd te verdoen! “Ping” was dan hun liftbeurt. Gelukkig zei de lift in de ondergrondse parking “pingping”.
 
En al diegenen die het nu op hun systeem gekregen hebben van al die “ping”s, kunnen zich dan nu een beeld vormen van de staat waarin mske die parking uit gereden is. Toen ze thuis kwam stond haar pinnekeshaar nog omhoog.

Slinkse zet

Hij had ons liggen! Hij had ons verdorie liggen!

Ik was zo op mijn hoede dat ik niet in de buurt van de stal (berging dus) wou komen en ik was dan ook hoogst verwonderd toen Slow ons eten op de normale plaats zette. Ik verwachtte een linkse zet van hem en ben met mijn ogen open in de val gelopen. Toen we zaten te eten heeft hij gewoon de doorgang naar boven gebarricadeerd met een deur die ze tussen de living en de eetplaats hadden uitgebroken.
 
Vroeger sliep ik op de kamer van Zus maar sedert het huis verkocht is, is die kamer leeg en afgesloten. Dus sliep ik op de overloop, Karboenkel ook. Stel je voor dat mske zou vertrekken en ons vergeten! En nu … dit!
 
Dit wordt de zoveelste veldslag in de oorlog: “Slow tegen de katten!”

Page 9 of 9

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén