Wizzewasjes

Het is niet omdat het mag … dat het moet!

Maand: juni 2015 (Page 3 of 3)

Door samenloop

Volgend weekend zouden Amke en Ella komen en ze zouden blijven tot zondagavond na achten. Maandagochtend 9u zouden wij op een evenement -niet zo dichtbij- aan de slag gaan en daarvoor had ik voor zondagavond een hotel geboekt.

Ik krabde in mijn haar, want dat zou nooit werken. We besloten dat Amke en Ella voorrang hadden en we zouden dat hotel afzeggen -dat kon gratis als dat maar vóór vandaag gebeurde- en we zouden maandagmorgen zeer vroeg vertrekken.

Om één of andere rede vertelde mijn voorgevoel me dat ik, voor ik ging afzeggen, eerst even mijn oor te luisteren moest leggen, zowel bij Bollie als bij de evenementen. Ik belde Bollie. Die viel uit de lucht, want neen, zij wist van niets en bovendien heeft Ella op zondag een dansvoorstelling.

Ik belde de evenementen dan maar niet, we zouden zondag vertrekken. Gisteren kreeg ik een bericht van de evenementen waaruit we opmaakten dat we er pas op dinsdagochtend aan beginnen.

Ik heb maar onmiddellijk het hotel gebeld en die nacht maar een dag verschoven.

En voor die -nu lege- zondag zullen we ook wel een gepaste invulling vinden. We hebben nog een paar dagen tijd om er over te denken.

Gesloten deuren

Het Cresthotel! Zo noemt Luc het, al heet het al heel lang anders. Ik bezag het ooit als teken van grote luxe zoals het daar majestatisch aan die ring stond te staan.

Nu ik er al enkele keren te gast was, weet ik dat er veel luxueuzer en vriendelijker hotels te vinden zijn. Te gast? Jawel. En ik vind dat een gast zich moet thuis voelen. Niet dat ik me als gast ga inbeelden dat alle deuren voor mij moeten geopend worden, maar ik mag -denk ik toch- verwachten dat bepaalde deuren open gaan.

Zo kregen we bij het inchecken elk onze sleutel, naam die ze geven aan een elektronische kaart omdat hotels al lang niet meer met echte sleutels werken. Tot daar toe, dat begrijp ik. Mensen vergeten of verliezen hun sleutels met de gevolgen en de kosten voor het hotel.

Maar met die elektronische kaarten staan wij toch zo ongeveer telkens één keer vóór de deur. Die avond bij het inchecken verliep alles vlot: de deur van de kamer ging open, die van het zwembad ging open en daarna ging die van de kamer ook open.

De volgende avond kwamen we, na een dag werken, tot de conclusie dat geen van beide sleutels het deed en ik besloot dat ik eens terug naar beneden kon. Op de zesde verdieping stopte de lift -wij zaten op het tiende- en daar kwamen MQe en Gj ook al aan. Hun sleutels werkten ook niet.

Beneden bleek dat geen van onze -de collega’s- sleutels werkten en blijkbaar hadden ze verteld dat ze die sleutels gereset hadden. Nu hadden we maar 20 minuten om een douche -light versie- te nemen en ons om te kleden voor het avondeten. Daar pikte dat hotel nu een groot deel van in. Nu ga ik geagiteerd praten als mij iets dwarszit en dat deed het. Zelfs al had ik tijd in overvloed gehad vind ik het nog niet kunnen dat een deur tussen mij en mijn eigendom afgesloten is.

Dat ze wel eens een berichtje aan de lift hadden kunnen hangen … Dat vond E. er van. En daar gaf ik hem volkomen gelijk in.

De volgende avond hadden Luc en ik wéér prijs en Luc ging naar beneden. Maar goed! Want ik weet niet hoe ik zou gereageerd hebben als ze mij vroegen of die sleutel niet bij mijn bankkaarten zat. Hun brol werkt niet en ze gaan iemand behandelen als hun demente opa? Iemand die een derde van het jaar op hotel is, wéét dat wel dat je die sleutel niet bij je bankkaart moet steken! En hij -de receptionist- zou die eens goed activeren zodat we zeker tot zondag geen problemen zouden hebben. Dàt was nu precies wat wij verwachten dat ze zouden doen bij het inchecken.

Op zondagmorgen -zucht- gaan wij meestal ontbijten en keren daarna terug om onze koffers te halen. Die zondag ook. We openden de kamerdeur, stapten de gang op en ineens gingen alle deuren dicht. De branddeuren wel te verstaan. Ik zei: “kom Luc, we nemen de trap én de koffers”. Maar Luc ging zich ineens afvragen waar die lift naartoe was. Die deur was ook dicht maar zonder het te zien kon ik hem vertellen dat die lift niet zou werken.

Luc vreesde even dat de kamerdeur het ook niet meer zou doen, maar dat ging wel. Hij probeerde de receptie te bellen, zonder resultaat. Eerlijk gezegd hij hij die hoorn niet zo vriendelijk neergelegd als anders. Ik maande hem aan om me te volgen en stapte naar de trap. Dat was de nooduitgang. Tien verdiepen naar beneden met een draaitrap in een soort open betonnen koker vol duivenstront.

Ergens onderweg zaten twee jonge duiven doodsbang bij elkaar en toen ik dat tegen Luc zei, wist die niets anders te antwoorden dan: “ga verder en zie dat je niet valt”. Duh?

Ik had al enkele keren gevraagd hoe het ging zonder antwoord en toen ik uiteindelijk een beetje ongerust vroeg: “kom je nog” zei hij dat hij efkes gepauzeerd had. Ik heb me pas achteraf gerealiseerd dat mijn fysiek beter is dan de zijne toen we het relaas aan R. deden en Luc zei dat ik steeds antwoord wou en dat hij daar stond te hijgen en naar adem te snakken om er met moeite een kleine ja uit te persen. Ja achteraf kan je daar wel mee lachen. Zeker toen hij er aan toevoegen dat hij zich daarboven in een horrorfilm gewaand had met al die slaande deuren.

Nu ja, nu terug naar het verhaal. Eens beneden stapte ik resoluut naar de balie. Daar wisten ze te zeggen dat ze even een brandalarmpje hadden gehad. Ah zo … Dus zei ik dat ik mijn koffer meenam naar de ontbijtzaal waarop dat mens zei dat ze niet kon toelaten dat ik mijn koffer en patati en patata. Ik vertelde haar even dat ze wel toeliet dat ik mijn koffer tien verdiepingen naar beneden droeg en herhaalde dat ik die koffer niet meer achterliet. Ik kreeg hetzelfde antwoord. Luc zei: “kom, je bent tegen een robot bezig”.

Dacht ze nu echt dat ik die koffer achter alweer een gesloten deur ging steken? Of tussen de bagage van de tientallen oosterlingen die daar -heel waarschijnlijk- op een bus (denkelijk méér dan één) zaten te wachten? Niet dus. Ik kon, als ik wou, enkele croissants gaan halen of weet ik wat, maar ik had ineens genoeg van dat gedoe. Ik was het daar zo beu. We besloten dat we naar de auto zouden gaan en daar iets eten. Gelukkig hebben we wel altijd wat bij.

Toen Luc ging uitchecken vroeg dat mens: “alles naar wens meneer?” Wat dacht ze dat hij ging zeggen?

Kijk! Gastvrijheid en vriendelijkheid zijn geen aangeleerde zinnetjes. Dat heb je of dat heb je niet.

De drukte op de weg

Gisterenmorgen stokte het verkeer wat ter hoogte van de grote hoeve. Een busje -belbusmodel- stond daar half op de straat en liet zijn passagiers uitstappen. “Wat gebeurt hier?” vroeg Luc zich af om onmiddellijk zelf te antwoorden met: “ah! ze komen plukken”.

In het veld waren tientallen mensen reeds begonnen met de aardbeipluk. Stoppen om een foto te nemen was onmogelijk, net precies omwille van het gestoorde verkeer. Dat zou ik bij het terugkeren wel doen.

De vorige weken waren hier en daar al kraampjes te zien geweest met: “aardbeien te koop” maar dat zullen dan de eerste rijpe geweest zijn.

Natuurlijk kwamen we net op de noen naar huis, natuurlijk hadden die mensen net dan pauze en natuurlijk heb ik er geen foto van, maar geloof me, het is aardbeitijd!

Vlooien, rommel en worst

Het is al heel lang geleden dat er eens een vlooienmarkt kwam. Ik was nog jong en kende het fenomeen niet maar moe beweerde dat het vroeger wel meer werd gedaan. Ik vond vlooienmarkten fantastisch.

Ondertussen zijn we zoveel jaar verder en is de vlooienmarkt, rommelmarkt geworden en sla ik er meer over dan ik er doe. Het is zoals met alles, gewoon eenheidsworst.

Op de grootste en meest gekende rommelmarkten vind je steeds dezelfde standen terug, meestal professionelen. Rommel en het bijhorende neuzen is er al lang niet meer bij. Daarom ga ik zo soms nog eens naar een kleintje, die dan meestal ook de moeite niet zijn omdat het daar meestal over kinderkleding en speelgoed gaat.

Het echt plezante van in die beginperiode is er dan ook volledig af.

Maar allee, we gaan vandaag nog maar eens een poging doen.

In de vroege ochtend

Het zou warm worden. Zoveel is zeker. En daarom zijn wij gisteren om half zeven opgestaan, hebben ontbeten, koffie gedronken, zijn naar het vertrekpunt van een wandelpad gereden, vertrokken om kwart na zeven voor een wandeling van 12km en waren om tien uur terug thuis.

Het loont! Zoveel is zeker. Op alle mogelijke manieren.


Naar het wandelpad

Zo onderweg, als we plaatjes van andere wandelpaden zien, noteren we die even en zoeken die op google. Dat noteren doen we om zoveel mogelijk wandelmogelijkheden te benutten. Dat googelen omdat er namelijk veel van die plaatjes verdwenen zijn en we anders eens ergens zouden kunnen uitkomen waar we niet wilden zijn.

Zo had Luc gevraagd: “heb je het plaatje van het Naarwandelpad gezien?” Dat had ik niet. Dus wees hij het me eens aan. Maar probeer dat maar eens te googelen. Google maakt van het Naarwandelpad namelijk: “naar het wandelpad”. Ik had naar het gemeentehuis kunnen telefoneren, dat wel, maar ik wilde geen naargeestige instantie betrekken bij de prettige kanten des levens. Je krijgt er sowieso te maken met een ambtenaar.

We reden naar de kerk van Melkwezer, daar hadden we het bewuste plaatje gezien. We gingen naar links en nog eens naar links, naargelang de twee eerste plaatjes aangaven. Naarmate we vorderden kwamen we tot het besef dat de plaatjes op waren geweest, we zagen er geen meer.

Zodoende zijn we maar naarstig rechtdoor blijven stappen en hebben een lus van een ander wandelpad meegepikt om dan op onze stappen terug te keren. De naarlingen die, oftewel de bordjes verwijderden, oftewel er geen meer zetten zijn bij deze bedankt.

Terug aan onze auto gekomen, zagen we het plaatje aan de andere zijde van de kerk, daar waar wij hadden moeten uit komen. Mogelijk proberen we dat een andere keer.

Of we daarover gaan berichten? Dat zal afhangen van alle al dan niet nare ervaringen op het pad.

Dat deze pijl naar rechts wijst, komt natuurlijk door het feit dat ik hem fotografeerde bij het terugkomen. Toen moesten we namelijk naar rechts en nog eens naar rechts.

Het hebbeding

Het weegt iets meer dan 500 gram en het is een hebbeding. Ik heb het eigenlijk niet zo begrepen op hebbedingen, maar dit ding wilde ik wel hebben.

Ik begon een poos geleden te zoeken op google. En ik vond het … op een site die ik nu niet bepaald vertrouwde. Zeg nu zelf, ze bieden enkel dit artikel aan, er staan zeven recensies op waarvan vijf van verschillende nationaliteit.

Door de evenementen echter, werd dat steeds weer uitgesteld, terwijl ik het toch hoofdzakelijk voor de evenementen zou gebruiken. En daar nam ik nu precies altijd de zwaardere logge van thuis mee.

Na een nieuwe zoektocht, deze keer op naam, vond ik het bij Pixmania. Bij de Pixmania van Nederland was het zelfs nog een euro goedkoper dan bij de Belgische, maar als goede Belg zijnde … maar wees gerust, die euro winnen we op een andere manier weer uit.

En nu heb ik ze dus, mijn kleine lichte reisweegschaal.

Een brief van de fabrikant

Kriebels krijg ik er van. En dat heb ik altijd gehad. Zodoende knipte ik, telkens ik een nieuw kledingstuk kocht, zorgvuldig het nylondraadje door waar het etiketje aan vast hing.

Later gingen ze die etiketjes vast naaien. Iets moeilijker om het er zonder ongelukken uit te snijden.

Maar nu! Nu hangen ze verdorie hele gazetten in nieuwe kleding. En niet alleen in de hals maar ook in de zijnaad.

Volgens mij zijn de wasvoorschriften en de prijs alleen toch voldoende.

Trouble!

Het is al lang geleden. Zowat iedereen had een hotmailadres, ik niet. Ik had enkel mijn deftige mailadres dat door de klanten werd gebruikt.

Maar omwille van de mogelijkheid om te mailen en onbekend te blijven, zou ik ook zo een hotmail aanmaken. Ik wou sloef@hotmail.com maar dat was al ingenomen. Na veel vijven en zessen en veel onnozelheden uitproberen werd het iets dat ik eigenlijk niet wou, maar ik zat er aan vast.

Als naam had ik Trouble Smiths opgegeven. Waarom? Ik had zoiets grappigs gezien: een T-shirt met daarop: “Attention! Here comes Trouble”. Onnozel, zoals gezegd.

De tijden veranderden, er kwam een gmail voor de klanten en mijn echte mail hield ik voor de persoonlijke zaken. Hotmail bestond niet meer, dat was niet meer nodig.

Tot op de dag dat ik het nodig vond om terug zo een mailadres te hebben. De juiste rede weet ik niet meer, ik denk dat het kwam toen ik eens wou reageren op één of andere gazet omdat iets of wat me niet aanstond. En met welke naam maakte ik die mail aan? Met Trouble Smiths natuurlijk.

Allemaal interessante lectuur tot nu toe? Het wordt nog beter! Laatst haalde ik die speelmail nog eens van onder het stof. Ik wou hem gebruiken voor Runtastic. En wat zag ik? Die mail was zomaar aan dat oude hotmailadres gekoppeld, in die mate dat die hotmail als belangrijkste stond ingesteld voor de uitgaande mails. Daar was deze Trouble niet van gediend. Ik heb dat maar snel aangepast.

Genoeg van Trouble? Neen hoor, want wat bleek? Ik had een account gemaakt bij Runtastic en dat speelmailadres foutief opgegeven, waardoor ik een heleboel zaken miste. Toen ik het merkte maakte ik een correct account aan en heeft Runtastic zelf dat voor mij in orde gebracht. Ze hebben van twee accounts één juiste gemaakt. Ondertussen beklaag ik me al lang dat ik die niet op mijn echte mail heb laten komen.

Zodoende heb ik die speelmail maar bij mijn favorieten gezet, want in mijn andere mailbox lukt het niet. Daarvoor moet ik eerst de betalende versie van die mail nemen.

Als dat allemaal geen trouble is …

De niet-wc-madam

Ze versperde de doorgang naar de wc. “0,30 voor niet-klanten” stond er op het plaatje op de muur. Ik haalde het nodige nikkel boven en wou het haar geven.

“Ik ben niet de wc-madam” zei ze “ik zit hier gewoon op het terras wat te drinken”. Ze keek een beetje, tja … hoe moet je dat kijken nu noemen?

Daarna kwam ze van het kleinste kamertje en begon in het smalle halletje haar handen te wassen. “Gaat U maar” zei ze, terwijl ze met haar kin de wc aanwees.

Ze was dan misschien niet de wc-madam, maar in een vorig leven was ze het dan wel geweest.

Page 3 of 3

Powered by WordPress & Theme by Anders Norén